Jump to content

53,000 English-Dutch entries - Part 2

From michaelbeijer.co.uk
Info: 53,000 English-Dutch entries

Can’t remember where I found this file. Author seems to be a translator called Eric Paroissien.
daughter-in-law : schoondochter
daunt : afschrikken
davy : mijnlamp
dawn : aanbreken van de dag
dawn : aurora
dawn : dageraad
dawn : morgenlicht
dawn : morgenrood
dawn : ochtendgloren
day : dag
day : etmaal
day after tomorrow : overmorgen
day before yesterday : eergisteren
day-dreamer : dromer
day-dreamer : mijmeraar
day-ticket : dagkaart
daybreak : aanbreken van de dag
daybreak : dageraad
daybreak : ochtendgloren
daydream : dagdromen
daydream : dagdroom
daydream : dromen
daydream : droom
daydream : mijmeren
daydream : wensdroom
daylight : daglicht
dazed : bedremmeld
dazed : beduusd
dazed : beteuterd
dazed : verbijsterd
dazed : verbouwereerd
dazzle : blind maken
dazzle : verblinden
dc : gelijkspanning
de luxe : luxueus
de luxe : weelderig
deacon : diaken
dead : afgestorven
dead : bloed-
dead : dode
dead : dodelijk
dead : doden
dead : dood
dead : dood-
dead : doods
dead : gestorven
dead : gestorvenen
dead : oer-
dead : overleden
dead : overledenen
dead : ter ziele
dead-end street : doodlopende straat
dead-nettle : dovenetel
deaden : afbetalen
deaden : aflossen
deaden : afschrijven
deaden : amortiseren
deaden : delgen
deaden : uitdelgen
deadlock : dood punt
deadlock : impasse
deadly : dodelijk
deadly : moorddadig
deaf : doof
deaf : dove
deaf : doven
deaf : doven-
deaf and dumb : doofstom
deal : behandelen
deal : delen
deal : handelen
deal : regelen
deal : ronddelen
deal : rondgeven
deal : te maken hebben met
deal : uitdelen
deal : uitreiken
deal : verdelen
deal in secondhand goods : in tweedehands goederen handelen
deal with (dealt : behandelen
deal with : aan komen lopen
deal with : aanpakken
deal with : beginnen met
deal with : behandelen
deal with : gaan over
deal with : omgaan met
deal with : onderhandelen
deal with : toetreden
dealt) : behandelen
dean : decaan
dean : deken
dean : rare deken
dear : beste
dear : dierbaar
dear : duur
dear : geacht
dear : geachte
dear : gezien
dear : kostbaar
dear : lief
dear : prijzig
dear to the heart : na aan het hart
death : dood
death : overlijden
death : sterfgeval
death : verscheiden
death : versterf
death penalty : doodstraf
death throes : agonie
death throes : doodsangst
death throes : doodsstrijd
death throes : stervensnood
death throes : zieltoging
debatable : aanvechtbaar
debatable : betwistbaar
debate : bespreken
debate : bespreking
debate : debat
debate : debatteren
debate : uitpraten
debauch : aan de rol zijn
debauch : boemelen
debauch : brassen
debauch : slempen
debauch : uitspatten
debauch : zwijnen
debauchery : uitspatting
debit : debet
debit : debetzijde
debris : afval
debris : prullaria
debris : puin
debris : rommel
debris : rommelzooi
debris : vuil
debris : vuilnis
debt : schuld
debtor : debiteur
debugger : debugger
debunk : doorprikken
debunk : ontmaskeren
decade : decennium
decade : tien jaar
decaf : deca
decaf : decaf
decametre : decameter
decametre : roede
decant : afgieten
decant : afschenken
decant : decanteren
decanter : decanteren
decanter : karaf
decapitate : het hoofd afslaan
decapitate : onthoofden
decay : bederen
decay : bederf
decay : bederven
decay : debâcle
decay : ondergang
decay : rampspoed
decay : tegenspoed
decay : verval
decayed : aftands
decayed : bouwvallig
decayed : gammel
decayed : uitgeleefd
decayed : uitgewoond
decayed : wrak
deceased : overleden
deceased : overledene or
deceased : overledenen
deceitful : bedrieglijk
deceive : bedriegen
deceive : misleiden
deceived : bedrogen
deceived : gedupeerd
deceived one : bedrogene
deceived one : dupe
deceived person : bedrogene
deceived person : dupe
deceiver : bedrieger
december : december
decent : behoorlijk
decent : betamelijk
decent : fatsoenlijk
decent : keurig
decent : voegzaam
decent : welvoeglijk
decently : behoorlijk
decently : fatsoenlijk
decently : naar behoren
decently : netjes
decently : passend
deceptive : bedrieglijk
deceptive : misleidend
deceptive : onoprecht
decide : beslissen
decide : besluiten
decide : uitmaken
decide : zich voornemen
decider : beslissingswedstrijd
decider : finale
deciduous : loof-
decimal : decimaal
decimal : decimaalstelsel
decimal : decimale
decimal : tientallig
decimal : tientallig talstelsel
decimal : tientallige
decimetre : decimeter
decimetre : palm
decipher : ontcijferen
decipher : ontraadselen
decision : arrest
decision : beslissing
decision : beslistheid
decision : besluit
decision : uitspraak
decision : wijzing
decision-making : besluitvorming
decisive : afdoend
decisive : beslissend
decisive : cruciaal
decisive : finaal
decisive : overtuigend
decisive : stringent
decisive : van overwegend belang
deck : dek
deck : scheepsdek
deck : verdek
declaim : declameren
declaim : opzeggen
declaim : voordragen
declaration : aangifte
declaration : betuiging
declaration : declaratie
declaration : uitspraak
declaration : verklaring
declaration of policy : beginselverklaring
declaration of policy : programma
declare : aangeven
declare : betuigen
declare : declareren
declare : verklaren
declare unfit for use : afkeuren
declension : verbuiging
decline : achteruitgaan
decline : achteruitgang
decline : afname
decline : afnemen
decline : afslaan
decline : afwijzen
decline : dalen
decline : kleiner worden
decline : mislukken
decline : tegenlopen
decline : teruggang
decline : terugval
decline : verloop
decline : verminderen
decline : vermindering
decline : verslechteren
decline : verval
decline : vervallen
decoction : afkooksel
decode : decoderen
decompose : ontbinden
decompose : vergaan
decompose : verrotten
decorate : decoreren
decorate : opsieren
decorate : schilderen
decorate : sieren
decorate : tooien
decorate : uitdossen
decorate : versieren
decoration : decor
decoration : decoratie
decoration : onderscheiding
decoration : ridderorde
decoration : sieraad
decoration : tooisel
decoration : versiering
decoration : versiersel
decorator : behanger
decorator : schilder
decoy : lokken
decrease : afdraaien
decrease : afname
decrease : afnemen
decrease : afslaan
decrease : dalen
decrease : daling
decrease : inkorten
decrease : kleiner worden
decrease : minder worden
decrease : minderen
decrease : slinken
decrease : tanen
decrease : verflauwen
decrease : verkleinen
decrease : verlagen
decrease : verlaging
decrease : verminderen
decree : besluit
decree : decreet
decree : decreteren
decree : verordenen
decree : verordening
decree : voorschrift
decree : voorschrijven
decrepit : aftands
decrepit : bouwvallig
decrepit : gammel
decrepit : uitgeleefd
decrepit : uitgewoond
decrepit : wrak
decrypt : decoderen
decrypt : decrypteren
decrypt : ontcijferen
decrypt : ontsleutelen
dedicate : opdragen
dedicate : spanderen
dedicate : spenderen
dedicate : toewijden
dedicate to : wijden aan
dedication : toewijding
deduce : abstraheren
deduce : afleiden
deduce : deduceren
deduct : afhalen
deduct : aftrekken
deduct : rissen
deduct : ritsen
deduct : wegnemen
deductible : aftrekbaar
deed : akte
deed : daad
deem : achten
deem : beschouwen
deem : geloven
deem : houden voor
deem : menen
deem : van mening zijn
deem : verslijten voor
deem : vinden
deem : zien
deem : zien als
deep : diep
deep : laag
deep : zwaar
deer : hert
deer : herte-
deer : herten-
deer- : herte-
deer- : herten-
deer-park : hertenkamp
defamation : belastering
default : default
default : standaardwaarde
defeat : bevangen
defeat : nederlaag
defeat : overwinnen
defeat : verslaan
defeat : zegevieren
defeatism : berusting
defeatism : defaitisme
defecate : kakken
defecate : ontlasting hebben
defecate : poepen
defecate : schijten
defection : afval
defection : ontrouw
defection : trouwbreuk
defence : achterhoede
defence : afweer
defence : defensie
defence : noodweer
defence : verdediging
defence : verweer
defence : weer
defence : zelfverdediging
defend : opkomen voor
defend : verdedigen
defend : verweren
defendant : aangeklaagde
defendant : beklaagde
defendant : beschuldigde
defendant : verweerder
defense : afweer
defense : defensie
defense : noodweer
defense : verdediging
defense : verweer
defense : weer
defense : zelfverdediging
deference : eerbiedwaardigheid
defiance : trots
defiantly : in weerwil van
defiantly : niettegenstaande
defiantly : ondanks
defiantly : ten spijte van
defiantly : trots
deficit : deficit
deficit : gat in de begroting
deficit : kastekort
deficit : nadelig saldo
deficit : tekort
defile : bergengte
defile : bergpas
defile : ontheiligen
defile : ontwijden
defile : profaneren
defile : schenden
defile : verontheiligen
define : bepalen
define : definiëren
define : omschrijven
defining : bepalend
definite : bepaald
definite : definitief
definite : onherroepelijk
definite : vast
definite article : bepaald lidwoord
definite article : bepalend lidwoord
definite article : lidwoord van bepaaldheid
definitely : bepaald
definitely : beslist
definitely : definitief
definitely : per se
definitely : strikt
definitely : volstrekt
definitely : vooral
definitely : voorgoed
definitely : zeker
definitely not : beslist niet
definitely not : in het minst niet
definitely not : vooral niet
definition : bepaling
definition : definitie
definition : omschrijving
definitive : definitief
definitive : onherroepelijk
definitive : vast
deflect : afwijken
deflection : afwijking
deformed : mismaakt
deformed : misvormd
defraud : bedonderen
defraud : belazeren
defraud : frauderen
defraud : knoeien
defraud : verneuken
defraud : zwendelen
defray the cost of : bekostigen
defy : provoceren
defy : tarten
defy : tergen
defy : trotseren
defy : uitdagen
defy : uitlokken
defy : uittarten
degenerate : degenereren
degenerate : gedegenereerd
degenerate : laaggezonken
degenerate : ontaarden
degenerate : verbasteren
degenerate : verworden
degenerate : zinken
degrade : degraderen
degrade : verlagen
degree : graad
degree : kop
degree : mate
degree : onderschrift
degree : titel
degree : trap
degree celsius : graden celsius
degrees of comparison : trappen van vergelijking
deism : deïsme
deity : godheid
dejected : bedrukt
dejected : gedrukt
dejection : bedruktheid
dejection : beklemming
dejection : gedruktheid
dejection : neerslachtigheid
delay : aanhouden
delay : oponthoud
delay : opschorting
delay : uitstel
delay : uitstellen
delay : verdagen
delay : verdaging
delay : verlating
delay : verlet
delay : verschuiven
delay : vertraging
delegate : afgevaardigde
delegate : afvaardigen
delegate : delegeren
delegate : gedelegeerde
delegate : gedeputeerde
delegation : afvaardiging
delegation : delegatie
delete : afdrogen
delete : afvegen
delete : afwissen
delete : uitvegen
delete : uitwissen
delete : vegen
delete : wegvagen
delete : wegvegen
delete : wegwissen
delete : wissen
deliberate : beraadslagen
deliberate : confereren
deliberate : doordacht
deliberate : doordachte
deliberate : doordenken
deliberate : met opzet
deliberate : opzettelijk
deliberate : opzettelijke
deliberate : overleggen
deliberate : overwegen
deliberate : ruggespraak houden
deliberate : voor expres
deliberate : weloverwogen
deliberately : bewust
deliberately : expres
deliberately : met opzet
deliberately : moedwillig
deliberately : opzettelijk
deliberately : wetens
deliberation : beraad
deliberation : beraadslaging
deliberation : overweging
deliberation : ruggespraak
delicacy : lekkernij
delicacy : snoep
delicacy : snoepgoed
delicacy : versnapering
delicate : delicaat
delicate : fijn
delicate : gevoelig
delicate : iel
delicate : kies
delicate : kieskeurig
delicate : tactvol
delicate : teder
delicate : teer
delicious : heerlijk
delicious : kostelijk
delicious : lekker
delicious : overheerlijk
delicious : smakelijk
delight : in verrukking brengen
delight : verrukken
delight : verrukking
delight : vreugde
delight in : genieten
delight in : genieten van
delight in : zich verheugen in
delight in : zich verlustigen in
delighted : verrukt
delightful : beeldig
delightful : betoverend
delightful : heerlijk
delightful : verrukkelijk
delineate : aflijnen
delineate : aftekenen
delineate : omlijnen
delineate : omtrekken
delineate : uittekenen
delirious : van een delirium
delirium : delirium
delirium : geijl
deliver : afleveren
deliver : baren
deliver : bestellen
deliver : bevrijden
deliver : bezorgen
deliver : leveren
deliver : toevoeren
delivery : afgifte
delivery : aflevering
delivery : baring
delivery : bezorging
delivery : inlevering
delivery : levering
delivery : overdracht
delivery : voortbrenging
delivery van : bestelauto
delivery van : bestelwagen
delta : delta
delude : begoochelen
delude : beheksen
delude : betoveren
delude : illusies wekken bij
deluge : zondvloed
delusion : begoocheling
delusion : betovering
delusive : bedrieglijk
delusive : misleidend
deluxe : luxueus
deluxe : weelderig
demagogue : demagoog
demand (for) : vraag (naar)
demand : afname
demand : aftrek
demand : afzet
demand : eis
demand : eisen
demand : omzet
demand : opeisen
demand : rekenen
demand : vereisen
demand : vergen
demand : voorschrijven
demand : vorderen
demand : vraag
demand an account : rekenschap vragen
demigod : halfgod
demigodess : halfgodin
demo : demo
demo : demonstratie
demob : afzwaaien
democracy : democratie
democracy : volksregering
democrat : democraat
democratic : democratisch
demolish : afbreken
demolish : afgeven op
demolish : afkammen
demolish : neerhalen
demolish : slopen
demolition : afbraak
demolition : ontmanteling
demolition : slechting
demolition : sloop
demon : boze geest
demon : demon
demon : duivel
demonic : demonisch
demonic : duivels
demonic : satanisch
demonstrate : aantonen
demonstrate : belichten
demonstrate : betogen
demonstrate : bewijzen
demonstrate : demonstreren
demonstrate : laten blijken
demonstrate : manifesteren
demonstrate : tentoonstellen
demonstrate : uitstallen
demonstrate : vertonen
demonstration :
demonstration : betoging
demonstration : bewijs
demonstration : demonstratie
demonstration : manifestatie
demonstration : vertoning
demonstrative : aanwijzend voornaamwoord
demonstrative pronoun : aanwijzend voornaamwoord
demure : quasi-preuts
demure : quasi-zedig
demure : uitgestreken
den : grot
den : hol
den : holte
den : kavalje
den : kot
den : krocht
den : krot
den : nest
den : rothuis
den : spelonk
denial : ontkenning
denigrate : denigreren
denigrate : kleineren
denim : denim
denim : spijkerstof
denmark : denemarken
denotation : hoofdbetekenis
denounce : aanbrengen
denounce : aangeven
denounce : aanklagen
denounce : afkeuren
denounce : bekendmaken
denounce : beschuldigen
denounce : klikken
denounce : opzeggen
denounce : verklikken
dense : dicht
dense : dik
dense : gebonden
density : dichtheid
dental : getand
dental : tand-
dentist : tandarts
deny : loochenen
deny : ontkennen
deny oneself : abnegeren
deny oneself : zich verloochenen
deny oneself : zich versterven
deoxyribonucleic acid : desoxyribonucleïnezuur
depart : afgaan
depart : afreizen
depart : afvaren
depart : op reis gaan
depart : vertrekken
depart : weggaan
depart : zich verwijderen
department : afdeling
department : branche
department : departement
department : tak
department : vak
department store : warenhuis
departure : afrit
departure : afvaart
departure : uittocht
departure : vertrek
depend (on) : afhangen (van)
depend : afhangen
depend : afhankelijk zijn
depend : deel uitmaken
depend onldepend upon : afhangen van
depend onldepend upon : afhankelijk zijn van
dependant on : afhankelijk van
dependence : afhankelijkheid
dependence : verslaving
dependent (on) : afhankelijk (van)
dependent : afhankelijk
dependent : onderhorig
depict : afbeelden
depict : uitbeelden
depict : verbeelden
depict : verzinnelijken
depict : voorstellen
deplorable : bedroevend
deplorable : grievend
deplorable : spijtig
deplorable : verdrietelijk
deport : deporteren
deportment : gedrag
deportment : houding
deportment : wandel
depose : afzetten
depose : eed afleggen
depose : onttronen
depose : uit het ambt ontzetten
depose : van de troon stoten
deposit : aanbetaling
deposit : afgeven
deposit : afzetten
deposit : afzetting
deposit : deponeren
deposit : doen bezinken
deposit : in bewaring geven
deposit : inleggen
deposit : neerzetten
deposit : neerzetting
deposit : storten
deposit : storting
depository : bergplaats
depository : bewaarplaats
depository : depot
depravation : bederf
depress : deprimeren
depress : neerdrukken
depress : neerslachtig maken
depress : terneerdrukken
depressed : bedrukt
depressed : down
depressed : gedrukt
depressed : terneergeslagen
depressing : deprimerend
depression : bedruktheid
depression : beklemming
depression : crisis
depression : depressie
depression : gedruktheid
depression : neerslachtigheid
deprive ... of : beroven
deprive ... of : ontdoen
deprive ... of : ontnemen
deprive : afzetten
deprive : beroven
deprive : laten uitstappen
deprive : ontdoen
deprive : ontnemen
deprive of : ontzetten uit
deprive of : zuiveren van
depth : diepte
depth : kolk
deputation : afvaardiging
deputation : delegatie
depute : afvaardigen
depute : deputeren
depute : tot afgevaardigde kiezen
deputy : afgevaardigde
deputy : gedeputeerde
deputy : plaatsvervangend
deputy : subsidiair
deputy : vervangend
deputy : waarnemend
deride : bespotten
deride : de spot drijven met
deride : voor de zot houden
deride : zich vrolijk maken over
derision : bespotting
derision : persiflage
derivation :
derivation : afleiding
derivative : afgeleide
derivative : afleiding
derivative : derivaat
derive : afleiden
derive : afstammen
derive : aftappen
derive : deduceren
derive : het gevolg zijn van
derive : ontspruiten
derive : ontstaan
derive : voortkomen
derive from : afleiden van
dermatologist : dermatoloog
derrick : hijskraan
derrick : kraan
descend (from) : afstammen (van)
descend : afdalen
descend : dalen
descend : naar beneden gaan
descend : verzakken
descend : wegzakken
descend : zakken
descend : zinken
descendant (of) : afstammeling (van)
descent : afdaling
descent : neerdaling
describe : beschrijven
description : beschrijving
description : schildering
description : tafereel
descriptive : beschrijvend
descry : bespeuren
descry : gewaarworden
descry : in de smiezen krijgen
descry : in het oog krijgen
descry : ontwaren
desert : aan m'n lot overlaten
desert : achterlaten
desert : afvallen
desert : deserteren
desert : in de steek laten
desert : laten varen
desert : ontrouw worden
desert : verlaten
desert : wildernis
desert : woestenij
desert : woestijn
desert/to abandon : in de steek laten
deserted : verlaten
deserter : afvallige
deserve : toekomen
deserve : verdienen
deserve : waard zijn
deserve : waardig zijn
deserving : eerzaam
deserving : waar
deserving : waardig
desiccate : drogen
desiccate : uitdrogen
desiccate : verdrogen
design : aanleg
design : aftekenen
design : dessin
design : krabbel
design : ontwerp
design : ontwerpen
design : opzet
design : plan
design : plattegrond
design : schets
design : tekenen
design : tekening
design : trekken
design : uittekenen
design : werkje
designated driver : bob
designer : ontwerper
desirable : begeerlijk
desirable : begerenswaardig
desirable : wenselijk
desire : begeerte
desire : begeren
desire : lust
desire : trek hebben in
desire : verkiezen
desire : verlangen
desire : wens
desire : wensen
desire : zin
desire : zucht
desk : bureau
desk : lessenaar
desk : lezenaar
desk : schrijfbureau
desk : schrijftafel
desktop : bureaublad
desolate : naargeestig
desolate : somber
desolate : troosteloos
despair : radeloosheid
despair : vertwijfelen
despair : vertwijfeling
despair : wanhoop
despair : wanhopen
despairingly : uitroepen
despairingly : wanhopig
desperate : hopeloos
desperate : radeloos
desperate : vertwijfeld
desperate : wanhopig
desperately : wanhopig
despicable : verachtelijk
despise : minachten
despise : verachten
despite : in weerwil van
despite : niettegenstaande
despite : ondanks
despite : ten spijte van
despite : trots
despot : despoot
despot : dwingeland
despotic : despotisch
despotic : heerszuchtig
dessert : dessert
dessert : nagerecht
dessert : toespijs
dessert : toetje
destination : bestemming
destine : bestemmen
destine : uittrekken
destine for : bestemmen voor
destine for : toedenken
destiny : (nood)lot
destiny : bestemming
destiny : fortuin
destiny : levenslot
destiny : lot
destiny : lotsbestemming
destiny : voorland
destitution : behoeftigheid
destitution : pauperisme
destroy : ruïneren
destroy : te gronde richten
destroy : ten val brengen
destroy : verderven
destroy : vernielen
destroy : vernietigen
destroy : verwoesten
destructible : afbreekbaar
destruction : vernieling
destruction : vernietiging
destruction : verwoesten
destruction : verwoesting
destructive : destructief
destructive : destructieve
destructive : vernietigend
destructive : verwoestend
destructive : verwoestende
desulfurize : ontzwavelen
detachable : afneembaar
detached : afstandelijk
detached : terughoudend
detached : vrijstaand
detached house : vrijstaand huis
detachment : afdeling
detachment : afstandelijkheid
detachment : detachement
detachment : detachering
detachment : gereserveerdheid
detachment : losraking
detachment : onpartijdigheid
detachment : scheiding
detachment : team
detail : bijzonderheid
detail : detail
detail : detailleren
detail : gedetailleerd beschrijven
detail : gedetailleerd uitleggen
detail : item
detail : kleinigheid
detail : persoonsgegevens
detail : uitgebreid schoonmaken
detailed : ampel
detailed : gedetailleerd
detailed : in het klein
detailed : omstandig
detailed : uitvoerig
details : bijzonderheden
details : details
detain : detineren
detain : ophouden
detain : reserveren
detain : terughouden
detain : weerhouden
detect : opsporen
detective : detective
detective : rechercheur
detective : speurder
detention : aanhouding
detention : arrest
detention : arrestatie
detention : hechtenis
detention : inhechtenisneming
deter : afschrikken
deter : verjagen
detergent : afwasmiddel
detergent : wasmiddel
deteriorate : slechter maken
deteriorate : slechter worden
deteriorate : verslechteren
determine : bepalen
determine : bevestigen
determine : definiëren
determine : determineren
determine : fixeren
determine : nauwkeurig bepalen
determine : omschrijven
determine : tuigeren
determine : vastmaken
determine : vaststellen
determined : vastbesloten
determining : bepalend
deterrence : afschrikking
deterrence : verjaging
deterrent : afschrikmiddel
deterrent : afschrikwekkend
detest : verafschuwen
detonator : detonator
detox : afkicken
detox centre : afkickcentrum
detract from : afbreuk doen aan
detrimental : nadelig
detrimental : schadelijk
detrimentally : nadelig
devastate : verwoesten
develop : doen ontstaan
develop : evolueren
develop : formeren
develop : maken
develop : ontwikkelen
develop : openbaren
develop : zich ontwikkelen
developer : ontwikkelaar
developing country : ontwikkelingsland
development : evolutie
development : ontwikkeling
development : wordingsproces
development plan : bestemmingsplan
deviate : aberreren
deviate : afdwalen
deviate : afwijken
deviating : afwijkend
deviating : anomaal
deviating : onregelmatig
deviation : afwijking
deviation : verschil
device : apparaat
device : apparaatje
device : hulpmiddelen
device : inrichting
device : toestel
device driver : besturingsprogramma
devil : boze
devil : droes
devil : drommel
devil : duivel
devilish : drommels
devilish : duivelachtig
devilish : duivels
devilish : duivelse
devilish : verdomd
devilish : verrekt
devilish : weergaas
devote : opdragen
devote : spanderen
devote : spenderen
devote : toewijden
devote to : wijden aan
devoted : aanhankelijk
devoted : gehecht
devoted : opofferingsgezind
devoted : toegenegen
devotedly : met overgave
devotion : eerbiedwaardigheid
devotion : toewijding
devour : verslinden
dew : dauw
dew point : dauwpunt
dexterous : bedreven
dexterous : behendig
dexterous : bekwaam
dexterous : handig
dexterous : vaardig
dharma : dharma
diabetes : diabetes
diabetes : suikerziekte
diabolical : drommels
diabolical : duivelachtig
diabolical : duivels
diabolical : verdomd
diabolical : verrekt
diabolical : weergaas
diaeresis : trema
diagnosis : diagnose
diagonal : diagonaal
diagonal : ophaal
diagonal matrix : diagonaalmatrix
diagram : afbeelding
diagram : beeld
diagram : figuur
diagram : ontwerp
diagram : opzet
diagram : plan
diagram : plattegrond
dial : discus
dial : draaien
dial : grammofoonplaat
dial : kiesschijf
dial : kiezen
dial : plaat
dial : schijf
dial : wijzerplaat
dial : wijzerplaats
dialect : dialect
dialect : tongval
dialogue : dialoog
dialogue : tweegesprek
dialogue : tweespraak
diameter : diameter
diameter : middellijn
diamond : diamant
diarrhea : diarree
diarrhoea : buikloop
diarrhoea : diarree
diary : agenda
diary : agenda/dagboek
diary : dagboek
diary : journaal
dice : fijnhakken
dice : in blokjes snijden
dick : lul
dick : piemel
dick : pik
dick : plasser
dickhead : eikel
dictate : dicteren
dictator : dictator
dictatorship : dictatuur
dictionary : woordenboek
did : deden
did : deed
die : ,
die : , m
die : ,,
die : dobbelsteen
die : doodgaan
die : het laten afweten
die : het opgeven
die : muntstempel
die : overlijden
die : sterven
die : teerling
die : verscheiden
die : versmachten
die away : afsterven
die away : uitsterven
die away : wegsterven
diehard : keihard
dieresis : trema
diesel : diesel
diesel : dieselmotor
diet : dieet
dietary : diëet-
differ : schelen
differ : uiteenlopen
differ : verschillen
difference : onderscheid
difference : verschil
different : anders
different : ongelijk
different : uiteenlopend
different : verschillend
differentiate : onderscheid maken
differentiate : uit elkaar houden
differently : anders
differently : anderszins
differently : op een andere manier
differently : op een andere wijze
differently named : anders genaamd
difficult : lastig
difficult : moeilijk
difficult : slim
difficult : zwaar
difficulty : bezwaar
difficulty : moeilijkheid
difficulty : strubbeling
difficulty : zwarigheid
dig (dug : graven
dig : graven
dig : opgraven
dig : rooien
dig : spitten
dig : woelen
dig off : afgraven
dig off : weggraven
dig up : delven
dig up : opduikelen
dig up : opgraven
dig up : rooien
dig up : uitgraven
dig up : winnen
digest : digereren
digest : verduwen
digest : verteren
digest : verwerken
digestion : assimilatie
digestion : digestie
digestion : spijsvertering
digestion : verteren
digestion : vertering
digestion : verwerking
digestion : verwerven
digestion : verwerving
digit : cijfer
digit : nummer
digit : teen
digit : vinger
digital : digitaal
dignified : deftig
dignified : waardig
dignified : zichzelf respecterend
dignitary : hoogwaardigheidsbekleder
dignitary : hoogwaardigheidsbekleedster
dignity : waardigheid
dignity : zelfgevoel
dignity : zelfrespect
digress : afdwalen
digression : afdwaling
dike : dijk
dike : waterkering
dilapidated : aftands
dilapidated : bouwvallig
dilapidated : gammel
dilapidated : uitgeleefd
dilapidated : uitgewoond
dilapidated : wrak
dilapidation : verslechtering
dilemma : dilemma
dilettante : dilettant
diligence : ijver
diligent : ijverig
diligent : naarstig
diligent : nijver
diligent : vlijtig
diligent/industrious : ijverig
dill : dille
diluent : verdunner
dilute : aanlengen
dilute : verdunnen
dilute : verspreiden
dim : aanslaan
dim : benevelen
dim : beslaan
dim : donker
dim : duister
dim : mat
dim : schemerachtig
dim : schemerig
dim : vaag
dim : verdoezelen
dim : zwak
dimension : afmeting
dimension : bestek
dimension : dimensie
dimension : grootte
dimension : omvang
dimension : uitgebreidheid
diminish : afnemen
diminish : kleiner worden
diminish : minder worden
diminish : minderen
diminish : slinken
diminish : tanen
diminish : verflauwen
diminish : verminderen
diminution : afname
diminutive : diminutief
diminutive : gering
diminutive : karig
diminutive : klein
diminutive : luttel
diminutive : min
diminutive : verkleinwoord
dimple : deuken
dimple : indeuken
din : herrie
din : lawaai
din : leven
din : ophef
din : rumoer
dine : tafelen
dingo : dingo
dining room : eetkamer
dining-room : eetkamer
dining-room : eetzaal
dinner : avondmaal
dinner : avondmaaltijd
dinner : diner
dinner : middageten
dinner : middagmaal
dinosaur : dinosaurus
diode : diode
dioxide : dioxide
dip : indompelen
dip : indopen
dip : soppen
diphthong : diftong
diphthong : tweeklank
diploma : akte
diploma : brevet
diploma : bul
diploma : diploma
diploma : document
diploma : stuk
diplomat : diplomaat
diplomatic relations : diplomatieke betrekkingen
direct : besturen
direct : de weg wijzen
direct : direct
direct : dirigeren
direct : geleiden
direct : leiden
direct : live
direct : mennen
direct : recht
direct : rechtstreeks
direct : regisseren
direct : richten
direct : rondleiden
direct flight : directe vlucht
direct free kick : rechtstreekse vrije trap
direct object : lijdend voorwerp
direct verb : persoonsvorm
direction : koers
direction : leiding
direction : richting
direction : richtlijn
directions : aanwijzing
directions : aanwijzingen/instructies
directions : consigne
directions : instructie
directly : direct
directly : overeind
directly : rechtop
directly : rechtstreeks
director : bestuurder
director : directeur
director : regisseur
directory : adresboek
directory : catalogus
directory : folder
directory : gids
directory : gouden gids
directory : lijst
directory : map
directory : repertorium
directory : telefoongids
directory : witte gids
dirtiness : morsigheid
dirtiness : onreinheid
dirtiness : viesheid
dirty : bevuilen
dirty : grof
dirty : morsig
dirty : obsceen
dirty : oneerlijk
dirty : onrein
dirty : schunnig
dirty : smerig
dirty : vies
dirty : vuil
dirty : vulgair
dirty story : schunnig verhaal
dis- : im-
dis- : in-
dis- : on-
disability : handicap
disabled : arbeidsongeschikt
disabled : gebrekkig
disabled : gehandicapt/invalide
disabled : gehandicapten
disabled : invalide
disabled : invaliden
disabled person : invalide
disadvantage : minpunt
disadvantage : nadeel
disadvantage : schaduwzijde
disadvantageously : nadelig
disagree (with) : het oneens zijn (met)
disagreeable : onaangenaam
disagreeing : oneens
disagreement : geschil
disagreement : meningsverschil
disagreement : onenigheid
disagreement : verdeeldheid
disagreement : verschil van mening
disagreement : weigering
disappear : 'm smeren
disappear : verdwijnen
disappear : verzwinden
disappear : wijken
disappear : zwinden
disappearance : verdwijning
disappoint : ontgoochelen
disappoint : tegenvallen
disappoint : teleurstellen
disappointing : teleurstellende
disappointment : desillusie
disappointment : leed
disappointment : ontgoocheling
disappointment : smart
disappointment : tegenvaller
disappointment : teleurstelling
disappointment : verdriet
disappointment : zorg
disapprobation : afkeuring
disapprobation : verwerping
disapprobation : wraking
disapproval : afkeuring
disapproval : verwerping
disapproval : wraking
disapprove : afkeuren
disapprove : verwerpen
disapprove : wraken
disapprove of : afkeuren
disapprove of : verwerpen
disapprove of : wraken
disarm : ontwapenen
disaster : ramp
disastrous : rampzalig
disc : discus
disc : grammofoonplaat
disc : plaat
disc : schijf
disc drive : diskettestation
discard : afdanken
discharge : afdanken
discharge : afmonsteren
discharge : afmonstering
discharge : afschieten
discharge : afvoer
discharge : afvuren
discharge : congé
discharge : losbranden
discharge : ontladen
discharge : ontslaan
discharge : ontslag
discharge : ontzetten
discharge : royeren
discharge : wegvoering
discharge pus : etteren
discharge pus : zweren
disciple : apostel
disciple : discipel
disciples : aanhang
disciples : achterban
disciples : gevolg
disciples : leden
discipline : discipline
discipline : tucht
disclose : onthullen
disclose : veropenbaren
discomfort : ongemak
discomfort : ongerief
disconcert : verontrust
discontent : misnoegen
discontent : ontevredenheid
discontent : wrevel
discontent : wreveligheid
discontented : misnoegd
discontented : ontevreden
discontented : wrevelig
discontentedness : misnoegen
discontentedness : ontevredenheid
discontentedness : wrevel
discontentedness : wreveligheid
discord : geschil
discord : meningsverschil
discord : onenigheid
discord : verdeeldheid
discord : weigering
discotheque : discotheek
discount : afslaan
discount : afslag
discount : aftrekken
discount : disconto
discount : korten
discount : korting
discount : korting geven
discount : rabat
discourage : afraden om
discourage : afschrikken
discourage : ontmoedigen
discourage : ontraden
discourage : verjagen
discover : ontdekken
discovery : ontdekking
discrepancy : discrepantie
discrete : bescheiden
discrete : discreet
discrete : onopvallend
discretion : beleid
discretion : omzichtigheid
discretion : voorzichtigheid
discriminate against : discrimineren
discrimination : discriminatie
discus : discus
discuss : bediscussiëren
discuss : behandelen
discuss : bepraten
discuss : beredeneren
discuss : bespreken
discuss : discussiëren
discuss : discuteren
discuss : van gedachten wisselen
discussion : bespreking
discussion : discussie
disdain : minachten
disdain : versmaden
disease : aandoening
disease : kwaal
disease : ziekte
disease/illness : ziekte
disembark : van boord gaan
disguise : verhullen
disguise : vermomming
disguise : zich vermommen
disguised : vermomd
disgust : afkeer
disgust : afschuw
disgust : misselijkheid
disgust : walg
disgust : walging
disgust : weeheid
disgust : weerzin
disgusting : misselijk
disgusting : onsmakelijk
disgusting : stuitend
disgusting : walgelijk
disgusting : weerzinwekkend
dish : bord
dish : gerecht
dish : schaal
dish : schotel
dish : schotelantenne
dish : stoot
dish : taloor
dish : vaat
dish cloth : afdroogdoek
dish cloth : droogdoek
dish cloth : stofdoek
dish out : dienen
dish out : dissen
dish out : opdienen
dish out : opdissen
dish up : opscheppen
dish-mop : afwaskwast
dish-mop : vatenkwast
dishcloth : keukenhanddoek
dishcloth : schotelvod
dishcloth : vaatdoek
dishevel : in de war brengen
dishevel : verfomfaaien
dishonest : oneerlijk
dishwasher : afwasmachine
dishwasher : afwasser
dishwasher : vaatwasmachine
dishwasher : vaatwasser
dishwashing brush : afwasborstel
dishwashing brush : vatenkwast
disinfect : desinfecteren
disinfect : ontsmetten
disinherit : onterven
disintegrate : scheiden
disinterested : belangeloos
disinterested : onbaatzuchtig
disk drive : diskettestation
diskette : diskette
dislike : afkeer
dislike : antipathie
dislike : een hekel hebben aan
dislike : hekel
dislike : minachten
dislike : tegenzin
dislike : versmaden
dislocate : ontwrichten
dislocate : verrekken
dislocate : verstuiken
disloyal : ontrouw
dismal : afgezaagd
dismal : afzichtelijk
dismal : akelig
dismal : alledaags
dismal : banaal
dismal : bedroefd
dismal : bedroevend
dismal : beklagenswaardig
dismal : belabberd
dismal : betrokken
dismal : bewolkt
dismal : chagrijnig
dismal : donker
dismal : droef
dismal : droefgeestig
dismal : droevig
dismal : ellendig
dismal : erbarmelijk
dismal : foeilelijk
dismal : gewoontjes
dismal : melancholiek
dismal : miserabel
dismal : mistroostig
dismal : naar
dismal : naargeestig
dismal : nietszeggend
dismal : onaangenaam
dismal : plat
dismal : schamel
dismal : schunnig
dismal : smartelijk
dismal : somber
dismal : stumperig
dismal : treurig
dismal : triestig
dismal : troosteloos
dismal : verdrietelijk
dismal : verdrietig
dismal : vervelend
dismal : weemoedig
dismal : zielig
dismal : zwaarmoedig
dismantle : aftakelen
dismantle : aftuigen
dismantle : onttakelen
dismay : onthutsen
dismay : ontstellen
dismay : ontzetten
dismay : teleurstelling
dismay : verbijsteren
dismay : verbluffen
dismayed : ontzettend
dismayed : schrikbarend
dismayed : schrikkelijk
dismayed : verbluffend
dismiss : afdanken
dismiss : afmonsteren
dismiss : afzenden
dismiss : afzetten
dismiss : laten uitstappen
dismiss : ontslaan
dismiss : ontzetten
dismiss : royeren
dismiss : uitsturen
dismiss : versturen
dismiss : verzenden
dismiss : wegsturen
dismiss : wegzenden
dismissal : ontslag
dismount : afstijgen
dismount : demonteer
disobedience : ongehoorzaamheid
disobedient : ongehoorzaam
disobedient : ongezeglijk
disobedient : onwillig
disobey : ongehoorzaam zijn
disorder : disorde
disorder : janboel
disorder : rommel
disorder : rotzooi
disorder : verwarring
disorder : wanorde
disorder : war
dispassionately : koel
dispassionately : lauw
dispassionately : lusteloos
dispatch : afdoen
dispatch : afhandelen
dispatch : afwikkelen
dispatch : afzenden
dispatch : beslechten
dispatch : expediëren
dispatch : telegraferen
dispatch : verzenden
dispatch note : adreskaart
dispensing chemist : apotheker
dispensing chemist : farmaceut
disperse : uiteendrijven
disperse : uiteenjagen
disperse : verdunnen
disperse : verspreiden
disperse : verstrooien
display : balts
display : baltsen
display : corso
display : laten zien
display : parade
display : paraderen
display : pracht en praal
display : pralen
display : pralerij
display : prijken
display : pronken
display : uitstallen
display : vertoon
displeased : misnoegd
displeased : ontevreden
displeased : wrevelig
displeasure : misnoegen
displeasure : ontevredenheid
displeasure : wrevel
displeasure : wreveligheid
disposable : wegwerp
disposable : wegwerp-
disposal : aanvechting
disposal : lust
disposal : neiging
disposal : zin
dispose of : opruimen
dispose of : overdoen
dispose of : tappen
dispose of : verhandelen
dispose of : verkopen
dispose of : vervreemden
dispose of : wegdoen
disposition : aanleg
disposition : begaafdheid
disposition : beschikking
disposition : gave
disposition : talent
dispute : disputeren
dispute : dispuut
dispute : krakelen
dispute : kwestie
dispute : redetwist
dispute : redetwisten
dispute : strijd
dispute : strijden
dispute : twist
dispute : twisten
dispute : twistgesprek
disqualify : diskwalificeren
disquiet : storing
disquiet : storing veroorzaken
disregard : in de wind slaan
disregard : negeren
dissatisfaction : misnoegen
dissatisfaction : ontevredenheid
dissatisfaction : wrevel
dissatisfaction : wreveligheid
dissatisfied : misnoegd
dissatisfied : ontevreden
dissatisfied : wrevelig
dissect : doorsnijden
dissect : sectie verrichten
dissemble : huichelen
dissemble : veinzen
disseminate : uitstrooien
disseminate : uitzaaien
dissension : geschil
dissension : meningsverschil
dissension : onenigheid
dissension : verdeeldheid
dissension : weigering
dissenting : andersdenkend
dissertation : dissertatie
dissertation : proefschrift
dissertation : thesis
dissipation : uitspatting
dissolve : opgelost worden
dissolve : oplossen
dissuade : afraden
dissuade from : afraden
dissuade from : ontraadselen
dissymmetric : asymmetrisch
distance : afstand
distance : distantie
distance : eind
distance : verwijderen
distant : afgelegen
distant : ver
distant : veraf
distant : verafgelegen
distant : ververwijderd
distant : verwijderd
distil : afdruppelen
distil : branden
distil : distilleren
distil : druppelsgewijs afscheiden
distil : gedistilleerd worden
distil : neerdruppelen
distil : overhalen
distil : sijpelen
distil : stoken
distil : via distillatie vervaardigen
distill : afdruppelen
distill : branden
distill : distilleren
distill : druppelsgewijs afscheiden
distill : gedistilleerd worden
distill : neerdruppelen
distill : sijpelen
distill : stoken
distill : via distillatie vervaardigen
distinct : duidelijk
distinct : helder
distinct : klaar
distinct : uitgesproken
distinct : zuiver
distinction : onderscheid
distinction : onderscheiding
distinctive : fijnbeschaafd
distinctive : gedistingeerd
distinctive : karakteristiek
distinctive : zich onderscheidend
distinguish : onderkennen
distinguish : onderscheid maken tussen
distinguish : onderscheiden
distort : verdraaien
distract : afleiden
distract : verstrooien
distracted : afgetrokken
distracted : verstrooid
distraction : afleiding
distraction : ontspanning
distraction : verstrooiing
distraction : verzet
distraction : verzetje
distress : bedroeven
distress : behoeftigheid
distress : droevig stemmen
distress : grieven
distress : pauperisme
distress : smarten
distress : verdrieten
distress prize : afbraakprijs
distribute : distribueren
distribute : rondbrengen
distribute : ronddelen
distribute : rondgeven
distribute : uitdelen
distribute : uitreiken
distribute : verdelen
distribution : distributie
distribution : uitreiking
distribution : verdeling
distributor : verdeler
district : arrondissement
district : buurt
district : district
district : gouw
district : stadswijk
district : wijk
distrust : wantrouwen
disturb : belemmeren
disturb : hinderen
disturb : storen
disturb : verstoren
disturbance : (orde)verstoring
disturbance : agitatie
disturbance : beroering
disturbance : gisting
disturbance : onrust
disturbance : ordeverstoring
disturbance : storing
disturbance : verstoring
ditch : gracht
ditch : greppel
ditch : groef
ditch : groeve
ditch : kuil
ditch : sloot
diurnal : dag-
diurnal : dagelijks
divan : Turkse staatsraad
divan : divan
divan : rustbank
dive : duiken
dive : een duikvlucht maken
dive : onderduiken
dive : onderwaterzwemmen
dive : zinken
diver : duiker
diverge : afwijken
divergent : afwijkend
divergent : anomaal
divergent : onregelmatig
diverse : menigvoudig
diverse : menigvuldig
diverse : verschillend
diversion : afleiding
diversion : afleidingsmanoeuvre
diversion : ontspanning
diversion : verstrooiing
diversion : verzet
diversion : verzetje
diversity : verscheidenheid
divert : afleiden
divert : laten afvloeien
divert : verstrooien
divert : wegleiden
divert : wegvoeren
divide : afbreken
divide : afscheiden
divide : afzonderen
divide : delen
divide : opsplitsen
divide : scheiden
divide : schiften
divide : splitsen
divide : verdelen
divine : goddelijk
diving-bell : duikerklok
divisible : deelbaar
division : afdeling
division : deel
division : delen
division : deling
division : divisie
division : eenheid
division : gedeelte
division : legerafdeling
division : scheiding
division : staartdeling
division : verdeling
division of labor : arbeidsverdeling
division of labor : werkverdeling
division of labour : arbeidsverdeling
division of labour : werkverdeling
division sign : deelteken
divorce : echtscheiding
divorce : scheiden
divorce : scheiding
divorced : gescheiden
dizziness : duizeligheid
dizziness : duizeling
dizzy : draaierig
dizzy : duizelig
dizzy : duizelingwekkend
dizzy/giddy : duizelig
dizzying : duizelingwekkend
do : aanmaken
do : bedrijven
do : doen
do : friseren
do : kappen
do : maken
do : uitbrengen
do : uitrichten
do : uitvoeren
do a favor : de goedheid hebben
do a favor : ter wille zijn
do a favor : zo goed willen zijn
do a favour : de goedheid hebben
do a favour : ter wille zijn
do a favour : zo goed willen zijn
do away with : afschaffen
do away with : elimineren
do away with : opdoeken
do away with : uitmaken
do away with : verwijderen
do away with : wegdoen
do business : handel drijven
do business : handelen
do down : afkraken
do harm to : afbreuk doen aan
do one's shopping : boodschappen doen
do penance : boete doen
do penance : boeten
do something crooked : schurkachtig handelen
do something crooked : zich op oneerlijke wijze toeëigenen
do the dishes : afwassen
do the honours : de honneurs waarnemen
do you speak english : spreekt u engels?
dobra : dobra
docile : volgzaam
dock : dok
dock : op een zijspoor zetten
dock : stallen
dock : zuring
doctor : arts
doctor : arts and
doctor : doctor
doctor : doctor and
doctor : dokter
doctor : dokter and
doctor : geneesheer
doctor : medicus
document : akte
document : bescheid
document : document
document : papier
document : schriftuur
document : stuk
dodo : dodo
doe : geit
doe : hinde
doe : moer
doe : moerhaas
doe : voedster
dog : hond
dog : reu
dog shit : hondenpoep
dog's life : hondenleven
dog-fish : hondshaai
dog-kennel : hondehok
dog-kennel : kennel
dogberry : kornoelje
doghouse : hondenhok
dogma : dogma
dogma : leerstelling
dogma : leerstuk
dogmatic : dogmatisch
dogmatic : geen tegenspraak duidend
doll : pop
doll : tonnetje
dollar : dollar
dollar sign : dollarteken
dolmen : hunebed
dolphin : dolfijn
dome : bol
dome : gewelf
dome : koepel
domestic : binnenlands
domestic : eigen
domestic : familie-
domestic : gezins-
domestic : huiselijk
domestic : huishoudelijk
domestic : inheems
domestic : inlands
domestic : vertrouwd
domestic animal : huisdier
domestic debt : binnenlandse schuld
domesticated : huis-
domesticated animal : geacclimatiseerd dier
dominance : overheersing
dominant : dominant
dominant : overheersend
dominate : de baas zijn
dominate : meester zijn
dominate : overheersen
dominion : dominion
don't ... : ... niet
don't ... : niet ...-en
don't mention it : dat geeft niet
don't mention it : dat is niet erg
don't mention it : geen dank
don't mention it : graag gedaan
don't mention it : het doet er niet toe
donate : cadeau geven
donate : schenken
donation : schenking
done : afgelopen
done : afgewerkt
done : beëindigd
done : gedaan
done : klaar
donkey : domme ezel
donkey : ezel
donkey : ezels-
donkey : koppige ezel
donkey- : ezels-
donkey-driver : ezeldrijver
door : deur
door : portier
doorway : deuropening
doorwoman : portierster
doppelganger : dubbelganger
dormouse : hazelmuis
dormouse : relmuis
dorsal fin : rugvin
dose : dosis
dossier : bestand
dossier : dossier
dot : oog
dot : punt
dot : spikkel
dot : stip
double : dubbel
double : duplex
double : nasynchroniseren
double : tweeledig
double : tweevoudig
double : verdubbelen
double agent : dubbelagent
double agent : dubbelspion
double bed : tweepersoonsbed
double lock : nachtslot
double-click : dubbelklikken
doubt : (be)twijfelen
doubt : betwijfelen
doubt : dubben
doubt : in dubio staan
doubt : twijfel
doubt : twijfelen
doubt : twijfeling
doubtful : bedenkelijk
doubtful : discutabel
doubtful : dubieus
doubtful : te betwijfelen
doubtful : twijfelachtig
dough : beslag
dough : deeg
dough : pasta
dove : duif
dove : duifje
dove : tamme duif
dovecot : duivenkot
dovecot : duiventil
dovecote : duivenkot
dovecote : duiventil
down : ad fundus drinken
down : af
down : alt=naar beneden
down : depressief
down : depri
down : dons
down : down
down : droppen
down : laag
down : laten vallen
down : naar beneden
down : neerwaarts
down : nesthaar
down : omlaag
down : potten
down : uit
down : waas
down : zuipen
down payment : aanbetaling
down syndrome : downsyndroom
down the slope : bergafwaarts
downhill : bergafwaarts
download : download
download : downloaden
download : sponzen
downstairs : beneden
downstairs : daarbeneden
downstairs : onder
downstairs : onderaan de trap
dowry : bruidsschat
dowry : huwelijksgift
doze : druilen
doze : dutten
doze : sluimeren
dozen : dozijn
dozen : dozijnen
dozen : tientallen
dozen : twaalftal
draft : cambio
draft : concept
draft : klad
draft : traite
draft : wissel
drag : boegseren
drag : slepen
drag : trekken
drag : voorttrekken
dragon : draak
dragon : vlieger
dragonfly : juffertje
dragonfly : libel
dragonfly : libelle
dragonfly : waterjuffer
drain : afdruipen
drain : aftappen
drain : afwateren
drain : draineren
drain : droogleggen
drain : neerdruipen
drain-cock : aftapkraan
drain-pipe : afvoerbuis
drainage basin : stroomgebied
drainer : afdruiprek
drainer : druiprek
draining : afwatering
draining : drainering
draining board : afdruiprek
draining board : druiprek
drake : gent
drake : mannetjeseend
drake : woerd
dram : aperitief
dram : borrel
drama : drama
drama : theateropvoering
drama : toneelstuk
drank : dronk
drank : dronken
drape : draperen
drastic : drastisch
drastic : sterk werkend
draught : slok
draught : tocht
draw : aanlokken
draw : aantrekken
draw : aftekenen
draw : bekoren
draw : een streep trekken
draw : gelijkheid
draw : gelijkspel
draw : hozen
draw : naar zich toe halen
draw : omlijnen
draw : omtrekken
draw : ontlenen
draw : pariteit
draw : putten
draw : scheppen
draw : tekenen
draw : toelachen
draw : trekken
draw : trekking
draw : uittekenen
draw : verlekkeren
draw attention : attenderen
draw attention : attent maken
draw attention : een wenk geven
draw attention : opmerkzaam maken op
draw back : intrekken
draw back : terugtrekken
draw lots : loten
draw out : ontlokken
draw out : slaken
draw out : uitbrengen
draw out : uitdrijven
draw out : uiten
draw out : uithalen
draw tighter : aantrekken
draw tighter : strakker aantrekken
draw up to the table : aanschikken
draw up to the table : aanschuiven
drawback : nadeel
drawbridge : ophaalbrug
drawer : la
drawer : lade
drawer : schuif
drawer : schuiflade
drawer : tekenaar
drawer : tekenares
drawers : laden
drawers : onderbroek
drawing : dessin
drawing : schets
drawing : tekening
drawing : werkje
drawing-paper : tekenpapier
dreadful : afschuwelijk
dreadful : ijselijk
dreadful : schrikaanjagend
dreadful : verschrikkelijk
dreadful : vervaarlijk
dreadful : vreselijk
dream : dagdroom
dream : dromen
dream : droom
dream : mijmeren
dream : wensdroom
dreamer : dromer
dreamer : mijmeraar
dreamland : dromenland
dreary : afzichtelijk
dreary : akelig
dreary : bedroefd
dreary : betrokken
dreary : bewolkt
dreary : donker
dreary : doods
dreary : droefgeestig
dreary : eenzaam
dreary : foeilelijk
dreary : melancholiek
dreary : mistroostig
dreary : naar
dreary : naargeestig
dreary : onaangenaam
dreary : onbebouwd
dreary : onbeschaafd
dreary : onontgonnen
dreary : somber
dreary : treurig
dreary : triest
dreary : triestig
dreary : troosteloos
dreary : uitgestorven
dreary : verdrietelijk
dreary : verlaten
dreary : vervelend
dreary : weemoedig
dreary : wild
dreary : woest
dreary : zwaarmoedig
dress : aankleden
dress : bekleden
dress : een verband omleggen
dress : gewaad
dress : japon
dress : jurk
dress : kleden
dress : omkleden
dress : staan
dress : toga
dress : verzorgen van een wond
dress : zich aankleden
dress : zich kleden
dress-coat : rok
dresser : aanrecht
dresser : commode
dresser : ladenkast
dressing : bemesting
dressing-gown : kamerjapon
dressing-gown : kamerjas
dressing-gown : ochtendjapon
drew : tekende
drew : tekenden
dribble : dribbelen
dribble : dribbelen met
dribble : druppel
dribble : druppelen
dribble : kwijlen
dribble : zeveren
drift : afdrijven
drift : drijven
drift : op drift zijn
drill : boren
drink : brouwsel
drink : drank
drink : drankje
drink : drinken
drink : gebruiken
drink : pimpelen
drink : zuipen
drink to excess : drinken
drink to excess : pimpelen
drink to excess : zuipen
drinkable : drinkbaar
drinking straw : rietje
drinking-horn : drinkhoorn
drinking-water : drinkwater
drip : drop
drip : droppel
drip : droppelen
drip : druipen
drip : druppel
drip : druppelen
drip : lik
drip down : afdruipen
drip down : neerdruipen
drive : aandrijven
drive : aandrijving
drive : chaufferen
drive : drijven
drive : opjagen
drive : oprijlaan
drive : oprit
drive : rijden
drive : vervoeren
drive : voortdrijven
drive away : afrijden
drive away : uitdrijven
drive away : uitlopen
drive away : uitvaren
drive away : verdrijven
drive away : verjagen
drive away : vertrekken
drive away : wegdrijven
drive away : wegjagen
drive away : wegrijden
drive off : afrijden
drive off : uitlopen
drive off : uitvaren
drive off : vertrekken
drive off : wegrijden
drive on : aandrijven
drive on : drijven
drive on : opjagen
drive on : voortdrijven
drive out : naar buiten jagen
drive out : ontlokken
drive out : slaken
drive out : uitbrengen
drive out : uitdrijven
drive out : uiten
drive out : uithalen
drive out : uitjagen
drive out : uitwijzen
drive out : verbannen
drive over : berijden
drive shaft : aandrijfas
drive through : doordrijven
drivel : bazelen
drivel : kolderen
drivel : raaskallen
driver : bestuurder
driver : chauffeur
driver : conducteur
driver : roerganger
driver : stuurman
driver : stuurprogramma
driver : voerman
driver : wagenbestuurder
driver's license : rijbewijs
driving axle : aandrijfas
driving licence : rijbewijs
driving mirror : achteruitkijkspiegel
driving-licence : rijbewijs
driving-school : autorijschool
driving-school : rijschool
drizzle : miezeren
drizzle : motregen
drizzle : motregenen
drizzle : motteren
drizzle : stofregen
drizzling rain : motregen
drizzling rain : stofregen
dromedary : dromedaris
drone : bourdon
drone : brommen
drone : dar
drone : dreunen
drone : drone
drone : eentonig spreken
drone : gebrom
droop : hangen
drop : achterwege laten
drop : afnemen
drop : afvallen
drop : bolletje
drop : dalen
drop : drop
drop : droppel
drop : druppel
drop : kappen
drop : laten vallen
drop : liggen
drop : lik
drop : neervallen
drop : neervellen
drop : slinken
drop : snoepje
drop : storten
drop : tanen
drop : uitstoten
drop : val
drop : vallen
drop : vellen
drop : verflauwen
drop : verminderen
drop : verschieten
drop : verwijderen
drop : waterdruppel
drop : weglaten
drop : wippen
drop in : aanwippen
drop of water : druppel
drop of water : waterdruppel
drop out : afvallen
drop out : niet meer meedoen
droplet : druppel
droplet : druppeltje
dropsy : waterzucht
drought : droogte
drown : doen verdwijnen
drown : onderdompelen
drown : verdrinken
drown : vergaan
drown : verloren gaan
drown : verzuipen
drowsy : druilerig
drowsy : lodderig
drowsy : maf
drowsy : slaperig
drug : artsenij
drug : bedwelmen
drug : dope
drug : drogerij
drug : drug
drug : geneesmiddel
drug : kruid
drug : medicijn
drug : narcoticum
drug : narcotiseren
drug : verdoven
drug : verdovend middel
drug : wegmaken
drug addict : drugsverslaafde
drug addict : drugverslaafde
drug trafficking : drugshandel
drugstore : apotheek
drum : bus
drum : rol
drum : trom
drum : trommel
drummer : tamboer
drummer : trommelaar
drummer : trommelslager
drunk : beschonken
drunk : dol
drunk : dronkaard
drunk : dronken
drunk : zat
drunk : zatlap
drunkenness : beschonkenheid
drunkenness : dronkenschap
drunkenness : roes
drunkenness : zatheid
drunkenness : zwijmel
drunkenness : zwijmelgeest
drunkenness : zwijmeling
dry : afdrogen
dry : dor
dry : droge
dry : drogen
dry : droog
dry : droog worden
dry : droogmaken
dry : droogvallen
dry : opdrogen
dry : uitdrogen
dry : verdrogen
dry cleaner's : stomerij
dry in the sun : in de zon laten drogen
dry-nurse : baker
dryer : droger
dryness : dorheid
dryness : droogheid
dryness : droogte
dual : dubbel
dual : dubbel-
dual : duplex
dual : tweeledig
dual : tweevoudig
dubious : onzeker
dubious : twijfelachtig
duchess : hertogin
duchy : hertogdom
duck : eend
duck : eende-
duck : eendebout
duck : eenden-
duck egg : eendeëi
duck meat : eend
duck meat : eendebout
duck's : eende-
duck's : eenden-
duck- : eende-
duck- : eenden-
duct : buis
duct : leiding
dude : dandy
dude : fat
dude : kerel
dude : kwast
dude : modepop
dude : saletjonker
due to : te wijten aan
duel : duel
duel : duelleren
duel : tweegevecht
duenna : chaperonne
dues : bijdrage
dues : contributie
dug) : graven
duke : hertog
dulcimer : hakkebord
dull : afstompen
dull : bot
dull : dof
dull : dom
dull : flauw
dull : gesmoord
dull : lusteloos
dull : mat
dull : onnozel
dull : saai
dull : simpel
dull : stomp
dull : stompzinnig
dull : toonloos
dull : verdierlijken
dumb : sprakeloos
dumb : stom
dumb blonde : dom blondje
dumb law : stomme wet
dumb terminal : stomme terminal
dumbfounded : ontzettend
dumbfounded : schrikbarend
dumbfounded : schrikkelijk
dumbfounded : verbluffend
dummy : fopspeen
dummy : speen
dump : storten
dump : stortplaats
dump : strooien
dun : aanmanen
dun : manen
dun for payment : aanmanen
dun for payment : manen
dune : duin
dung : drek
dung : drol
dung : keutel
dung : mest
dung : ontlasting
dung : schijt
dung : stront
dung : uitwerpselen
dung : vijg
dungarees : tuinbroek
dunning-letter : maanbrief
duo : duo
duo : koppel
duo : paar
duodenum : duodenum
duodenum : twaalfvingerige darm
duplicate : multipliceren
duplicate : verveelvoudigen
durable : duurzaam
during : gedurende
during : onder
during : staande
during : terwijl
during : tijdens
during : voor
during the day : overdag
during the night : 's nachts
during the night : bij nacht
dusk : halfdonker
dusk : schemer
dusk : schemerdonker
dusk : schemering
dust : afstoffen
dust : stof
dust : stof afnemen
dust : stoffen
dust rag : afdroogdoek
dust rag : droogdoek
dust rag : stofdoek
dust-sheet : hoes
dustbin : vuilnisbak
duststorm : stofstorm
dusty : stoffig
dutch : nederlands
dutch cap : pessarium
dutchman : nederlander
dutchwoman : nederlandse
duty : plicht
duty : verplichting
duty-free : belastingvrij
duty-free : onbelastbaar
duvet : dekbed
dwarf : dwerg
dwarf : dwergachtig
dwarf : mannetje
dwarf : minuscuul
dwarf planet : dwergplaneet
dwell : gevestigd zijn
dwell : huizen
dwell : resideren
dwell : rondhangen
dwell : verblijven
dwell : wonen
dwell on : stilstaan bij
dwell on : uitweiden
dwelling : kwartier
dwelling : logies
dwelling : onderkomen
dwelling : woning
dwelling : woonst
dwelling-place : domicilie
dwelling-place : woonplaats
dwelling-place-residence : woonplaats
dye : kleur
dye : tinctuur
dye : tint
dye : verf
dye : verven
dye : verven (haar/kleding)
dyke : pot
dynamic : dynamiek
dynamic : dynamisch
dynamic : dynamische
dynamic : veranderlijk
dynamic : veranderlijke
dynamic memory : dynamisch geheugen
dynamics : dynamica
dynamite : dynamiet
dysfunctional : dysfunctioneel
dysfunctional : dysfunctionele
dyslexia : dyslexie
dyspepsia : dyspepsie
dyspepsia : indigestie
dyspepsia : slechte spijsvertering
dyspnea : ademnood
dyspnea : kortademigheid
dyspnoea : ademnood
dyspnoea : kortademigheid
dysprosium : dysprosium
décor : decor
décor : decoratie
décor : onderscheiding
décor : ridderorde
décor : versiering
détante : ontspanning
e-commerce : handel via internet
e.g. : bijv.
e.g. : bv.
e.g. : bvb.
each : bij
each : elk
each : ieder
each : telkens
each : à
each other : elkaar
each other : elkander
each other : mekaar
each time : telkens
eager : begerig
eager : belust
eager : gretig
eager : happig
eager : verlekkerd
eagerness : begeerte
eagerness : begerigheid
eagerness : graagte
eagle : adelaar
eagle : arend
eagle owl : oehoe
eaglet : adelaarsjong
eaglet : arendsjong
ear : aar
ear : kolf
ear : oor
ear : ploegen
ear lobe : oorlel
ear shell : haliotis
ear-drop : hanger
ear-drop : oorbel
ear-drop : oorhanger
eardrum : trommelvlies
earl : graaf
earlobe : oorlel
early : pril
early : tijdig
early : vroeg
early : vroegtijdig
early bird : vroege vogel
early grave : dood bij de jeugd
early grave : dood op een jonge leeftijd
early in the morning : 's morgens vroeg
early in the morning : in de vroegte
earmark : bestemmen
earmark : uittrekken
earn : behalen
earn : verdienen
earn : winnen
earn a living : de kost verdienen
earn back : herwinnen
earn back : inhalen
earnest : bona fide
earnest : ernstig
earnest : serieus
earnest : stemmig
earnings : verdiensten
earphone : hoorn
earphone : telefoonhoorn
earring : hanger
earring : oorbel
earring : oorhanger
earring : oorring
earth : aanaarden
earth : aardbodem
earth : aarde
earth : aarden
earth : aardrijk
earth : begraven
earth : bodem
earth : grond
earth : land
earth : met de aarde verbinden
earth connection : aarding
earth connection : aardleiding
earth satellite : aardsatelliet
earth satellite : kunstmaan
earth up : aanaarden
earth wire : aarding
earth wire : aardleiding
earth's axis : aardas
earth's crust : aardkorst
earthen : aarden
earthen : aards
earthen : klei-
earthen : van klei
earthenware : aardewerk
earthenware : faience
earthenware : plateel
earthing : aarding
earthing : aardleiding
earthling : aardbewoner
earthly : aarden
earthly : aards
earthquake : aardbeving
earthquake : aardschok
earthquake shock : aardschok
earthworm : aardworm
earthworm : pier
earthworm : regenworm
earthworm : worm
earwax : cerumen
earwax : oorsmeer
earwig : oorworm
easel : bank
easel : bok
easel : ezel
easel : rek
easel : schraag
easel : stander
easel : stellage
easel : werkbank
easily : allicht
easily : gemakkelijk
easily : met gemak
east : naar het oosten
east : oostblok
east : oostelijk
east : oosten
east : oosters
east : oostwaarts
east : oriënt
east flanders : oost-vlaanderen
east of : beoosten
east of : ten oosten van
easter : pasen
easter egg : paasei
easter sunday : paaszondag
eastern : oostelijk
eastern : oosters
eastward : naar het oosten
eastward : oostwaarts
eastward of : beoosten
eastward of : ten oosten van
eastwards : naar het oosten
eastwards : oostwaarts
easy : gemakkelijk
easy : licht
easy : makkelijk
easy : vlot
eat : beffen
eat : eten
eat cunt : beffen
eat up : opeten
eat up : verorberen
eater : eter
eavesdrop : afluisteren
eavesdrop : luistervink spelen
eavesdropper : luistervink
ebb : eb
ebb : eb-
ebb : ebbe
ebb : ebben
ebb : terugvloeien
ebb : wegebben
ebony : ebben
ebony : ebbenhout
ecclesiastic : geestelijk
ecclesiastic : kerkelijk
echo : echo
echo : echoën
echo : galm
echo : galmen
echo : nabauwen
echo : nagalm
echo : naklank
echo : naklinken
echo : resonantie
echo : resoneren
echo : weergalm
echo : weergalmen
echo : weerklank
echo : weerklinken
eclectic : eclecticus
eclectic : eclectisch
eclectic : eclectische
eclipse : verduistering
eco- : eco-
ecology : ecologie
economic : economisch
economical : economisch
economical : spaarzaam
economical : zuinig
economics : economie
economise : bezuinigen
economist : econoom
economy : besparing
economy : bezuiniging
economy : economie
economy : spaarzaamheid
economy : uitsparing
economy : uitwinning
economy : volkshuishoudkunde
economy : zuinigheid
ecosystem : ecosysteem
ecstasy : extase
ecstasy : geestvervoering
ecstasy : vervoering
ecstasy : zielsvervoering
ecstatic : extatisch
ecstatic : zwijmeldronken
eczema : eczeem
edelweiss : edelweiss
edge : band
edge : boord
edge : kant
edge : rand
edge : zoom
edging : band
edging : boord
edging : kant
edging : rand
edging : zoom
edible : eetbaar
edify : stichten
edit : aanpassing
edit : bewerken
edit : bewerking
edit : opmaken
edit : opstellen
edit : redigeren
edit : stellen
edit : stileren
edit : wijzigen
edit : wijziging
edition : druk
edition : editie
edition : uitgaaf
edition : uitgave
editor : editor
editor : redacteur
editorial office : redactie
educate : dresseren
educate : grootbrengen
educate : kweken
educate : opleiden
educate : opvoeden
educated : geleerd
educated : knap
educated : ontwikkeld
education : onderrichting
education : onderwijs
education : opleiding
education : opleiding/onderwijs
education : opvoeding
education : vorming
eel : aal
eel : paling
eel-fishing : palingvangst
eel-like : aalachtig
eel-pie : aalpastei
eel-pot : aalfuik
eel-pot : palingfuik
eel-shaped : aalvormig
eel-trap : aalfuik
eel-trap : palingfuik
eelmonger : palingventer
eelpot : aalkorf
eelskin : aalsvel
eelspear : aalgeer
eelspear : aalschaar
eelspear : aalspeer
eelspear : aalvork
eelworm : azijnaaltje
eerie : eng
eerie : griezelig
eerie : ijzingwekkend
effect : bevinding
effect : effect
effect : indruk
effect : resultaat
effect : uitslag
effect : uitwerking
effect : werking
effective : afdoend
effective : doeltreffend
effective : effectief
effective : werkdadig
effective : werkzaam
effectual : afdoend
effectual : doeltreffend
effectual : effectief
effectual : werkdadig
effectual : werkzaam
effervescent : bruisend
effervescent : bruisende
effervescent : mousserend
effervescent : schuimachtig
effervescent : schuimend
effervescent : schuimig
efficacious : afdoend
efficacious : doeltreffend
efficacious : effectief
efficacious : werkdadig
efficacious : werkzaam
efficacy : doeltreffendheid
efficiency : efficiëntie
efficient : efficiënt
effigy : beeldenaar
effluent : afvalwater
effort : inspanning
effort : moeite
effort : poging
efforts : bemoeienis
efforts : geploeter
efforts : gesjouw
efforts : streven
egg : eendenei
egg : ei
egg : kippenei
egg : slangenei
egg nog : advocaat
egg yolk : eidooier
egg yolk : eigeel
eggfruit : aubergine
eggnog : advokaat
eggplant : aubergine
eggshell : eierschaal
egocentrism : egocentrisme
egret : reiger
egyptian pyramid : egyptische piramiden
egyptology : egyptologie
eider : eidereend
eigenvalue : eigenwaarde
eigenvector : eigenvector
eight : acht
eight hundred : achthonderd
eighteen : achttien
eighteenth : achttiende
eightfold : achtvoudig
eighth : achtste
eighth part : achtste
eightieth : tachtigst
eightieth : tachtigste
eighty : tachtig
eighty-eight : achtentachtig
eighty-first : eenentachtigst
eighty-first : eenentachtigste
eighty-nine : negenentachtig
eighty-one : eenentachtig
eighty-seven : zevenentachtig
eighty-six : zesentachtig
eighty-two : tweeëntachtig
einsteinium : einsteinium
either ... or : of ... of
eland : elandantilope
elas : ze
elas : zij
elastic : elastisch
elastic : rekbaar
elastic : soepel
elastic : veerkrachtig
elasticity : elasticiteit
elative case : elatief
elbow : elleboog
elbow-room : armslag
elbow-room : bewegingsvrijheid
elbow-room : carte blanche
elder : ouder
elder : vlier
elder : vlierstruik
elder brother : oudere broer
elder brother : oudere zus
elder brother : oudere zuster
elder sibling : oudere broer
elder sibling : oudere zus
elder sibling : oudere zuster
elder sister : oudere broer
elder sister : oudere zus
elder sister : oudere zuster
elderly : bedaagd
elderly : bejaard
elderly : hoogbejaard
elect : kiezen
elect : uitkiezen
elect : uitlezen
elect : uitpikken
elect : uitzoeken
elect : verkiezen
elected : gekozen
elected : select
elected : uitgelezen
elected : uitgezocht
elected : uitverkoren
election : keur
election : keus
election : keuze
election : optie
election : verkiezing
electorate : electoraat
electorate : kiesgerechtigden
electric : elektrisch
electric fan : ventilator
electric fan : wan
electric plug : plug
electric plug : prop
electric plug : stekker
electric plug : stop
electric plug : stopmiddel
electric plug : tap
electric socket : mof
electric socket : stopcontact
electric torch : zaklantaarn
electricity : elektriciteit
electromagnet : elektromagneet
electromagnetism : elektromagnetisme
electron : electron
electron : elektron
electronic : elektronisch
electronics : elektronica
elegance : elegantie
elegant : bevallig
elegant : elegant
elegant : elegante
elegant : net
elegant : piekfijn
elegant : zwierig
elegy : elegie
elegy : klaaglied
elegy : klaagzang
elegy : treurdicht
element : basis
element : beginsel
element : bestanddeel
element : component
element : deel
element : deeltje
element : element
element : fractie
element : fundament
element : gegeven
element : grondslag
element : ingrediënt
element : item
element : jaartelling
element : partikel
element : punt
elemental : elementair
elementary : elementair
elementary education : basisonderwijs
elements : ABC
elements : basisbeginselen
elements : eerste beginselen
elephant : olifant
elephant : olifants-
elephant's : olifants-
elephant- : olifants-
elephantine : olifants-
elevator : lift
eleven : elf
eleven hundred : duizend honderd
eleven hundred : elf honderd
eleventh : elfde
elf : elf
elf : luchtgeest
elide : afkappen
elide : elideren
eliminate : afvoeren
eliminate : elimineren
eliminate : uitschakelen
eliminate : verwijderen
eliminate : wegwerken
elision : afkapping
elite : elitair
elite : elitaire
elite : elite
elite : top-
elk : eland
elk : europese eland
elk : wapiti
ellipse : ellips
elm : iep
elm : olm
eloquence : welbespraaktheid
eloquence : welsprekendheid
eloquent : welsprekend
else : ander
else : anders
else : in het andere geval
else : langer
else : meer
else : zoniet
elsewhere : elders
elsewhere : ergens anders
elsewhere : naar elders
elver : aal
emaciate : uitmergelen
emaciate : vermageren
embalm : balsemen
embalm : met balsem bestrijken
embank : bedijken
embankment : dijk
embankment : waterkering
embark : aan boord gaan
embark : scheep gaan
embarrass : in verlegenheid brengen
embarrass : ongelegen komen
embarrass : ontrieven
embarrassing : pijnlijk
embarrassment : benardheid
embarrassment : hinder
embarrassment : knelpunt
embarrassment : penarie
embarrassment : verlegenheid
embassy : ambassade
embassy : gezantschap
embedded : ingebed
embellish : flatteren
embellish : opwerken
embellish : verfraaien
embellish : vermooien
ember : sintel
emblem : embleem
emblem : kleur
emblem : zinnebeeld
embodiment : belichaming
embody : belichamen
embrace : omarmen
embrace : omhelzen
embrace : omklemmen
embrace : omknellen
embrace : omspannen
embrace : omvademen
embrace : omvatten
embroider : borduren
embryo : embryo
emerald : smaragd
emerald : smaragdgroen
emerald : smaragdgroene
emerge : blijken
emerge : bovenkomen
emerge : opdagen
emerge : opdraven
emerge : opduiken
emerge : te voorschijn komen
emerge : uitkomen
emerge : verschijnen
emergency : crisis
emergency : noodgeval
emergency exit : nooduitgang
emigrate : emigreren
emigrate : uittrekken
emigrate : uitwijken
emissary : afgezant
emissary : bode
emissary : gezant
emit : uitstralen
emmet : mier
emotion : aandoening
emotion : bewogenheid
emotion : emotie
emotion : gewaarwording
emotion : roersel
empathy : empathie
empathy : inlevingsvermogen
emperor : keizer
emphasis : klem
emphasis : klemtoon
emphasis : nadruk
emphasise : benadrukken
emphasize : benadrukken
emphasize : met nadruk zeggen
emphasize : nadruk leggen op
emphasize : onderstrepen
emphatic : dringend
emphatic : nadrukkelijk
emphatically : nadrukkelijk
empire : (keizer)rijk
empire : imperium
empire : keizerrijk
empire : rijk
employ : aannemen
employ : aanwenden
employ : aanwerven
employ : benutten
employ : gebruiken
employ : huren
employ : in dienst hebben
employ : in dienst nemen
employ : tewerkstellen
employee : bediende
employee : employé
employee : personeelslid
employee : werknemer
employer : werkgever
employment : aanwending
employment : toepassing
employment : werk
employment : werkgelegenheid
employment agency : uitzendbureau
employment exchange : arbeidsbeurs
employment exchange : arbeidsbureau
empress : keizerin
emptiness : leegheid
emptiness : leegte
empty : hol
empty : ledig
empty : ledigen
empty : leeg
empty : leegmaken
empty : legen
empty : lens
empty : lenzen
empty : lichten
empty : loos
empty : ruimen
empty : uithalen
empty set : lege verzameling
emu : emoe
enable : in staat stellen
enamel : brandverf
enamel : email
enamel : emailleren
enamel : glazuur
enamel : tandglazuur
encephalopathy : encefalopathie
enchanter : duivelskunstenaar
enchanter : tovenaar
enchanting : betoverend
enchantment : toverij
encipher : versleutelen
enclose : bijsluiten
enclose : insluiten
enclose : omsluiten
enclosure : kraal
enclosure : omheind terrein
encode : codificeren
encompass : bevatten
encompass : omvatten
encore : bis
encore : nog eens
encounter : aantreffen
encounter : ontmoeten
encounter : ontmoeting
encounter : tegemoet treden
encounter : tegenkomen
encounter : treffen
encourage : aanmoedigen
encourage : aansporen
encourage : aanvuren
encourage : aanwakkeren
encourage : animeren
encourage : bemoedigen
encourage : opkikkeren
encourage : opmonteren
encourage : opwekken
encourage : stijven
encourage : verlevendigen
encourage : zwepen
encouragement : aanmoediging
encouragement : bemoediging
encouragement : stijving
encroachment : aantasting
encroachment : afslijting
encroachment : inbreuk
encroachment : overschrijding
encrypt : coderen
encrypt : encrypteren
encrypt : vercijferen
encrypt : versleutelen
encyclopaedia : encyclopedie
encyclopedia : encyclopedie
end : afloop
end : aflopen
end : afmaken
end : afsluiten
end : besluit
end : besluiten
end : beëindigen
end : eind
end : einde
end : eindigen
end : ophouden
end : slot
end : uiteinde
end : uiterste deel
end : uitgaan
end : uitlopen
end : uitmaken
end : uitraken
end : verlopen
end : voleindigen
end : voleinding
end up : aanbelanden
end up : aankomen
end up : aanlanden
end up : aflopen
end up : arriveren
end up : eindigen
end up : ophouden
end up : terechtkomen
end up : uitgaan
end up : uitlopen
end up : uitraken
end up : verlopen
end-of-the-line : eindstation
endanger : in gevaar brengen
endanger : in gevaar stellen
endangered : bedreigd
endangered species : bedreigde diersoort
endeavour : moeite doen
endeavour : pogen
endeavour : streven
endeavour : trachten
endeavour : zich beijveren
endeavour : zich inspannen
endeavour : zoeken
endemic : endemisch
ending : afloop
ending : aflopend
ending : besluit
ending : beëindiging
ending : eind
ending : einde
ending : eindigend
ending : slot
ending : uiteinde
ending : uitgang
ending : voleinding
endive : andijvie
endless : eindeloos
endlessly : tot in het oneindige
endorse : aanbevelen
endorse : bevestigen
endorse : endosseren
endorse : gireren
endorse : wenden
endorsee : geëndosseerde
endorsement : endossement
endorsement : giro
endorser : endossant
endorser : overdrager
endosymbiotic theory : endosymbiontenhypothese
endow : begiftigen
endow : meegeven
endowed with : bedeeld met
endurable : draaglijk
endurance : uithoudingsvermogen
endure : aanhouden
endure : aanzien
endure : beklijven
endure : doorstaan
endure : dragen
endure : dulden
endure : duren
endure : harden
endure : lijden
endure : naar buiten brengen
endure : ondergaan
endure : standhouden
endure : toelaten
endure : tolereren
endure : uithouden
endure : uitstaan
endure : velen
endure : verdragen
endure : voortduren
enemy : belager
enemy : vijand
energetic : energiek
energetic : ferm
energetic : flink
energetic : krachtig
energetic : voortvarend
energy : arbeidsvermogen
energy : energie
energy : fut
energy : spirit
energy : veerkracht
energy : wilskracht
enforce : uitvoeren
engage : in dienst nemen
engage in a controversy : polemiseren
engaged : bezet
engaged : bezig
engaged : geëngageerd
engaged : in gesprek
engaged : verloofd
engagement : engagement
engagement : verloving
engender : aanporren
engender : voortbrengen
engine : aandrijving
engine : locomotief
engine : machine
engine : motor
engine driver : machinist
engine trouble : motorpanne
engine trouble : motorpech
engine trouble : motorstoring
engineer : ingenieur
engineer : machinist
engineer : probleemoplosser
england : engeland
english : engels
englishman : engelsman
englishwoman : engelse
engrave : graveren
engrave : griffen
engraving : graveerwerk
engraving : gravure
engraving : prent
engulf : binnenkrijgen
engulf : innemen
engulf : inslikken
enhance : vermeerderen
enhanced remake : verbeterde herwerking
enigma : puzzel
enigma : raadsel
enigmatic character : raadselachtigheid
enjoy : blij zijn
enjoy : genieten
enjoy : genieten van
enjoy : zich verblijden
enjoy : zich verheugen
enjoy : zich verheugen in
enjoy : zich verlustigen in
enjoy oneself : genieten
enjoy oneself : zich amuseren
enjoy oneself : zich vermaken
enjoy oneself : zich vermeien
enjoyable : aangenaam
enjoyable : behaaglijk
enjoyable : genoeglijk
enjoyable : heerlijk
enjoyable : plezierig
enlarge : uitbouwen
enlarge : uitbreiden
enlarge : vergroten
enlargement : uitbouwing
enlargement : vergroting
enlighten : illumineren
enlighten : verlichten
enlightenment : verlichting
enlist : dienst nemen
enlist : in dienst gaan
enmity : animositeit
enmity : vijandigheid
enmity : vijandschap
ennumeration : opsomming
enormous : enorm
enormous : geweldig
enormous : gigantisch
enormously : bijzonder
enormously : danig
enormously : duchtig
enormously : enorm
enormously : geducht
enormously : schromelijk
enormously : uiterst
enough : basta
enough : genoeg
enough : genoeg!
enough : nogal
enough : tamelijk
enough : voldoende
enough : vrij
enourmous : enorm
enquire : informeren
enquiry : verzoek om informatie
ensign : vaandel
ensign : vaandrig
ensure : ervoor zorgen
entail : met zich meebrengen
entangle : betrekken
entangle : verstrikken
entangle : verwarren
entangle : verwikkelen
entangled hair : verward haar
enter : bijboeken
enter : binnengaan
enter : binnenkomen
enter : binnenlopen
enter : boeken
enter : indoen
enter : ingaan
enter : inkomen
enter : inschrijven
enter : insteken
enter : registreren
enter : steken
enterprise : bedrijf
enterprise : onderneming
enterprising : ondernemend
entertain : afleiden
entertain : gastvrijheid verlenen aan
entertain : onthalen
entertain : recipiëren
entertain : trakteren
entertain : vergasten
entertain : vermaken
entertain : verstrooien
entertain : vrijhouden
entertaining : aardig
entertaining : amusant
entertaining : leuk
entertaining : vermakelijk
entertainment : aardigheid
entertainment : amusement
entertainment : amusement (fun)
entertainment : pretje
entertainment : vermaak
entertainment : vermakelijkheid
enthusiasm : enthousiasme
enthusiasm : geestdrift
enthusiasm : uitbundigheid
enthusiastic : enthousiast
enthusiastic : geestdriftig
enthusiastic : uitbundig
entice : bekoren
entice : in verzoeking brengen
entice : verleiden
entice : verlokken
entice : verzoeken
entice : weglokken
enticing : aanlokkelijk
enticing : lekker
entire : compleet
entire : gans
entire : geheel
entire : gehele
entire : heel
entire : vol
entire : volkomen
entire : volslagen
entirely : compleet
entirely : finaal
entirely : geheel
entirely : heel
entirely : helemaal
entirely : totaal
entirely : totaliter
entirely : volkomen
entirely : volledig
entirety : geheel
entomb : begraven
entomb : ter aarde bestellen
entrance : entree
entrance : ingang
entrance : toegang
entreaty : bede
entreaty : smeekbede
entrepreneur : ondernemer
entrust : belasten met
entrust : opdracht geven
entrust : opdragen
entrust : toevertrouwen
entrust : vertrouwen
entrust : vertrouwen hebben in
entry : aanmelding
entry : artikel
entry : deelnemer
entry : element
entry : entree
entry : ingang
entry : inschrijving
entry : invoer
entry : notitie
entry : post
entry : toegang
entry : trefwoord
entrée : hors d'oeuvre
entrée : voorgerecht
enuresis : bedplassen
enuresis : bedwateren
envelop : hullen
envelop : inwikkelen
envelop : omhullen
envelop : omvatten
envelop : toestoppen
envelop : woelen
envelope : briefomslag
envelope : couvert
envelope : envelop
envelope : enveloppe
envelope : omslag
envious (of) : jaloers (op)
envious : afgunstig
envious : ijverzuchtig
envious : jaloers
envious : wangunstig
environment : medium
environment : milieu
environment : omgeving
environment : omstreken
environment : omtrek
environmental : milieu
environmental : milieu-
environmentalist : milieubeschermer
environs : omgeving
environs : omstreken
environs : omtrek
envisage : beschouwen
envoy : afgezant
envoy : bode
envoy : gezant
envy : afgunst
envy : afgunstig zijn
envy : benijden
envy : ijverzucht
envy : jaloers zijn op
envy : jaloezie
envy : misgunnen
envy : nijd
envy : wangunst
epaulet : epaulet
epaulet : schouderbedekking
epee : degen
epic : episch
epic poem : epos
epic poem : heldendicht
epidemic : epidemie
epidemic : epidemisch
epilepsy : epilepsie
epilepsy : toevallen
epilepsy : vallende ziekte
epilogue : epiloog
epilogue : nawoord
epiphyte : epifyt
episcopal : bisschoppelijk
episcopal : doorluchtig
episode : aflevering
episode : episode
epistle : brief
epistle : epistel
epistle : zendbrief
epitaph : grafschrift
epoch : tijdperk
epoch : tijdsgewricht
eponym : eponiem
epsilon : epsilon
equal : eender
equal : egaal
equal : evenaren
equal : gelijk
equal : gelijk zijn aan
equal : gelijke
equal : gelijkmatig
equal : identiek
equal : identieke
equal sign : is-gelijkteken
equality : gelijkheid
equality : pariteit
equally : even
equally : eveneens
equally : evenzeer
equally : gelijk
equally : gelijkelijk
equally : idem
equally : insgelijks
equally : van hetzelfde
equation : vergelijking
equator : equator
equator : evenaar
equator : evennachtslijn
equestrian : paarde-
equestrian : paarden-
equilibrium : balans
equilibrium : evenwicht
equilibrium : evenwichtstoestand
equinox : dag- en nachtevening
equinox : dag-en-nachtevening
equinox : equinox
equinox : nachtevening
equip : toerusten
equip : uitrusten
equip : uitvoeren
equipment : accommodatie
equipment : apparatuur
equipment : hardware
equipment : inrichting
equipment : toerusting
equipment : uitrusting
equipment : uitrustingsstuk
equivalent : equivalent
equivalent : gelijkwaardig
era : era
era : jaartelling
era : periode
era : tijdperk
era : tijdrekening
era : tijdsgewricht
eradicate : ontwortelen
erase : gommen
erase : met gom bestrijken
erase : wissen
eraser : gom
eraser : gummi
erbium : erbium
erect : baseren
erect : funderen
erect : grondvesten
erect : inrichten
erect : oprichten
erect : stichten
erect : vestigen
erecting : montage
erecting : zetting
erection : erectie
ergative case : ergatief
eric : erik
eric : rik
ermine : hermelijn
erotic : erotisch
erotic : zwoel
err : dwalen
err : een fout maken
err : ernaast zitten
err : zich vergissen
errand : bericht
errand : boodschap
errand : commissie
errand : opdracht
errand-boy : loopjongen
errant : dolend
erroneous : fout
erroneous : foutief
erroneous : onjuist
erroneous : verkeerd
error : abuis
error : dwaling
error : een fout maken
error : een vergissing maken
error : fout
error : vergissing
error : zich vergissen
erupt : uitbarsten
eryngo : kruisdistel
erysipelas : belroos
erysipelas : wondroos
escalate : escaleren
escalator : roltrap
escape : ontgaan
escape : ontkomen
escape : ontsnappen
escape : ontsnapping
eschatology : eschatologie
escort : accompagnement
escort : begeleiden
escort : begeleiding
escort : escort
escort : escorteren
escort : geleide
escort : gewapend begeleiden
escort : vrijgeleide
escudo : escudo
esoteric : esoterisch
especially : in het bijzonder
especially : inzonderheid
especially : vooral
especially : voornamelijk
espionage : spionage
essay : dissertatie
essay : essay
essay : opstel
essay : poging
essay : proefschrift
essay : stelling
essay : thesis
essay/composition : opstel
essence : essence
essence : essentie
essence : kern
essence : wezen
essence : wezenheid
essential : essentieel
essential : intrinsiek
essential : onontbeerlijk
essential : vitaal
essential : wezenlijk
essential oil : essentiële olie
establish : baseren
establish : bevinden
establish : constateren
establish : funderen
establish : grondvesten
establish : inrichten
establish : oprichten
establish : stichten
establish : vaststellen
establish : vestigen
establishment : etablissement
establishment : instelling
establishment : vestiging
estate : bezitting
estate : boerderij
estate : erfenis
estate : goed
estate : landgoed
estate : nalatenschap
estate agent : makelaar
estate-agent : makelaar
esteem : aanzien
esteem : achten
esteem : achting
esteem : achting hebben voor
esteem : achting toedragen
esteem : beschouwen
esteem : gezochtheid
esteem : hoogachten
esteem : nagaan
esteem : overwegen
esteem : prijzen
esteem : rekening houden met
esteem : tel
esteem : waarderen
estimate : begroten
estimate : begroting
estimate : schatten
estimate : schatting
estimate : taxeren
estimate : waarderen
estimates : begroting
estrange : vervreemden
estuary : zeearm
estudar : instuderen
estudar : studeren
et cetera : enz.
et cetera : enzovoort
et cetera : enzovoorts
et cetera : et cetera
eta : èta
etc. : enz.
etc. : etc.
etcetera : enzovoort
etcetera : etcetera
etching : ets
eternal : eeuwig
eternity : eeuwigheid
eternity : onvergankelijkheid
ether : ether
ethic : ethiek
ethic : zedenkunde
ethic : zedenleer
ethical : ethisch
ethical : zedenkundig
ethics : ethiek
ethics : zedenkunde
ethics : zedenleer
ethnic : allochtoon
ethnic group : geslacht
ethnic group : stam
ethnic group : volksstam
ethnic immigrant : allochtoon
ethnic minority : etnische minderheid
ethos : sfeer
ethos : stemming
etiquette : etiket
etiquette : etiquette
etiquette : label
etymological : etymologisch
etymology : etymologie
eu : europese unie
eucalyptus : eucalyptus
eukaryote : eukaryoten
eunuch : eunuch
euphemism : eufemisme
euphonious : schoonklinkend
euphonious : welluidend
euphonious : zoetvloeiend
euphonium : euphonium
euro : euro
europe : europa
european : europeaan
european : europees
european central bank : europese centrale bank
european union : europese unie
europium : europium
eustachian tube : buis van eustachius
evacuate : evacueren
evacuate : ontruimen
evacuation : evacuatie
evade : mijden
evade : ontwijken
evade : uit de weg gaan
evade : vermijden
evaluate : evalueren
evangelic : evangelisch
evangelize : evangeliseren
evangelize : uitdragen van de blijde boodschap
evaporate : doen verdampen
evaporate : indampen
evaporate : uitdampen
evaporate : verdampen
evaporate : vervliegen
evaporate : vervluchtigen
eve : vooravond
even : avondstond
even : een paar vormend
even : eender
even : eens
even : effen
even : effenen
even : egaal
even : egaliseren
even : even
even : evenen
even : gelijk
even : gelijke
even : gelijkmaken
even : gelijkmatig
even : gelijkmatige
even : geregeld
even : kiet
even : paar
even : platmaken
even : quitte
even : regelmatig
even : slechten
even : steevast
even : vlak
even : vlakke
even : vlakken
even : zelfs
even if : al
even if : ook al
even if : zelfs als
evening : avond
evening : avondje
evening classes : avondschool
evening dress : avondkleding
evening dress : rok
evening frock : avondjapon
evening gown : avondjapon
evening meal : avondeten
evening meal : avondmaal
evening paper : avondblad
evening paper : avondkrant
evening twilight : avondschemering
evening twilight : vallen van de nacht
evening-primrose : teunisbloem
evening-school : avondschool
event : belangrijke gebeurtenis
event : evenement
event : gebeurde
event : gebeuren
event : gebeurtenis
event : gelegenheid
event : geval
event : incident
event : nummer
event : voorgevallene
event : voorval
eventual : eventueel
eventual : gebeurlijk
eventual : uiteindelijk
eventuality : eventualiteit
eventually : not> eventueel
eventually : ten slotte
eventually : uiteindelijk
ever : altijd
ever : eenmaal
ever : eens
ever : immer
ever : ooit
ever : steeds
ever : wel eens
ever since : sedert
ever since : sinds
ever since : vanaf
everlasting : altijddurend
everlasting : eeuwig
everlasting : eindeloos
everlasting : oneindig
everlasting : voortdurend
every : elk
every : ieder
every kind of : allerhande
every kind of : allerlei
every kind of : van elke soort
every man for himself : ieder voor zich
every one : alleman
every one : een ieder
every one : iedereen
every other day : om de andere dag
every other day : om de dag
every time : telkens
everybody : alleman
everybody : allen
everybody : een ieder
everybody : iedereen
everyday : alledaags
everyday : grof
everyday : ordinair
everyday : plat
everyday : vulgair
everyone's : aller
everyone's : ieders
everything : allemaal
everything : alles
everywhere : allerwegen
everywhere : alom
everywhere : overal
everywhere : overal waar
everywhere : wijd en zijd
evidence : bewijs
evident : apert
evident : duidelijk
evident : evident
evident : kennelijk
evident : klaarblijkelijk
evident : uitgesproken
evil : boze
evil : kwaad
evil : kwade
evil : slechte
evoke : naar buiten roepen
evoke : ten gevolge hebben
evoke : uitlokken
evolution : evolutie
evolution : ontwikkeling
evolution : wordingsproces
evolve : evolueren
evolve : zich ontwikkelen
ewe : ooi
ex- : ex-
ex- : gewezen
ex- : oud-
ex- : voormalig
ex- : vroeger
exact : accuraat
exact : exact
exact : goed
exact : juist
exact : nauwkeurig
exact : opvorderen
exact : recht
exact : rekwireren
exact : vorderen
exaction : afpersing
exaction : knevelarij
exactitude : accuratesse
exactitude : nauwgezetheid
exactitude : nauwkeurigheid
exactitude : precisie
exactitude : stiptheid
exactitude : zorgvuldigheid
exactly : OK
exactly : accuraat
exactly : exact
exactly : juist
exactly : nauwgezet
exactly : net
exactly : okay
exactly : okee
exactly : oké
exactly : pal
exactly : precies
exactly : scherp
exactly : vlak
exactness : nauwkeurigheid
exactness : precisie
exactness : stiptheid
exactness : zorgvuldigheid
exaggerate : chargeren
exaggerate : overdrijven
examination : aanschouwing
examination : beschouwing
examination : examen
examination : keuring
examination : nauwkeurig onderzoek
examination : onderzoek
examine : examineren
examine : exploreren
examine : nagaan
examine : nakijken
examine : nauwkeurig onderzoeken
examine : onderzoeken
examine : uitvissen
examine : uitzoeken
examine : vorsen
example : toonbeeld
example : voorbeeld
exasperate : tot het uiterste drijven
excavate : delven
excavate : opduikelen
excavate : opgraven
excavate : rooien
excavate : uitgraven
excavate : winnen
excavation : opgraving
exceed : overschrijden
exceed : overtreffen
exceed : te boven gaan
exceed : uitblinken
exceed : uitmunten
exceed : voorbijstreven
exceedingly : bijzonder
exceedingly : buitengewoon
excellency : eerwaarde
excellency : hoogheid
excellency : majesteit
excellent : excellent
excellent : uitmuntend
excellent : uitstekend
excellent : voortreffelijk
except : behalve
except : bij uitzondering
except : buiten
except : ongerekend
except : op ... na
except : uitgezonderd
except : uitzonderen
except for : behalve
except for : behoudens
except for : buiten
except for : ongerekend
exception : uitzondering
exceptional : uitzonderlijk
excess : buitensporigheid
excess : exces
excess : overdaad
excess : uitspatting
excess : uitwas
excess baggage : extra bagage
excess baggage : overgewicht
excessive : buitensporig
excessive : excessief
excessive : extreem
excessive : verregaand
excessively : buitensporig
excessively : excessief
exchange : centrale
exchange : inwisseling
exchange : omruiling
exchange : ruil
exchange : ruilen
exchange : uitwisselen
exchange : uitwisseling
exchange : verruiling
exchange : wisselen
exchange : wisselen (geld)
exchange rate : beursnotering
exchange rate : koers
exchange rate : notering
exchange rate : prijsnotering
exchange rate : wisselkoers
excise : accijns
excise : verbruiksbelasting
excise-duty : accijns
excise-duty : verbruiksbelasting
excitation : opwinding
excite : aanstoken
excite : aanwakkeren
excite : irriteren
excite : op stang jagen
excite : ophitsen
excite : opwinden
excite : prikkelen
excite : sarren
excite : verhitten
excite : werken op
excite pity : vermurwen
excited : opgewonden
excitement : agitatie
excitement : beroering
excitement : gejaagdheid
excitement : gisting
excitement : onrust
excitement : opgewondenheid
excitement : opwinding
exciting : opwindend
exclaim : uitroepen
exclain : uitroepen
exclamation mark : uitroepteken
exclude : buitensluiten
exclude : uitsluiten
exclude : uitzonderen
exclusive : exclusief
exclusive : uitsluitend
exclusive right : exclusief recht
exclusively : alleen
exclusively : enkel
exclusively : exclusief
exclusively : maar
exclusively : pas
exclusively : slechts
exclusively : uitsluitend
excommunication : anathema
excommunication : ban
excommunication : banvloek
excommunication : excommunicatie
excrement : drek
excrement : drol
excrement : keutel
excrement : ontlasting
excrement : schijt
excrement : stront
excrement : uitwerpselen
excrement : vijg
excrete : afscheiden
excursion : excursie
excursion : tocht
excursion : toer
excursion : trip
excursion : uitstapje
excuse : excuseren
excuse : excuus
excuse : goedpraten
excuse : vergeven
excuse : verontschuldigen
excuse : verontschuldiging
excuse : verschonen
excuse me : excuseer
excuse me : excuseert u mij
excuse me : het spijt me
excuse me : pardon
excuse me : sorry
excuse me : wablief
excuse oneself : zich excuseren
execute : executeren
execute : ter dood brengen
execute : terechtstellen
execute : uitvoeren
execution : executie
execution : terechtstelling
execution : uitvoering
executioner : beul
executive : leidinggevende
executive : manager
exempt : ontslaan
exempt : vrijgestelde
exempt : vrijstellen
exemption : vrijstelling
exercise : drillen
exercise : lichaamsbeweging
exercise : oefenen
exercise : oefening
exercise-book : aflevering
exercise-book : katern
exercise-book : schrift
exert : beoefenen
exert : betrachten
exert : in de praktijk brengen
exert : uitoefenen
exertion : krachtsinspanning
exhale : ademen
exhale : getuigen van
exhale : uitademen
exhale : uitwasemen
exhaust : uitlaat
exhaust : uitlaatpijp
exhausted : afgemat
exhausted : bekaf
exhausted : doodmoe
exhausted : op
exhausted : uitgeput
exhausted : uitverkocht
exhaustive : grondig
exhaustive : uitputtend
exhibit : belichten
exhibit : bewijsstuk
exhibit : exposeren
exhibit : expositie
exhibit : tentoongesteld voorwerp
exhibit : tentoonstellen
exhibit : tentoonstelling
exhibit : tentoonstellingsstuk
exhibit : tonen
exhibit : uitstallen
exhibit : vertonen
exhibit : vertoning
exhibition : expositie
exhibition : tentoonstelling
exhibitioner : beursstudent
exhibitionism : exhibitionisme
exhortation : aanmaning
exhortation : aansporing
exhortation : vermaan
exhortation : vermaning
exhortation : waarschuwing
exile : balling
exile : ballingschap
exile : banneling
exile : uitbannen
exile : verbannen
exile : verbanning
exist : bestaan
exist : bestaan (ww)
existence : aanzijn
existence : bestaan
existence : bestaan (znw)
existence : voorkomen
existence : zijn
existent : bestaand
existent : bestaande
existential : existentiële
exit : afrit
exit : uitgaan
exit : uitgang
exit : uitkomen
exit : uitlopen
exit : uitstappen
exit : uitstijgen
exit : uittreden
exit : uitweg
exodus : exodus
exodus : uittocht
exoteric : exoterisch
exotic : exotisch
exotic : exotische
exotic : uitheems
expand : factoriseren
expand : ontbinden in factoren
expand : openzetten
expand : toenemen
expand : uitbreiden
expand : uitzetten
expand : zich uitbreiden
expansion : expansie
expansion : uitbreiding
expansion : uitzetting
expat : expat
expatriate : expat
expect : afhalen
expect : te wachten staan
expect : verbeiden
expect : verwachten
expect : wachten
expectation : afwachting
expectation : verwachting
expedite : afdoen
expedite : afhandelen
expedite : afwikkelen
expedition : expeditie
expel : uitdrijven
expel : verdrijven
expel : verjagen
expel : wegdrijven
expel : wegjagen
expel : wegsturen
expense : kosten
expense : onkosten
expenses : besteding
expenses : uitgaaf
expenses : uitgaven
expenses : vertering
expensive : duur
expensive : kostbaar
expensive : prijzig
experience : beleven
experience : belevenis
experience : doorleven
experience : doormaken
experience : ervaren
experience : ervaring
experience : lotgeval
experience : meemaken
experience : ondergaan
experience : ondervinding
experience : wedervaren
experience : wederwaardigheid
experienced : bedreven
experienced : deskundig
experienced : ervaren
experienced : geoefend
experienced : zaakkundig
experiment : experiment
experiment : experimenteren
experiment : proef
experiment : proefneming
experimental : empirisch
experimental : experimenteel
experimentally : experimenteel
expert : bedreven
expert : deskundig
expert : deskundige
expert : ervaren
expert : expert
expert : geoefend
expert : kenner
expert : specialist
expert : vakman
expert : zaakkundig
expert : zaakkundige
expertness : bedrevenheid
expertness : handigheid
expertness : slag
expertness : vaardigheid
expertness : vlugheid
expire : aflopen
expire : doodgaan
expire : eindigen
expire : ophouden
expire : overlijden
expire : sterven
expire : uitgaan
expire : uitlopen
expire : uitraken
expire : verlopen
expire : verscheiden
expire : versmachten
explain : beduiden
explain : duidelijk maken
explain : te verstaan geven
explain : toelichten
explain : uiteenzetten
explain : uitleggen
explain : verhelderen
explain : verklaren
explain : voorhouden
explanation : explicatie
explanation : rekenschap
explanation : toelichting
explanation : uitduiding
explanation : uiteenzetting
explanation : uitleg
explanation : verklaring
explode : exploderen
explode : losbarsten
explode : ontploffen
explode : springen
explode : uitbarsten
exploit : exploiteren
exploit : uitbuiten
exploit : uitmelken
exploitation : exploitatie
exploitation : expoloitatie
exploitation : uitbuiting
exploration : onderzoek
exploration : speurtocht
exploration : speurwerk
explore : exploreren
explore : nagaan
explore : onderzoeken
explore : uitvissen
explore : uitzoeken
explore : verkennen
explore : vorsen
explorer : verkenner
explosion : explosie
explosion : ontploffing
explosion : uitbarsting
explosive device :
exponential growth : exponentiële groei
export : exporteren
export : uitvoeren
expose (to) : blootstellen (aan)
expose : blootstellen
expose : zichtbaar maken
exposition : expositie
exposition : tentoonstelling
exposure : blootstelling
exposure meter : belichtingsmeter
exposure meter : lichtmeter
exposure time : belichtingstijd
exposé : exposé
express : betuigen
express : exprestrein
express : ontlokken
express : opperen
express : slaken
express : sneltrein
express : speciale koerier
express : uitbrengen
express : uitdrijven
express : uitdrukken
express : uiten
express : uithalen
express : uitspreken
express : verwoorden
express condolences : condoleren
express oneself : zich uitdrukken
expression : air
expression : betuiging
expression : bewoording
expression : gelaatsuitdrukking
expression : gezegde
expression : gezicht
expression : spreekwijze
expression : uitdrukking
expression : uiterlijk
expression : uiting
expression : uitzicht
expression : wijze van spreken
expression : zegswijze
expressway : autoweg
expressway : expressweg
expressway : snelweg
expulsion : uitwijzing
expurgate : kuisen
extend : bestek
extend : grootte
extend : omvang
extend : ophouden
extend : prolongeren
extend : rekken
extend : strekken
extend : uitbreiden
extend : uitgebreidheid
extend : uitsteken
extend : uitstrekken
extend : verlengen
extension : achtervoegsel
extension : suffix
extension : uitbreiding
extensive : breedvoerig
extensive : groot
extensive : omvangrijk
extensive : royaal
extensive : ruim
extensive : uitgebreid
extensive : uitgestrekt
extensive : veelomvattend
extensive : wijd
extent : omvang
exterior : aanblik
exterior : aanschijn
exterior : buitenkant
exterior : uiterlijk
exterior : uitwendige
exterminate : uitroeien
exterminate : verdelgen
extermination : uitroeiing
external : buiten-
external : extern
external : uiterlijk
external : uitwendig
extinct : uitgestorven
extinction : uisterving
extinction : uitsterving
extinguish : blussen
extinguish : doven
extinguish : uitblussen
extinguish : uitdoen
extinguish : uitdoven
extinguish : uitmaken
extort : afdwingen
extort : afpersen
extort : knevelen
extortion : afpersing
extortion : knevelarij
extortioner : afzetter
extra : extra
extra : figurant
extract : afleiden
extract : aftreksel
extract : uittreksel
extract : zetsel
extract : zetten
extradite : uitleveren
extradition : uitlevering
extraordinarily : bijzonder
extraordinarily : buitengewoon
extraordinary : bijzonder
extraordinary : buitengewoon
extrapolation : extrapolatie
extraterrestrial : buitenaards
extraterrestrial : buitenaardse
extravagance : buitensporigheid
extravagant : buitenissig
extravagant : buitensporig
extravagant : extravagant
extreme : afgelegen
extreme : bovenmatig
extreme : drastisch
extreme : drastische
extreme : ergst
extreme : extreem
extreme : extreme
extreme : intens
extreme : intense
extreme : overmatig
extreme : overmatige
extreme : uiterst
extreme : uiterste
extreme : ultiem
extreme : ultieme
extreme : ultra
extremely : allemachtig
extremely : bijzonder
extremely : danig
extremely : duchtig
extremely : extreem
extremely : geducht
extremely : in hoge mate
extremely : schromelijk
extremely : uitermate
extremely : uiterst
extremes : extremen
extremes : uitersten
extremity : extremiteit
extremity : uiterste
exult : jubelen
exultation : gejubel
eye : bekijken
eye : kijker
eye : onderzoeken
eye : oog
eye for an eye : oog om oog
eye for an eye : tand om tand
eye socket : oogkas
eyeball : oogappel
eyebrow : wenkbrauw
eyebrow : wenkbrauw or
eyebrow pencil : oogpotlood
eyelash : wimper
eyelid : ooglid
fable : fabel
fabric : stof
fabric : structuur
fabric : weefsel
fabricate : aanmaken
fabricate : fabriceren
fabricate : maken
fabricate : vervaardigen
face : aangezicht
face : bakkes
face : de confrontatie aangaan met
face : gelaat
face : gelaatsuitdrukking
face : gezicht
face : het hoofd bieden
face : mee afrekenen
face : naar ... staan
face : onder ogen zien
face : tegemoet gaan
face : toet
face : zich richten
face : zich richten naar
face : zijde
face to face : oog in oog
face-ache : aangezichtspijn
facile : gemakkelijk
facile : licht
facile : makkelijk
facile : vlot
facilitate : opluchten
facilitate : vergemakkelijken
facilitate : verlichten
facility : aanleg
facility : faciliteit
facility : gemak
facility : inrichting
facility : voorziening
facility : voorzienining
fact : feit
faction : partij
faction : stem
factorial : faculteit
factory : fabriek
factory : metaalfabriek
factual : feitelijk
factual : werkelijk
faculty : faculteit
fade : bleek worden
fade : kwijnen
fade : tanen
fade : verbleken
fade : verdorren
fade : verflensen
fade : verleppen
fade : verschieten
fade : vervagen
fade : verwelken
faeces : faeces
faeces : uitwerpselen
fag out : afbeulen
fag out : afjakkeren
fag out : afmatten
faggot : brandstapel
faggot : flikker
faggot : mutsaard
faggot : mutserd
fail : afsterven
fail : falen
fail : floppen
fail : in het water vallen
fail : laten
fail : misgaan
fail : mislukken
fail : nalaten
fail : niet doen
fail : onvoldoende
fail : schipbreuk leiden
fail : sjezen
fail : stralen
fail : stranden
fail : uitsterven
fail : wegsterven
fail : zakken
fail : zakken voor
fail mark : onvoldoende
fail to appear : achterwege blijven
fail/fail mark : onvoldoende
failure : afgang
failure : bankroet
failure : debâcle
failure : echec
failure : failliet
failure : faillissement
failure : faling
failure : fiasco
failure : flop
failure : krach
failure : mislukkeling
failure : mislukking
failure : sof
failure : storing
faint : bewusteloos raken
faint : bezwijmen
faint : bezwijming
faint : flauwte
faint : flauwvallen
faint : in zwijm vallen
faint : licht
faint : onmacht
faint : zwak
faint : zwijm
faint : zwijmen
faint/to pass out : flauwvallen
fair : aardig
fair : bazaar
fair : billijk
fair : bleek
fair : blond
fair : fair
fair : jaarbeurs
fair : kermis
fair : markt
fair : marktplaats
fair : marktplein
fair : niet onbeduidend
fair : rechtvaardig
fair : sportief
fairly : aardig
fairly : nogal
fairly : tamelijk
fairy : fee
fairy : feeën-
fairy : feeëriek
fairy : geest
fairy floss : suikerspin
fairy tale : sprookje
fait accompli : voldongen feit
faith : fiducie
faith : geloof
faith : vertrouwen
faithful : getrouw
faithful : loyaal
faithful : trouw
faithful : trouwhartig
fake : namaak
fake : namaak/vals
fake : namaken
fake : vals
fake : vervalsen
fake : vervalsing
faked : nagemaakt
falcon : valk
fall : afnemen
fall : afvallen
fall : afvallig worden
fall : neervallen
fall : ondergang
fall : slinken
fall : storten
fall : tanen
fall : uitvallen
fall : val
fall : vallen
fall : verflauwen
fall : verminderen
fall : verschieten
fall : worden
fall away : afvallen
fall away : vermageren
fall backwards : achterovervallen
fall ill : ziek worden
fall in : aantreden
fall in : in de rij gaan staan
fall in : in de rij komen
fall in love : verliefd worden
fall in love with : verliefd raken op
fall in love with : verliefd worden op
fall into abeyance : in onbruik raken
fall into line : aantreden
fall into line : in de rij gaan staan
fall into line : in de rij komen
fall off : achteruitgaan
fall off : afvallen
fall off : afvallig worden
fall off : uitvallen
fall off : verslechteren
fall short of : niet voldoen aan
fall short of : tekortschieten in
fallacious : bedrieglijk
fallacious : misleidend
fallow deer : damhert
false : bedrieglijk
false : dubbelhartig
false : fout
false : loos
false : onecht
false : onjuist
false : onwaar
false : vals
false : vervalst
false acacia : robinia
false acacia : valse acacia
false step : misstap
falsify : vervalsen
fame : befaamdheid
fame : beroemdheid
fame : faam
fame : gerucht
fame : glorie
fame : lof
fame : mare
fame : reputatie
fame : roem
fame : roep
fame : vermaardheid
familiar : bekend
familiar : bekend/vertrouwd
familiar : bekende
familiar : vertrouwd
familiar : vertrouwde
familiarity : bekendheid
family : familie
family : gezin
family : huis
family : huisgezin
family tree : genealogie
family tree : geslachtkunde
family tree : stamboom
famine : geeuwhonger
famine : hongersnood
famished : uitgehongerd
famous : alom bekend
famous : befaamd
famous : beroemd
famous : gerenommeerd
famous : gevierd
famous : glorierijk
famous : glorieus
famous : roemrijk
famous : roemruchtig
famous : roemvol
famous : vermaard
famous : welbekend
famous : wijdvermaard
fan : aanblazen
fan : aanvuren
fan : aanwakkeren
fan : aanzetten
fan : bewonderaar
fan : bewonderaarster
fan : fan
fan : frisse lucht toewaaien
fan : liefhebber
fan : ventilator
fan : verlevendigen
fan : waaien
fan : waaier
fan : wannen
fan translation : niet-commerciële vertaling
fanatical : dweepziek
fanatical : dwepend
fanatical : fanatiek
fancier : amateur
fancier : dilettant
fancier : knutseaar
fancier : liefhebber
fancy : bedenken
fancy : dromen
fancy : in de waan verkeren
fancy : mijmeren
fancy : wanen
fancy : zich verbeelden
fancy : zich voorstellen
fancy fair : bazaar
fancy fair : fancyfair
fanfare : fanfare
fanfare : fanfarekorps
fantastic : fantasierijk
fantastic : fantastisch
fantastic : grillig
fantasy : fantasie
fantasy : verbeeldingskracht
faqir : fakir
far : achteraf
far : afgelegen
far : ver
far : veraf
far : verafgelegen
far : ververwijderd
far : verwijderd
far away : achteraf
far away : afgelegen
far away : ver
far-fetched : vergezocht
farad : farad
fare : gesteld zijn
fare : het maken
fare : tarief (van vervoer)
fare : vervoerprijs
farewell : adieu
farewell : afscheid
farewell : vaarwel
farm : bezitting
farm : boerderij
farm : goed
farm : in pacht hebben
farm : landgoed
farm : pacht
farm : pachten
farm out : verpachten
farm- : agrarisch
farmer : agrariër
farmer : boer
farmer : boerin
farmer : landbouwer
farmer : landman
farmer : meier
farmer : pachter
farmer : veehouder
farmers' union : boerenbond
farming : agricultuur
farming : akkerbouw
farming : landbouw
farmland : bouwland
fart : een wind laten
fart : scheet
fart : scheet laten
fart : veest
fart : wind
farther : verder
farther : verderop
fascinate : betoveren
fascinate : boeien
fascinate : fascineren
fascinated : geboeid
fascinated : gefascineerd
fascinating : betoverend
fascinating : boeiend
fascinating : fascinerend
fascism : fascisme
fashion : mode
fashion : modus
fashion : wijs
fashionable : in de mode
fashionable : in de mode/modieus
fashionable : in zwang
fashionable : mode-
fashionable : modieus
fast : gauw
fast : gevestigd
fast : gezwind
fast : haastig
fast : hard
fast : hecht
fast : in allerijl
fast : kwiek
fast : rap
fast : schielijk
fast : snel
fast : spoedig
fast : stevig
fast : vast
fast : vasten
fast : vlug
fast food : flitskost
fast food : gemakvoedsel
fast food : haastkost
fast food : snelle hap
fast food : snelvoedsel
fast train : sneltrein
fasten : aanbinden
fasten : aandraaien
fasten : afgrendelen
fasten : bepalen
fasten : bevestigen
fasten : fixeren
fasten : grendelen
fasten : meren
fasten : onderbinden
fasten : tuigeren
fasten : vastbinden
fasten : vastleggen
fasten : vastmaken
fasten : vaststellen
fasten : vastzetten
fasten : verstevigen
fat : buikig
fat : corpulent
fat : dik
fat : dikbuikig
fat : dikke
fat : gezet
fat : gezette
fat : lijvig
fat : vet
fat : vetlaag
fat : vetmesten
fat : vette
fat : vettig
fat : zwaarlijvig
fatal : fataal
fatal : fatale
fate : (nood)lot
fate : bestemming
fate : fortuin
fate : levenslot
fate : lot
fate : lotsbestemming
fate : noodlot
fate : vertrouwen
fate : voorland
fateful : fataal
fateful : funest
fateful : noodlottig
father : eerwaarde
father : mijnheer pastoor
father : vader
father : vadertje
father-in-law : schoonvader
fatherland : vaderland
fatherless : vaderloos
fathom : vadem
fatigue : afbeulen
fatigue : afjakkeren
fatigue : afmatten
fatigue : vermoeidheid
fatty : dik
fatty : stijve
fatty : vet
fatty : vettig
fatwa : fatwa
faucet : kraan
faucet : tap
faucet : tapkraan
fault : schuld
faux amis : faux amis
faux amis : valse vrienden
favor : begunstigen
favor : begunstiging
favor : bevoordelen
favor : gedienstigheid
favor : genadigheid
favor : gunst
favor : voorstaan
favor : voortrekken
favor : welwillendheid
favorite : uitverkoren
favour : begunstigen
favour : begunstiging
favour : bevoordelen
favour : gedienstigheid
favour : genadigheid
favour : gunst
favour : voorstaan
favour : voortrekken
favour : welwillendheid
favourable : goedgezind
favourable : gunstig
favourable : toegenegen
favourable : welgezind
favourite : favoriet
favourite : lieveling
favourite : uitverkoren
fawn : hertekalf
fawn : hertenjong
fawn : kalf
fawn : kwispelen
fawn : reekalf
fawn : reetje
fax : fax
fax : faxen
façade : façade
façade : gevel
façade : pui
façade : voorgevel
façade : voorpui
fear : angst
fear : bang zijn
fear : bang zijn voor
fear : beduchtheid
fear : beklemming
fear : benauwdheid
fear : duchten
fear : grote angst
fear : schromen
fear : terugschrikken voor
fear : vrees
fear : vrezen
fear : zielsangst
fearful : angstig
fearful : kopschuw
fearful : vervaard
fearless : boud
fearless : dapper
fearless : ferm
fearless : onvervaard
fearless : stout
fearless : stoutmoedig
fearless : vermetel
feast : banketteren
feast : feestmaal
feast : festijn
feast : gelag
feast : smulpartij
feat : prestatie
feat : verwezenlijking
feather : pen
feather : pluim
feather : veder
feather : veer
feature : eigenschap
feature : gelaatstrek
feature : karaktertrek
feature : kenmerk
feature : trek
features : gelaatstrekken
february : februari
feceate : zuiver
fed : gevoed
fed : voedde
fed : voedden
fed) : voeren
federal : federaal
federation : bond
federation : federatie
fee : honorarium
fee : prijs
feed (fed : voeren
feed : aanvoer
feed : festijn
feed : invoeren
feed : laten grazen
feed : spijzigen
feed : te eten geven
feed : voeden
feed : voeder
feed : voederen
feed : voer
feed : voeren
feed : weiden
feed : zich voeden met
feeding-bottle : zuigfles
feel ... : ... aanvoelen
feel : aanvoelen
feel : aftasten
feel : betasten
feel : bevoelen
feel : gevoel
feel : gevoelen
feel : gewaarworden
feel : tasten
feel : voelen
feel : zich voelen
feel : zin
feel dizzy : duizelig zijn
feel fine : het goed maken
feel fine : zich goed voelen
feel sorry for : berouw hebben van
feeler : spriet
feeler : voeler
feeling : emotie
feeling : gevoel
feeling : gevoelens
feeling : gevoelig
feeling : voorgevoel
feeling : zin
feign : doen alsof
feign : fingeren
feign : simuleren
feign : veinzen
feign : voorgeven
feign : voorwenden
feldspar : veldspaat
feline : felien
feline : katachtig
feline : katachtige
fell : viel
fell : vielen
fellate : pijpen
felloe : velg
fellow : aaneen
fellow : aaneen-
fellow : co-
fellow : kerel
fellow : knul
fellow : man
fellow : manspersoon
fellow : mede-
fellow : persoon
fellow : samen
fellow : samen-
fellow : snuiter
fellow : sujet
fellow : vent
fellow-creature : medemens
fellow-creature : naaste
fellow-thinker : geestverwant
fellow-thinker : medestander
fellow/bloke/guy/chap : kerel/vent
felly : velg
felspar : veldspaat
felt : gevoeld
felt : vilt
felt : voelde
felt : voelden
femal labourer : arbeidster
femal worker : arbeidster
female : moer
female : vrouw
female : vrouwelijk
female : vrouwtje
female : wijfje
female admirer : bewonderaarster
female admirer : vereerster
female adorer : aanbidster
female adorer : vereerster
female adventurer : avonturierster
female aid : helpster
female ambassador : ambassadrice
female angel : engel
female angel : vrouwelijke engel
female cat : poes
female cook : keukenmeid
female cook : kokkin
female hairdresser : kapster
female journalist : dagbladschrijfster
female journalist : journaliste
female laborer : arbeidster
female martyr : martelares
female mulatto : mulattin
female panther : wijfjespanter
female pigeon : duifje
female relative : familielid
female relative : verwant
female relative : vrouwelijk familielid
female relative : vrouwelijke verwant
female singer : zangeres
female slave : slavin
female stenotypist : stenotypiste
female stranger : vreemdelinge
female student : studente
female tailor : kleermaakster
female teacher : lerares
female teacher : onderwijzeres
female teacher : schooljuffrouw
female thief : dievegge
female worshipper : aanbidster
female worshipper : vereerster
feminine : vrouwelijk
feminism : feminism
femur : dijbeen
fence : afsluiting
fence : barrière
fence : heining
fence : hek
fence : heler
fence : paalwerk
fence : palissade
fence : schermen
fence : schutting
fence : staketsel
fence : versperring
fence in : afrasteren
fence off : afrasteren
fence off : afsluiten
fence off : omheinen
fence off : omsluiten
fencing : schermen
fender : haardscherm
fender : vuurscherm
fennec : fennek
fennel : venkel
fermata : fermate
ferment : fermenteren
ferment : gist
ferment : gisten
ferment : stoken
ferment : werken
fermium : fermium
fern : varen
ferocious : wild
ferocious : woest
ferret : fret
ferry : bak
ferry : overzetboot
ferry : pont
ferry : pontveer
ferry : schouw
ferry : veer
ferry : veerboot
ferry : veerpont
fertile : vruchtbaar
fertiliser : kunstmest
fertiliser : mest
fertility : vruchtbaarheid
fertilization : bemesting
fertilize : bemesten
fertilize : gieren
fertilize : mesten
fertilizer : kunstmest
fertilizer : mest
fervor : ambitie
fervor : ijver
fervor : vuur
fervour : ambitie
fervour : ijver
fervour : vuur
festival : feest
festival : festival
festival : festiviteit
festival : fuif
festival : partij
festive : feestelijk
festive : feestelijke
fetch : aanbrengen
fetch : aandragen
fetch : bezorgen
fetch : brengen
fetch : gaan halen
fetch : halen
fetter : boei
fetter : boeien
fetter : keten
fetter : ketenen
fetter : kluister
fetus : foetus
feud : rijm
feudal : feodaal
fever : koorts
fever : verhoging
feverish : koortsachtig
feverish : koortsig
few : weinig
fewer : min
fewer : minder
fewest : minst
fiancé : bruidegom
fiancé : galant
fiancé : verloofde
fiancée : bruid
fiancée : meisje
fiancée : verloofde
fiasco : debâcle
fiasco : echec
fiasco : fiasco
fiasco : flop
fiasco : mislukking
fiasco : sof
fiber : vezel
fibre : vezel
fiction : fictie
fiction : romans
fiction : verbeelding
fiction : verdichtsel
fiction : verzinsel
fiction writer : romanschrijver
fictional : denkbeeldig
fictional : fictief
fictional : fictieve
fictional : verdicht
fictional : verzonnen
fictitious : denkbeeldig
fictitious : fictief
fictitious : verdicht
fictitious : verzonnen
fief : leen
fief : leengoed
field : akker
field : gebied
field : land
field : lichaam
field : speelveld
field : terrein
field : veld
field : wei
field hospital : ambulance
field hospital : veldhospitaal
fierce : fel
fierce : hevig
fierce : woest
fifteen : vijftien
fifteenth : vijftiende
fifth : vijfde
fifty : vijftig
fifty-eight : achtenvijftig
fifty-five : vijfenvijftig
fifty-four : vierenvijftig
fifty-nine : negenenvijftig
fifty-one : eenenvijftig
fifty-seven : zevenenvijftig
fifty-six : zesenvijftig
fifty-three : drieënvijftig
fifty-two : tweeënvijftig
fig : vijg
fig : vijgenboom
fig leaf : vijgenblad
fig-tree : vijg
fig-tree : vijgeboom
fight : bekampen
fight : bestrijden
fight : bevechten
fight : boel
fight : gevecht
fight : het opnemen tegen
fight : ijveren voor
fight : kampen
fight : knokken
fight : opkomen voor
fight : strijd
fight : strijd voeren
fight : strijden
fight : uitvechten
fight : vechten
fight : vechten met
fight : vechten tegen
fight : vechtlust
fight against : bestrijden
fight against : het opnemen tegen
fighting cock : kemphaan
figurative : figuurlijk
figurative : oneigenlijk
figure : afbeelding
figure : beeld
figure : berekenen
figure : calculeren
figure : cijfer
figure : cijferen
figure : figuur
figure : menen
figure : nummer
figure : personage and
figure : rekenen
figure : tellen
figure : uitrekenen
figure : vorm
figure : zich voorstellen
figure of speech : manier van spreken
figure of speech : sijlfiguur
figure of speech : spreekwijze
figure of speech : spreekwoord
figure of speech : wijze van spreken
figure skating : kunstrijden
figure skating : kunstschaatsen
file : aktentas
file : archiveren
file : bestand
file : beurt
file : boekentas
file : dossier
file : file
file : gelid
file : kaartsysteem
file : opslaan
file : reeks
file : rij
file : theca
file : toerbeurt
file : verzameling
file : vijl
file : vijlen
file away : opbergen
file extension : bestandsextensie
files : archief
filing card : fiche
filing card : kaart
filing card : kaartje
fill : beslaan
fill : dempen
fill : in beslag nemen
fill : invullen
fill : spekken
fill : stoppen
fill : volmaken
fill : volschenken
fill : vullen
fill in : dempen
fill in : invullen
fill in : spekken
fill in : stoppen
fill in : volmaken
fill in : volschenken
fill in : vullen
fill out : dikkerworden
fill out : invullen
fill up : dempen
fill up : invullen
fill up : spekken
fill up : stoppen
fill up : volmaken
fill up : volschenken
fill up : vullen
fillet : band
fillet : haarband
filling station : benzinepomp
filling station : benzinestation
filling station : pomp
filling station : pompstation
filling station : tankstation
filly : merrieveulen
film : film
film : fotorolletje
film : rolprent
film strip : film
film strip : filmpje
filter : filter
filter : filteren
filter : filtreren
filter : zijgen
filthy : morsig
filthy : onrein
filthy : smerig
filthy : vies
filthy : vuil
fin : staartvin
fin : vin
fin : zwemvlies
final : finaal
final : finale
final : uiteindelijk
finalize : fatsoeneren
finalize : in het net schrijven
finally : eindelijk
finally : per saldo
finally : ten slotte
finally : uiteindelijk
finance : bekostigen
finance : financieren
finance : financiën
finance : geldmiddelen
financial : betalend
financial : betalende
financial : financieel
financial : financiële
financial : geldelijk
financial year : boekjaar
finch : vink
find : aantreffen
find : achten
find : bemerken
find : bevinden
find : gewaar worden
find : merken
find : ontdekken
find : treffen
find : van mening zijn dat
find : vernemen
find : vinden
find : vondst
find : waarnemen
find guilty : schuldig bevinden
find oneself : verkeren
find oneself : voorkomen
find oneself : zich bevinden
find oneself : zich ophouden
find out : horen
find out : informatie inwinnen
find out : informeren
find out : inlichtingen vragen
find out : vernemen
fine : beboeten
fine : bekeuren
fine : boete
fine : delicaat
fine : excellent
fine : fijn
fine : fraai
fine : geldboete
fine : gevoelig
fine : iel
fine : kies
fine : kieskeurig
fine : knap
fine : kostelijk
fine : mooi
fine : net
fine : prachtig
fine : schoon
fine : tactvol
fine : teder
fine : teer
fine : tiptop
fine : tof
fine : uitmuntend
fine : uitstekend
fine : voortreffelijk
fine : wonderwel
finger : aanwijzen
finger : peuteren
finger : pulken
finger : vinger
finger : vingeren
fingernail : nagel
fingernail : vingernagel
fingerprint : vingerafdruk
finish : aantikken
finish : afmaken
finish : afsluiten
finish : afwerken
finish : appreteren
finish : bereiden
finish : besluiten
finish : beëindigen
finish : eindigen
finish : eindstreep
finish : finish
finish : gedaan zijn
finish : geheel maken
finish : klaarkomen met
finish : klaarmaken
finish : klaarspelen
finish : klaren
finish : meet
finish : ophouden
finish : opmaken
finish : stijven
finish : toebereiden
finish : uitmaken
finish : uitwerken
finish : verzetten
finish : volbrengen
finish : voleindigen
finish : voltooien
finish line : eindmeet
finish off : afwerken
finish off : beëindigen
finish off : klaarkomen met
finish off : volbrengen
finish one's studies : afstuderen
finished : af
finished : afgelopen
finished : afgewerkt
finished : beëindigd
finished : gereed
finished : klaar
finishing off : afwerking
finite : eindig
finnish : afdoen
finnish : afhandelen
finnish : afwikkelen
fir : spar
fir : zilverspar
fire : aanvuren
fire : aanwakkeren
fire : aanzetten
fire : afdanken
fire : afgaan
fire : afmonsteren
fire : afschieten
fire : afvuren
fire : bakken
fire : brand
fire : fornuis
fire : losbranden
fire : ontladen
fire : ontslaan
fire : ontzetten
fire : paffen
fire : royeren
fire : schieten
fire : stoof
fire : verlevendigen
fire : vuren
fire : vuur
fire : vuurzee
fire alarm : brandalarm
fire at : beschieten
fire at : schieten op
fire engine : brandweerauto
fire engine : brandweerwagen
fire off : afschieten
fire off : afvuren
fire off : losbranden
fire off : ontladen
fire on the hearth : haardvuur
fire upon : beschieten
fire upon : schieten op
fire-alarm : brandmelder
fire-damp : mijngas
firearm : vuurwapen
firebox : broeinest
firebox : haard
firebrand : aanstoker
firebrand : ophitser
firebrand : opstoker
firecall : brandmelder
firefighter : brandweerman
firefly : vuurvliegje
fireman : brandweerman
fireplace : haardstede
fireplace : open haard
fireplace : schoorsteen
fireplace : schouw
fireplace : stookplaats
firewoman : brandweervrouw
firewoman : vrouwelijke brandbestrijder
firewood : brandhout
firework : vuurwerk
fireworks : vuurwerk
firing : beschieting
firing : geschiet
firing : schietpartij
firing : vuren
firing-cap : capsule
firing-cap : doosvrucht
firing-cap : kapseltje
firing-cap : zaadhuisje
firm : beslist
firm : categorisch
firm : degelijk
firm : deugdelijk
firm : ferm
firm : firma
firm : flink
firm : fors
firm : gedegen
firm : gevestigd
firm : handelsfirma
firm : handelshuis
firm : hecht
firm : pertinent
firm : potig
firm : robuust
firm : solide
firm : sterk
firm : stevig
firm : stoer
firm : struis
firm : vast
firm : vastberaden
firm in one's principles : beginselvast
firm in one's principles : principieel
firmly : pal
firmly : stevig
firmly : vast
firmness : beslistheid
first : allereerst
first : eerst
first : eerste
first : ten eerste
first : vooreerst
first aid : EHBO
first aid : eerste hulp
first floor : begane grond
first instalment : aanbetaling
first name : voornaam
first night : première
first of all : allereerst
first of all : eerst
first of all : ten eerste
first of all : vooreerst
first person : eerste persoon
first run : première
first-aid station : EHBO-post
first-aider : EHBO-er
firstly : allereerst
firstly : eerst
firstly : ten eerste
firstly : vooreerst
firth : zeearm
fiscal : fiscaal
fiscal system : belastingstelsel
fiscal year : belastingjaar
fiscal year : fiscaal jaar
fish : hengelen
fish : snoeken
fish : vis
fish : vissen
fish with a fish-trap : vissen met een fuik
fish with a line : hengelen
fish with a line : vissen
fish with a net : vissen met een net
fishbait : aas
fisher : vismarter
fisher : visser
fisher : vissersboot
fisherman : visser
fisherman : visverkoper
fishing : hengelsport
fishing : sportvisserij
fishing : stek
fishing : vissen
fishing : visserij
fishing rod : hengel
fission : atoomsplitsing
fist : knuist
fist : vuist
fit : aanbrengen
fit : aanmaning
fit : aanpassen
fit : aanval
fit : adapteren
fit : afstemmen
fit : beroerte
fit : bewerken
fit : deugen
fit : fit
fit : geschikt
fit : geschikt zijn
fit : in overeenstemming brengen
fit : in overeenstemming zijn
fit : monteren
fit : passen
fit : rijmen
fit : vlaag
fit in : in overeenstemming zijn
fit in : passen
fit out : afzetten
fit out : beslaan
fit out : garneren
fit out : stofferen
fit out : uitmonsteren
fit together : bijeenpassen
fit together : congruent zijn
fit together : elkaar dekken
fit together : harmoniëren
fit together : in elkaar passen
fit together : ineenpassen
fit together : samenklinken
fitful : grillig
fitful : nukkig
fitful : onberekenbaar
fitful : vlinderachtig
fitful : wispelturig
fitness : geschiktheid
fitter : bankwerker
fitter : fitter
fitter : monteur
fitting : adequaat
fitting : behoorlijk
fitting : betamelijk
fitting : bijpassend
fitting : fatsoenlijk
fitting : keurig
fitting : overeenstemmend
fitting : passend
fitting : voegzaam
fitting : welvoeglijk
fitting room : paskamer
fitting up : montage
fitting up : zetting
five : vijf
five hundred : vijfhonderd
five past : vijf over één
five thousand : vijfduizend
five to : vijf voor twee
fix : aanbrengen
fix : aanpassen
fix : adapteren
fix : afstemmen
fix : bepalen
fix : bevestigen
fix : bewerken
fix : determineren
fix : fixeren
fix : herstellen
fix : maken
fix : monteren
fix : nauwkeurig bepalen
fix : repareren
fix : tuigeren
fix : vastmaken
fix : vaststellen
fix : vastzetten
fix : verhelpen
fix : verstellen
fix : verstevigen
fix up : aanrichten
fix up : arrangeren
fix up : ordenen
fix up : regelen
fix up : terechtbrengen
fixed : onbeweeglijk
fixed : star
fixed : vast
fixed with nails : nagelvast
fixed with nails : spijkervast
fixing : bepaling
fixing : vaststelling
fjord : fjord
flag : , booleaanse
flag : aanhouden
flag : aanzetten
flag : banier
flag : betegelen
flag : dundoek
flag : flag
flag : gele
flag : markeren
flag : melden
flag : plaveien
flag : signaleren
flag : standaard
flag : vaan
flag : vaandel
flag : veldteken
flag : vendel
flag : verzwakken
flag : vlag
flag : wenken
flag : wimpel
flag : zetten
flake off : afbladderen
flake off : afschilferen
flame : laaien
flame : opwinding
flame : vlam
flame : vlammen
flame : vuur
flamenco : flamenco
flamingo : flamingo
flammable : brandbaar
flammable : licht ontvlambaar
flammable : ontvlambaar
flan : vla
flan : vlaai
flan : vlade
flanders : vlaanderen
flannel : flanel
flannel : flanellen
flapper : bakvis
flare : flakkeren
flare : flikkeren
flare : schitteren
flare : vonken schieten
flare : wapperen
flare up : flakkeren
flare up : flikkeren
flare up : schitteren
flare up : vonken schieten
flare up : wapperen
flash : flikkeren
flash : flits
flash : flitsen
flash : gloren
flash mob : flashmob
flash on : aanflitsen
flash on : aanfloepen
flash on : aangaan
flash on : ontbranden
flashlight : zaklamp
flask : veldfles
flat : appartement
flat : bemol
flat : coulisse
flat : effen
flat : flat
flat : gelijk
flat : lek
flat : lekke
flat : lekke band
flat : mol
flat : molteken
flat : plat
flat : platte
flat : platte band
flat : slap
flat : vlak
flat tyre : lekke band
flat-iron : bout
flat-iron : strijkbout
flat-iron : strijkijzer
flatfish : platvis
flatter : vleien
flatterer : mooiprater
flattery : gevlei
flattery : vleierij
flavor : kruiden
flavor : op smaak brengen
flavour : aroma
flavour : geur
flavour : kruiden
flavour : op smaak brengen
flavour : smaak
flaw : barst
flawless : vlekkeloos
flax : vlas
flaxen : vlaskleurig
flay : afstropen
flay : vellen
flea : vlo
fleck : bespikkelen
fleck : besprenkeln
fleck : spikkel
flee : de vlucht nemen
flee : ontgaan
flee : ontkomen
flee : ontsnappen
flee : vleden
flee : vluchten
flee : wegvluchten
flee back : terugvluchten
fleece : afzetten
fleece : snijden
fleet : vloot
flemish : vlaams
flemish brabant : vlaams-brabant
flesh : mensenkleur
flesh : vel
flesh : vervetten
flesh : vlees
flesh : vruchtvlees
flex : buigbaarheid
flex : buigen
flex : flexibiliteit
flex : plooibaarheid
flex : plooien
flex : samentrekken
flexible : buigbaar
flexible : buigzaam
flexible : flexibel
flexible : lenig
flexible : smijdig
flexible : soepel
flicker : flakkeren
flicker : flikkeren
flier : strooibiljet
flight : vliegen
flight : vliegtocht
flight : vlucht
flight engineer : boordwerktuigkundige
flight mechanic : boordwerktuigkundige
flightless : niet-vliegend
flighty : luchthartig
flighty : luchtig
fling : slingeren
fling : smijten
fling : swingen
fling : zwaaien
fling off : afgooien
fling off : afwerpen
fling off : uitgooien
flint : keisteen
flint : kiezel
flint : kiezelsteen
flint : vuursteen
flippant : oneerbiedig
flippant : spottend
flirt : aan de scharrel zijn
flirt : fladderen
flirt : flirten
flirt : koketteren
flirt : scharrelen
flirt : wapperen
flit : aan de scharrel zijn
flit : fladderen
flit : flirten
flit : scharrelen
flit : wapperen
float : dobberen
float : drijven
float : meedrijven
float : te water laten
float : vloeien
float : vlot
float : vlotten
float : vlottende kommagetal
float : voorstellen
float : zwemmen
float : zweven
flock : kudde
flock : roedel
flock of goats : kudde geiten
flog : afranselen
flog : met een stok slaan
flood : bedelven
flood : inundatie
flood : inunderen
flood : onder water zetten
flood : overstelpen
flood : overstromen
flood : overstroming
flood : toeloop
flood : toevloed
flood : verpletteren
flood : vloed
flood : vloed-
flood : watersnood
flood : watervloed
flood : zondvloed
floor : etage
floor : verdieping
floor : vloer
floor exercise : grondoefening
flop : afgang
flop : mislopen
flop : plof
flop : verkeerd gaan
floppy : slap
florist : bloemist
flounder : bot
flounder : spartelen
flounder : worstelen
flounder : zich aftobben
flour : bakmeel
flour : bloem
flour : meel
flourish : bloeien
flourish : fanfare
flourish : fanfarekorps
flourish : floreren
flourish : gezwaai
flourish : opbloeien
flourish : ornament
flourish : versiering
flourish : wuiven
flourish : zwaai
flourish : zwaaien
flow : loop
flow : lopen
flow : stromen
flow : stroming
flow : stroom
flow : vlieten
flow : vloeien
flow down : afvloeien
flow down : weglopen
flow down : wegvloeien
flow off : afvloeien
flow off : weglopen
flow off : wegvloeien
flow towards : toelopen
flow towards : toestromen
flow towards : toevloeien
flower : bloeien
flower : bloem
flower : openbloeien
flowerpot : bloempot
flu : griep
flu : influenza
flu/influenza : griep
fluctuation : schommeling
fluent : stromend
fluent : vloeiend
fluff : dons
fluff : nesthaar
fluff : waas
flugelhorn : bugel
fluid : dun
fluid : incasseerbaar
fluid : incasseerbare
fluid : vloeibaar
fluid : vloeibare
fluid : vloeiend
fluid : vloeiende
fluid : vloeistof
flung : gesmeten
flung : smeet
flung : smeten
fluorescent lamp : TL-buis
fluorine : fluor
flute : fluit
flutter : aan de scharrel zijn
flutter : agitatie
flutter : beroering
flutter : fladderen
flutter : flirten
flutter : gisting
flutter : onrust
flutter : scharrelen
flutter : trilling
flutter : vibratie
flutter : wapperen
flux : flux
flux : vloeimiddel
flux : voortdurende wijziging
fly : aanvliegen
fly : balans
fly : besturen
fly : gulp
fly : onrust
fly : vlieg
fly : vliegen
fly away : uitvliegen
fly away : vertrekken
fly away : vervliegen
fly away : wegvliegen
flying saucer : vliegende schotel
foal : veulen
foam : bruisen
foam : schuim
foam : schuimen
foam : tintelen
focal length : brandpuntsafstand
focus : brandpunt
focus : concentreren
focus : focus
focus : haard
focus : middelpunt
focus : richten
fodder : kanonnenvoer
fodder : veevoeder
fodder : veevoer
foe : tegenstander
foe : vijand
foetus : foetus
fog : damp
fog : floers
fog : mist
fog : nevel
foie gras : eendenlever
foie gras : foie gras
foie gras : ganzenlever
foil : aluminiumfolie
foil : floret
foil : folie
foist : opdringen
foist : opzadelen met
fold : omvouwen
fold : plooi
fold : plooien
fold : schaapskooi
fold : schapestal
fold : vouw
fold : vouwen
folder : aflevering
folder : katern
folder : map
folder : ordner
folder : schrift
foliage : bladertooi
foliage : gebladerte
foliage : loof
folk : volk
folk dance : volksdans
folk song : volkslied
folk song : volksliedje
folklore : folklore
folklore : volkskunde
follow : bewandelen
follow : bijhouden
follow : handelen volgens
follow : later komen
follow : nagaan
follow : nakomen
follow : opvolgen
follow : volgen
follow : voortvloeien
follow up with one's eyes : nakijken
follow up with one's eyes : naogen
follow-up : nabehandeling
followers : aanhang
followers : achterban
followers : gevolg
following : aanhang
following : aanstaand
following : gevolg
following : leden
following : volgend
fondle : aaien
font : doopvont
font : lettertype
food : eten
food : etenswaar
food : gerecht
food : kost
food : spijs
food : voeder
food : voeding
food : voedingsmiddel
food : voedsel
food : voer
food poisoning : voedselvergiftiging
fool : bedonderen
fool : bedotten
fool : beduvelen
fool : beetnemen
fool : belazeren
fool : de dwaas
fool : domkop
fool : domoor
fool : dwaas
fool : malloot
fool : om de tuin leiden
fool : schaapskop
fool : stomkop
fool : stommeling
fool : sufferd
fool : verneuken
fool : zot
foolish : bot
foolish : dol
foolish : dom
foolish : dwaas
foolish : onbenullig
foolish : onverstandig
foolish : schaapachtig
foolish : stom
foolish : zot
foolish : zwakhoofdig
foosball : tafelvoetbal
foot : betalen
foot : poot
foot : pootje
foot : stampen
foot : voet
foot : voldoen
foot-and-mouth disease : mond-en-klauwzeer
footage : filmfragment
football : Amerikaans voetbal
football : rugby
football : voetbal
football : voetballen
footbridge : voetgangersbrug
footpath : voetpad
footwarmer : stoof
footwear : schoeisel
fop : dandy
fop : fat
fop : kwast
fop : modepop
fop : saletjonker
for ... together : aan één stuk door
for ... together : aaneen
for ... together : achtereen
for ... together : in één ruk
for ... together : ononderbroken
for ... together : onophoudelijk
for : aangezien
for : daar
for : door
for : gedurende
for : in ruil voor
for : naar
for : om
for : om te
for : omdat
for : onder
for : op
for : op grond van
for : per
for : staande
for : tegen
for : ten einde te
for : terwijl
for : tijdens
for : uit
for : vanwege
for : vermits
for : voor
for : want
for : wegens
for : wijl
for a long time : allang
for a long time : gedurende lange tijd
for a long time : lang
for a long time : langdurig
for a long time : sinds lang
for a long time : vanouds
for a long time : voor lange tijd
for ever : eeuwig
for ever : voor eeuwig
for every reason : om alle redenen
for every reason : overal om
for example : bij voorbeeld
for example : bijvoorbeeld
for instance : bij voorbeeld
for instance : bijvoorbeeld
for no reason : nergens om
for no reason : om geen enkele reden
for no reason : zomaar
for no reason : zonder reden
for nothing : gratis
for nothing : om niet
for nothing : pro Deo
for obvious reasons : begrijpelijkerwijs
for rent : te huur
for sake of : door
for sake of : in ruil voor
for sake of : op
for sake of : op grond van
for sake of : uit
for sake of : vanwege
for sake of : voor
for sake of : wegens
for sale : gangbaar
for sale : te koop
for sale : veil
for sale : verhandelbaar
for sale : verkoopbaar
for sale : vervreemdbaar
for some reason : om de een of andere reden
for the first time : voor de eerste keer
for the first time : voor de eerste maal
for the greater part : goeddeels
for the greater part : grotendeels
for the most part : goeddeels
for the most part : grotendeels
for the most part : meestal
for the reason that : aangezien
for the reason that : daar
for the reason that : doordat
for the reason that : omdat
for the reason that : vermits
for the rest : overigens
for the rest : trouwens
for the rest : verder
for the rest : voor de rest
for the sake of : vanwege
for the time being : vooralsnog
for the time being : vooreerst
for the time being : voorlopig
for the time being : voorshands
forage : foerageren
forbid : verbieden
forbidden : verboden
forbidden fruit : verboden vrucht
forbidding : afschrikwekkend
force : afdwingen
force : doordrukken
force : dwingen
force : dwingen tot
force : forceren
force : geweld aandoen
force : kracht
force : macht
force : noodzaken
force : opdringen
force : overweldigen
force : sterkte
force : truc
force : verkrachten
force : verplichten
force : zich opdringen
ford : doorwaden
fore : voorbeschikking
fore : voorgrond
fore- : achterklein-
fore- : oer-
fore- : voor-
forearm : onderarm
foreboding : voorgevoel
forecast : beduiden
forecast : profeteren
forecast : prognose
forecast : verwachting
forecast : voorspellen
forecast : voorspelling
forecast : voorzeggen
forecast : waarzeggen
forecastle : voorkasteel
forefather : stamvader
forefather : voorvader
forefather : voorzaat
forefinger : wijsvinger
forego : laten voorbijgaan
forego : passen
foreground : voorgrond
forehead : voorhoofd
foreign : allochtoon
foreign : buitenlands
foreign : onwennig
foreign : uitheems
foreign : vreemd
foreign country : buitenland
foreign currency : buitenlands geld
foreign debt : buitenlandse schuld
foreign lady : buitenlandse
foreign lady : vreemdelinge
foreign office : ministerie van buitenlandse zaken
foreign secretary : minister van buitenlandse zaken
foreign woman : buitenlandse
foreign woman : vreemdelinge
foreigner : buitenlander
foreigner : buitenlandse
foreigner : onbekende
foreigner : vreemde
foreigner : vreemdeling
foreigner : vreemdelinge
foreleg : voorpoot
foresee : bedacht zijn op
foresee : verwachten
foresee : vooruitzien
foresee : voorzien
foreseeable : afzienbaar
forest : bos
forest : woud
forest path : bospaadje
forest path : bospad
foretell : beduiden
foretell : profeteren
foretell : voorspellen
foretell : voorzeggen
foretell : waarzeggen
forever : eeuwig
forever : voor altijd
forever : voor eeuwig
foreward : naar voren
foreward : voorover
foreward : voort
foreward : vooruit
foreward : voorwaarts
foreword : voorbericht
foreword : voorrede
foreword : voorwoord
forge : namaken
forge : smeden
forge : vervalsen
forged : nagemaakt
forgery : vervalsing
forget : afleren
forget : vergeten
forget : verleren
forget-me-not : vergeet-me-niet
forget-me-not : vergeet-mij-niet
forget-me-not : vergeet-mij-nietje
forgetful : vergeetachtig
forgetful : vergeetachtige
forgive : begenadigen
forgive : vergeven
forgo : laten voorbijgaan
forgo : passen
fork : afsplitsen
fork : afsplitsing
fork : fork
fork : forken
fork : kruis
fork : splitsing
fork : vork
forks, knives and spoons : bestek, couvert, eetgerei, tafelgerei
form : aangaan
form : formeren
form : formulier
form : gedaante
form : vorm
form : vormen
form a group : samenkomen
form a group : samenrotten
form a group : samenscholen
form a group : zich groeperen
form an embankment : afdammen
form of application : aanvraagformulier
form up : aantreden
form up : in de rij gaan staan
form up : in de rij komen
formal : afgemeten
formal : ceremonieel
formal : formeel
formal : plechtig
formal : plechtstatig
formation : formatie
formation : rotsformatie
former : ex-
former : gewezen
former : oud-
former : verleden
former : voorafgaand
former : voorgaand
former : voormalig
former : vorig
former : vroeger
formerly : daarvoor
formerly : eerder
formerly : indertijd
formerly : vooraan
formerly : voorheen
formerly : vroeger
formerly : weleer
formidable : bijzonder
formidable : buitengewoon
formula : formule
formulate : formuleren
formulate : inkleden
formulate : vervatten
forsake : in de steek laten
forsake : laten varen
forsake : opgeven
forsake : verlaten
forsake : verzaken
forsook : verzaakte
forsook : verzaakten
forswear : afzweren
forsythia : Chinees klokje
forsythia : forsythia
fortification : fort
fortification : sterkte
fortification : verschansing
fortification : versterking
fortify : kracht bijzetten
fortify : sterken
fortify : versterken
fortnight : twee weken
fortnight : veertien dagen
fortnightly : tweewekelijks
fortress : vesting
fortunate : gelukkig
fortunate : zegenrijk
fortunately : gelukkig
fortune : fortuin
fortune : fortuinlijkheid
fortune : levenslot
fortune : lot
fortune teller : voorspeller
fortune teller : waarzegger
fortune teller : waarzegster
fortune teller : wichelaar
forty : veertig
forty-eight : achtenveertig
forty-five : vijfenveertig
forty-four : vierenveertig
forty-nine : negenenveertig
forty-one : eenenveertig
forty-seven : zevenenveertig
forty-six : zesenveertig
forty-three : drieënveertig
forty-two : tweeënveertig
forum : forum
forward : aanvaller
forward : voorspeler
fossil : fossiel
fossil : verstening
fossil fuel : fossiele brandstof
foster parents : pleegouders
foster-brother : pleegbroer
foster-child : pleegkind
foster-daughter : pleegdochter
foster-father : pleegvader
foster-mother : pleegmoeder
foster-parents : pleegouders
foster-sister : pleegzus
foster-sister : pleegzuster
foster-son : pleegzoon
foul : smerig
foul : vuil
foul language : scheldwoorden
foul weather : hondeweer
found : baseren
found : funderen
found : grondvesten
found : oprichten
found : stichten
found : vestigen
foundation : achtergrond
foundation : basis
foundation : bodem
foundation : fundament
foundation : fundering
foundation : grond
foundation : grondslag
foundation : ondergrond
foundation : stichting
fountain : bron
fountain : fontein
fountain : kwel
fountain : wel
fountain : welput
fountain pen : vulpen
fountain-pen : vulpen
four : vier
fourteen : veertien
fourteenth : veertiende
fourth : kwart
fourth : vierde
fourth : vierendeel
fowl : gevogelte
fowl : hen
fowl : hoen
fowl : kip
fox : vos
foxglove : gewoon vingerhoedskruid
foxglove : vingerhoedskruid
fraction : breuk
fraction : fractie
fracture : breuk
fracture : gotisch lettertype
fracture of the leg : beenbreuk
fragile : breekbaar
fragile : broos
fragile : fragiel
fragment : brok
fragment : deel
fragment : deeltje
fragment : fragment
fragment : item
fragment : jaartelling
fragment : partikel
fragment : punt
fragment : stuk
fragmentary : fragmentarisch
fragrance : geur
fragrant : aromatisch
fragrant : geurig
fragrant : welriekend
frame : in een lijst zetten
frame : inlijsten
frame : kader
frame : kozijn
frame : lijst
frame : omlijsting
frame : raam
frame : raamkozijn
frame : schilderijlijst
frame : spant
frame : vatten
frame : vensterkozijn
frame : vensterraam
framework : kader
framework : lijst
framework : omlijsting
framework : raam
france : frankrijk
francium : francium
frank : eerlijk
frank : openhartig
frankly : open en bloot
frankly : ronduit
frankly : rondweg
frankly : vrijuit
frankness : openheid
fraud : bedrieger
fraud : bedriegerij
fraud : fraude
fraud : oplichter
fraud : oplichting
freaky : bizar
freckle : sproet
freckle : zomersproet
free : bevrijden
free : gratis
free : kosteloos
free : kosteloze
free : laten gaan
free : leeg
free : los
free : loslaten
free : loslopend
free : loslopende
free : losse
free : om niet
free : onbezet
free : ongedwongen
free : open
free : pro Deo
free : verniet
free : vrij
free : vrije
free and easy : frank
free and easy : ongedwongen
free and easy : ongegeneerd
free and easy : vrij
free and easy : vrijmoedig
free and easy : vrijpostig
free kick : vrije schop
free kick : vrije trap
free kick : vrijschop
free of charge : gratis
free time : vrije tijd
free-standing : vrijstaand
freebooter : vrijbuiter
freedom : vlotheid
freedom : vrijdom
freedom : vrijheid
freedom of speech : vrijheid van meningsuiting
freemason : vrijmetselaar
freestone : arduin
freestone : hardsteen
freeway : autoweg
freeze (froze : vriezen
freeze : bevriezen
freeze : diepvriezen
freeze : invriezen
freeze : verstijven
freeze : vriezen
freezer : vriesvak
freezer : vriezer
freezing cold : vorst
freezing point : vriespunt
freight : cargo
freight : vracht
french : frans
french fries : frieten
french kiss : tongkus
french kiss : tongzoen
frenchman : fransman
frequency : frequentie
frequency modulation : frequentie modulatie
frequent : bezoeken
frequent : frequent
frequent : frequente
frequent : geregeld bezoeken
frequent : veelvuldig
frequently : dikwijls
frequently : gedurig
frequently : menigmaal
frequently : vaak
frequently : veel
frequently : veelal
frequently : veeltijds
fresco : fresco
fresh : fris
fresh : luchtig
fresh : nieuw
fresh : onbedorven
fresh : onbeschoft
fresh : vers
fresh : zoet
fresh water : zoet water
freshen : aanwakkeren
freshen : sterker worden
freshen : toenemen
freshwater : vers water
freshwater : zoet water
fretful : aalwaardig
fretful : aalwarig
fretful : gemelijk
fretful : verdrietig
friction : conflict
friction : frictie
friction : geschil
friction : onenigheid
friction : wrijving
friction : wrijvingsweerstand
friday : vrijdag
friend : bevriend zijn met
friend : maatje
friend : vriend
friend : vriendin
friend : vriendinnetje
friend : vriendje
friendless : zonder vrienden
friendly : aardig
friendly : amicaal
friendly : bevriend
friendly : lief
friendly : voorkomend
friendly : vriendelijk
friendly : vriendschappelijk
friendly : zoet
friends : vrienden
friendship : vriendschap
friesland : friesland
frieze : fries
fright : angst
frighten : bang maken
frighten : beangstigen
frighten : doen schrikken
frighten : schrik aanjagen
frighten : verschrikken
frighten : vrees aanjagen
frigid : koud
frindge : franje
fringe : band
fringe : boord
fringe : kant
fringe : rand
fringe : zoom
frisian : fries
frisk : fouilleren
frisk : levendig
frisk : levendige
fritillary : kievietsbloem
fritillary : kievitsbloem
friulian : frioelisch
frivolity : frivoliteit
frivolity : ijdelheid
frivolous : frivool
frivolous : ijdel
frivolous : lichtzinnig
frivolous : nietig
frivolous : onbelangrijk
frivolous : wuft
frock coat : geklede jas
frog : kikker
frog : kikvors
frog's legs : kikkerbilletjes
frogbit : kikkerbeet
frolic : dartel
frolic : dartelen
frolic : olijk
frolic : ondeugend
frolic : robbedoezen
frolic : schalks
frolic : schelms
frolic : stoeien
frolic about : bokkesprongen maken
frolicsome : dartel
frolicsome : olijk
frolicsome : ondeugend
frolicsome : schalks
frolicsome : schelms
from : met ingang van
from : op de
from : sedert
from : uit
from : van
from : vanaf
from here : hiervandaan
from here : van hier
from scratch : helemaal opnieuw
from scratch : vanaf het begin
from scratch : vanaf nul
from there : daar ... vandaan
from there : daarvan
from there : vandaar
from time to time : van tijd tot tijd
from where : van waar
from where : waar ... vandaan
from where : waarvandaan
front : front
front : gevel
front : voor-
front : voorkant
front : voorzijde
front door : voordeur
front paw : voorpoot
frontage : front
frontage : gevel
frontage : voorkant
frontage : voorzijde
frontier : grens
frontier : perk
frost : vorst
frostbite : door bevriezing veroorzaakte wond
frosted : berijpt
frosted : mat
frosted : mat-
frosted : met rijp bedekt
froth : bruisen
froth : doorroeren
froth : omroeren
froth : roeren
froth : schuim
froth : schuimen
froth : tintelen
frowsy : bedompt
frozen : bevroren
frozen) : vriezen
frugivore : fructivoor
fruit : fruit
fruit : spruit
fruit : vrucht
fruit tree : fruitboom
fruit-tree : ooftboom
fruit-tree : vruchtboom
fruitful : vruchtbaar
fruitful : vruchtdragend
frumenty : frumenty : eieren en suiker>
frumenty : rozijnen
frustrate : frustreren
fry : bakken
fry : fruiten
frying pan : koekepan
frying pan : pan
frying pan : pat
frying-pan : bakpan
frying-pan : koekepan
frying-pan : pan
frying-pan : pat
fuck : kanker!
fuck : kut!
fuck : naaibeer
fuck : naaien
fuck : neuken
fuck : neukmaatje
fuck : penetreren
fuck : potje neuken
fuck : verneuken
fuck around : aankloten
fuckhead : fuckhoofd
fuel : brandstof
fuel : stookmateriaal
fuel tank : benzinetank
fuel tank : busje
fuel tank : hostiekistje
fuel tank : trommeltje
fugitive : vluchteling
fugitive : vluchtelinge
fugitive : voortvluchtig
fugitive : voortvluchtige
full : compleet
full : ruim
full : totaal
full : verzadigd
full : vol
full : volkomen
full : volledig
full : wijd
full : zat
full moon : volle maan
full of holes : vol met gaten
full of images : beeldrijk
full of life : levenskrachtig
full of life : vitaal
full of zeal : ambitieus
full of zeal : ijverig
full of zeal : noest
full of zeal : volijverig
full of zeal : vurig
full payment : afbetaling
full stop : punt
full-grown : groot
full-grown : meerderjarig
full-grown : mondig
full-grown : volgroeid
full-grown : volwassen
full-time : voltijds
fully : geheel
fully : heel
fully : ten volle
fully : volkomen
fully : volledig
fully : voluit
fumble : friemelen
fumble : morrelen
fumble : scharrelen
fume : damp
fume : uitwasemen
fume : uitwaseming
fumy : stinkend
fun : amusement
fun : genoegen
fun : leuk
fun : leuke
fun : lol
fun : lollig
fun : lollige
fun : plezier
fun : plezierig
fun : plezierige
fun : pret
fun : schik
fun : vermaak
fun fair : kermis
function : ambt
function : baan
function : betrekking
function : dienen
function : functie
function : functioneren
function : fungeren
function : het doen
function : in zijn werk gaan
function : plaats
function : werken
function : werkkring
functionality : functionaliteit
functionary : functionaris
functionary : official
fund : fonds
fund : geldkist
fund : kapitaal
fund : kas
fundamental : fundamenteel
fundamentalism : fundamentalisme
funeral : begrafenis
funeral : graflegging
funeral : teraardebestelling
funeral procession : begrafenisstoet
funeral procession : rouwstoet
funeral service : rouwdienst
fungus : paddestoel
fungus : zwam
funk : bangerd
funk : lafaard
funnel : trechter
funny : aardig
funny : amusant
funny : grappig
funny : koddig
funny : komisch
funny : leuk
funny : moppig
funny : vermakelijk
fur : aanbakken
fur : aanslag
fur : aanzetten
fur : bont
fur : dierevel
fur : huid
fur : pels
fur : vacht
fur : vel
fur coat : bont
fur coat : pels
fur piece : bont
fur piece : pels
furious : dol
furious : doldriftig
furious : spinnijdig
furious : verbolgen
furious : verwoed
furious : woedend
furious : woest
furlough : verlof
furlough : vrijaf
furnace : kachel
furnace : oven
furnish : aankleden
furnish : afleveren
furnish : bestellen
furnish : leveren
furnish : meubileren
furnish : toevoeren
furnished : gemeubileerd
furniture : ameublement
furniture : huisraad
furniture : inboedel
furniture : meubelen
furniture : meubels
furniture : meubilair
furniture van : verhuisauto
furniture van : verhuiswagen
furrow : frons
furrow : fronsen
furrow : geul
furrow : groef
furrow : rimpel
furrow : rimpelen
furrow : voor
furrow : vore
furrow : zog
further : langer
further : meer
further : nader
further : verder
further : verderop
furthermore : bovendien
furthermore : daarenboven
furthermore : verder
furthermore : voorts
fuse : kousje
fuse : lampepit
fuse : lont
fuse : pit
fuss : bedoening
fuss : drukte
fuss : rompslomp
futile : ijdel
futile : nutteloos
futile : vergeefs
futile : vruchteloos
future : aankomend
future : beginnend
future : in spe
future : onvoltooid toekomende tijd
future : toekomend
future : toekomende tijd
future : toekomst
future : toekomstig
future : verschiet
future tense : toekomende tijd
fuzzy : dampig
fuzzy : heiig
fuzzy : mistig
fuzzy : nevelig
gaberdine : gabardine
gadfly : brems
gadfly : daas
gadfly : horzel or
gadfly : paardehorzel
gadfly : paardenvlieg
gadget : apparaatje
gadolinium : gadolinium
gadwall : krakeend
gag : aardigheidje
gag : bak
gag : grap
gag : grol
gag : jok
gag : kwinkslag
gag : mop
gag : moppen tappen
gag : pots
gag : scherts
gag : ui
gaggle : troep
gain : aankomen
gain : aanwinst
gain : acquest
gain : baat
gain : behalen
gain : bekomen
gain : belang
gain : buit
gain : gewin
gain : profijt
gain : prooi
gain : verdienen
gain : verdienste
gain : verkrijgen
gain : voordeel
gain : winnen
gain : winst
gain : zwaarder worden
gaiter : beenkap
gaiter : slobkous
galactic : galactisch
galactic : melkweg-
gale : storm
gall : gal
gall : galnoot
gall : plantengal
gallant : braaf
gallant : dapper
gallant : eerlijk
gallant : ferm
gallant : flink
gallant : kranig
gallant : manhaftig
gallant : vriendelijk
gallery : gaanderij
gallery : galerie
gallery : galerij
gallery : gang
gallery : trans
gallery of a mine : mijngang
galley : kombuis
galley : scheepskeuken
gallium : gallium
galloon : gallon
gallop : galop
gallop : galopperen
gallows : galg
gallows humor : galgenhumor
galosh : overschoen
galvanization : galvanisering
gamble : dobbelen
gamble : gok
gamble : gokken
game : match
game : spel
game : wild
gamecock : kemphaan
gamecock : vechthaan
gamma : gamma
gammer : besje
gammer : oude vrouw
gammer : oudje
gamut : scala
gamut : toonladder
gamut : toonschaal
gander : blik
gander : gander
gander : ganzerik
gander : kijkje
gander : mannetjesgans
gang : bende
gang : compagnie
gang : ploeg
gang : rot
gang : schare
gang : troep
gang : vendel
gangster : gangster
gangway : doorgang
gangway : loopplank
gangway : overgang
gangway : passage
gaol : gevangenis
gaol : kerker
gaol : nor
gap : bres
gap : gaping
gap : hiaat
gap : opening
gape : aangapen
gape : dom kijken
gape : gapen
gape : wijd openstaan
gape at : aangapen
garage : garage
garage : stalling
garage : zijspoor
garbage : afval
garbage : huisvuil
garbage : rommel
garbage : uitschot
garbage can : vuilcontainer
garbage can : vuilnisbak
garbage can : vuilnisemmer
garbage can : vuilnisvat
garbage dump : puinhoop
garbage dump : vuilnisbelt
garden : hof
garden : park
garden : tuin
garden : tuin-
garden : tuinieren
garden cress : bitterkers
garden cress : sterrenkers
garden cress : tuinkers
gardener : hovenier
gardener : tuinier
gardener : tuinman
gardenia : gardenia
gardening : tuinieren
garganey : zomertaling
gargle : afspoelen
gargle : gorgelen
gargle : spoelen
garland : bloemenkrans
garland : guirlande
garland : krans
garland : slinger
garland : slingerkrans
garlic : knoflook
garlic bulb : knoflookteentje
garment : gewaad
garment : kleding
garment : kledingstuk
garment : kleed
garnish : afzetten
garnish : beslaan
garnish : garneren
garnish : stofferen
garnish : uitmonsteren
garret : dakkamertje
garret : zolderkamer
garret : zolderkamertje
garrison : bezetting
garrison : garnizoen
gas : gas
gas cannister : gasfles
gas cylinder : gasfles
gas station : benzinepomp
gas station : benzinestation
gas station : pomp
gas station : pompstation
gas station : tankstation
gas tank : benzinetank
gasolene : benzine
gasoline : benzine
gasp : naar adem snakken
gastric juice : maagsap
gastric juice : maagzuur
gastroenterology : gastro-enterologie
gate : doorgang
gate : draaihek
gate : overgang
gate : passage
gate : poort
gateway : poort
gather : abstraheren
gather : afleiden
gather : besluiten
gather : bijeenkomen
gather : collecteren
gather : concluderen
gather : deduceren
gather : een gevolgtrekking maken
gather : innen
gather : inzamelen
gather : oogsten
gather : plukken
gather : rapen
gather : samenkomen
gather : vergaderen
gather : verzamelen
gathering : bijeenkomst
gathering : meeting
gathering : samenkomst
gathering : vergadering
gaunt : bedroefd
gaunt : doods
gaunt : droef
gaunt : droefgeestig
gaunt : droevig
gaunt : dun
gaunt : eenzaam
gaunt : hoekig
gaunt : hoekvormig
gaunt : huiveringwekkend
gaunt : leeg
gaunt : luchtig
gaunt : luguber
gaunt : mager
gaunt : melancholiek
gaunt : mistroostig
gaunt : naargeestig
gaunt : onbemand
gaunt : onbevolkt
gaunt : onbewoond
gaunt : schraal
gaunt : schriel
gaunt : somber
gaunt : spichtig
gaunt : sprietig
gaunt : treurig
gaunt : triestig
gaunt : troosteloos
gaunt : uitgestorven
gaunt : verdrietig
gaunt : verlaten
gaunt : weemoedig
gaunt : woest
gaunt : zwaarmoedig
gauze : gaas
gawk : aangapen
gawk : dom kijken
gawk : gapen
gay : flikker
gay : goedgehumeurd
gay : goedgeluimd
gay : homo
gay : homofiel
gay : homoseksueel
gay : homosexueel
gay : jolig
gay : luimig
gay : lustig
gay : monter
gay : opgewekt
gay : vrolijk
gay : welgemutst
gaze : aanstaren
gaze : staren
gaze : turen
gazelle : gazel
gazette : blad
gazette : krant
gear : kamrad
gear : kamwiel
gear : tandrad
gear : tandwiel
gear : uitrusting
gear : versnelling
gear-box : versnellingsbak
gear-case : versnellingsbak
gecko : gekko
gecko : toke
gecko : tokeh
gecko : tokkeh
gee-up : hop
geisha : geisha
gelding : ruin
gem : edelgesteente
gem : edelsteen
gem : juweel
gem : steen
gem/precious stone : edelsteen
gemstone : edelsteen
gendarme : gendarme
gendarme : rijksveldwachter
gendarme : veldwachter
gender : genus
gender : geslacht
gender : sekse
gene : gen
genealogical : genealogisch
genealogist : genealoog
genealogy : genealogie
genealogy : geslachtkunde
genealogy : stamboom
general : algemeen
general : algemene
general : generaal
general : in het groot
general : schetsmatig
general : universeel
general election : algemene verkiezingen
general practitioner : huisarts
general practitioner/gp : huisarts
generality : algemeenheid
generality : universaliteit
generally : doorgaans
generally : in het algemeen
generally : over het algemeen
generally : überhaupt
generalship : beleid
generalship : omzichtigheid
generalship : voorzichtigheid
generate : opwekken
generate : verwekken
generation : generatie
generation : geslacht
generation gap : generatiekloof
generative : generatief
generative : geslachtelijk
generative : sexueel
generous : genereus
generous : grootmoedig
generous : gul
generous : kwistig
generous : rijkelijk
generous : royaal
generous : scheutig
generous : vrijgevig
genesis : genese
genital : geslachts-
genital : seksueel
genitalia : genitaliën
genitalia : voortplantingsorganen
genitive : genitief
genitive : tweede naamval
genitive case : genitief
genitive case : tweede naamval
genius : beschermgeest
genius : genialiteit
genius : genie
genius : genius
genocide : genocide
genocide : volkerenmoord
genome : genoom
genotype : genotype
genre : genre
genre : genrestuk
gentian : gentiaan
gentle : liefelijk
gentle : mild
gentle : zacht
gentle : zachtaardig
gentle : zachtmoedig
gentle : zachtzinnig
gentle : zoel
gentle : zoet
gentleman : gentleman
gentleman : heer
gentleman : heerschap
gentleman : heren
gentleman : meneer
gentleman farmer : hereboer
gentlemanlike : beschaafd
gentlemanlike : keurig
gentleness : mildheid
gentleness : zachtaardigheid
gentleness : zachtheid
gentleness : zachtmoedigheid
gentleness : zoelheid
gently : voorzichtig
gently : zachtjes
genuine : authentiek
genuine : echt
genuine : onvervalst
genuine : waar
genuine/real : echt
genuinely : echt
genuinely : werkelijk
genuinely : wezenlijk
genuinly : echt
genuinly : inderdaad
genuinly : naar waarheid
genuinly : waarachtig
genuinly : waarlijk
genuinly : werkelijk
genus : geslacht
genus : soort
geographer : aardrijkskundige
geographer : geograaf
geographic : aardrijkskundig
geographic : geografisch
geographical : aardrijkskundig
geographical : geografisch
geography : aardrijkskunde
geography : geografie
geological : geologisch
geologist : geologe
geologist : geoloog
geology : aardkunde
geology : geologie
geometry : geometrie
geometry : meetkunde
geranium : geranium
geranium : pelargonium
germ : bacterie
germ : kiem
germ : microbe
germ : oog
germ : zaad
germ : zaadkiem
german : duits
german : duitse
german : duitser
germanium : germanium
germany : duitsland
germinate : kiemen
germinate : ontkiemen
gerund : gerundium
gesture : gebaar
gesture : gebaren
gesture : geste
gesture : gesticuleren
get : aankomen
get : aanschaffen
get : aanvatten
get : arriveren
get : begrijpen
get : behalen
get : bereiken
get : betrekken
get : buit maken
get : deelachtig worden
get : doen
get : gaan halen
get : genieten
get : halen
get : inhalen
get : krijgen
get : laten
get : laten doen
get : laten komen
get : maken
get : nemen
get : ontbieden
get : ontvangen
get : oprapen
get : pakken
get : raken
get : reiken tot
get : toucheren
get : treffen
get : uitreiken
get : vatten
get : verkrijgen
get : verschaffen
get : verstaan
get : verstrekken
get : verwerven
get : worden
get : zich voorzien van
get a divorce : scheiden
get acquainted with : bekend raken met
get angry : boos worden
get angry : in toorn ontsteken
get angry : zich kwaad maken
get blurred : aanslaan
get blurred : beslaan
get bored : zich vervelen
get caught on : blijven haken
get caught on : zich vastgrijpen
get caught on : zich vastklampen
get cold : afkoelen
get covered with : beslaan
get dim : beslaan
get divorced : scheiden
get dressed : zich aankleden
get drunk : dronken worden
get finished : afkrijgen
get hungry : honger krijgen
get in : doordringen
get in : in een auto stappen
get in : instappen
get in a quarrel : ruzie krijgen
get into a car : in een auto stappen
get into a car : instappen
get lost : teloorgaan
get lost : verdwalen
get lost : verloren gaan
get lost : wegraken
get lost : zoek raken
get married : in het huwelijk treden
get married : trouwen
get mouldy : beschimmelen
get mouldy : schimmelen
get mouldy : verschimmelen
get off : afdalen
get off : naar beneden gaan
get off : zinken
get off the subject : afdwalen
get off the subject : opzijgaan
get out : uitstappen
get out of a car : uitstappen
get out of a habit : afleren
get out of a habit : afwennen
get out of a habit : met een gewoonte breken
get over : troost vinden in
get ready : gereedkomen
get ready : klaarkomen
get rid of : afschaffen
get rid of : afwerpen
get rid of : elimineren
get rid of : kwijtraken/afkomen van
get rid of : opdoeken
get rid of : uitmaken
get rid of : verwijderen
get rid of : wegdoen
get rid of : zich bevrijden van
get something over with : ergens komaf mee maken
get stronger : aansterken
get stronger : op verhaal komen
get tired : vermoeid raken
get up : gaan staan
get up : opgaan
get up : opkomen
get up : opstaan
get up : rijzen
get up : stijgen
get up : uit bed komen
get up : verrijzen
get up : wassen
get up : zich voordoen
get used : aarden
get used : gewend raken
get used : wennen
get well : beterschap
get wet : een nat pak krijgen
get wet : nat worden
get wet : zweten
get-at-able : aanspreekbaar
ghastly : afgrijselijk
ghastly : afschuwelijk
ghastly : akelig
ghastly : doodsbleek
ghastly : huiveringwekkend
ghastly : luguber
ghastly : naar
ghastly : onaangenaam
ghastly : verdrietelijk
ghastly : vervelend
gherkin : augurk
ghetto : ghetto
ghost : blinde
ghost : blinde bij kaarspel
ghost : geest
ghost : schim
ghost : spook
ghost : spookbeeld
giant : kerel
giant : reus
giant : reusachtig
giant : reuzen-
gibberish : Bargoens
gibberish : wartaal
gibbon : gibbon
giddy : duizelig
gift : aanleg
gift : cadeau
gift : donatie
gift : gave
gift : geschenk
gift : gift
gift : presentje
gift : schenken
gift : schenking
gift : talent
gift/talent/aptitude (for) : aanleg/talent
gifted : begaafd
gifted : geboren
gifted : talentvol
gigantic : gigantisch
gigantic : reusachtig
giggle : gegiechel
giggle : giechelen
gild : vergulden
gilder : gulden
gill : kieuw
gin : jenever
gin : klare
ginger : gember
ginger : ros
ginger : rosse
ginger beer : gemberbier
gipsy : zigeuner
giraffe : giraf
giraffe : giraffe
gird : aangespen
gird : aangorden
gird : gorden
gird : omgorden
girder : balk
girder : onderlegger
girder : ribbe
girdle : ceintuur
girdle : gordel
girdle : riem
girl : griet
girl : grietje
girl : meid
girl : meidje
girl : meisje
girlfriend : vriendin
giro payment slip : acceptgirokaart
gist : essence
gist : essentie
gist : kern
gist : wezen
gist : wezenheid
give : aanbieden
give : aangeven
give : cadeau geven
give : geven
give : indienen
give : opbrengen
give : overhandigen
give : presenteren
give : schenken
give : spelen
give : toebrengen
give : toekennen
give : verlenen
give : vertonen
give : voorstellen
give a repeat order for : nabestellen
give a ring : aanbellen
give a ticket : bekeuren
give a ticket : notuleren
give a ticket : verbaliseren
give an account : aanbrengen
give an account : melden
give an account : overbrengen
give an account : verslaan
give an account : verslag uitbrengen
give an airing : luchten
give an airing : spuien
give an airing : uitluchten
give an airing : ventileren
give as an excuse : doen alsof
give as an excuse : voorgeven
give as an excuse : voorwenden
give back : hergeven
give back : reproduceren
give back : teruggeven
give back : vergelden
give back : weergeven
give birth : baren
give birth : bevallen
give birth : ter wereld brengen
give birth to : baren
give birth to : bevallen
give birth to : het leven schenken
give birth to : teweegbrengen
give birth to : voortbrengen
give in : afstaan
give in : het veld ruimen
give in : toegeven
give in : wijken
give in : zwichten
give notice : aandienen
give notice : aankondigen
give notice : adverteren
give notice : melden
give notice : verkondigen
give off an odour : geuren
give off an odour : rieken
give off an odour : ruiken
give offence : aanstoot geven
give pain to : bedroeven
give pain to : grieven
give pain to : smarten
give rise to : aandoen
give rise to : aanrichten
give rise to : stichten
give rise to : teweegbrengen
give rise to : veroorzaken
give tongue : aanslaan
give tongue : beginnen te blaffen
give up : afstaan
give up : afstand doen van
give up : het veld ruimen
give up : opgeven
give up : toegeven
give up : uitvallen
give up : wijken
give up : zwichten
give utterance to : ontlokken
give utterance to : slaken
give utterance to : uitbrengen
give utterance to : uitdrijven
give utterance to : uiten
give utterance to : uithalen
give way : afstaan
give way : het veld ruimen
give way : toegeven
give way : wijken
give way : zwichten
give-away shop : weggeefwinkel
given : gegeven
given name : roepnaam
given name : voornaam
glacier : gletscher
glacier : gletsjer
glad : blij
glad : verblijd
glad : verheugd
gladiator : gladiator
gladiolus : gladiool
gladiolus : zwaardlelie
gladness : blijdschap
gladness : blijheid
gladness : verheugenis
gladness : verheuging
gladness : vreugde
glamor : autoriteit
glamor : gezag
glamor : prestige
glamour : autoriteit
glamour : gezag
glamour : prestige
glamourous : prestigieus
glance : een blik werpen
glance : een blik werpen op
gland : klier
glandular : ingeboren
glans : pessarium
glans penis : eikel
glasnost : glasnost
glass : drinkglas
glass : glas
glass : glazen
glasses : bril
glassy : glasachtig
glassy : glazig
glaucoma : glaucoom
glaze : glanzen
glaze : glazuren
glaze : glazuur
glaze : verglazen
glazier : glazenmaker
glean : oppikken
glide : een glijvlucht maken
glide : glibberen
glide : glijden
glide : glippen
glide : schuiven
glide : uitglijden
glide : zweefvliegen
glider : zeilvliegtuig
glider : zweeftoestel
glider : zweefvliegtuig
glimpse : glimps
global : globaal
global : wereldwijd
global warming : opwarming van de aarde
globe : aardbol
globe : bal
globe : bol
globe : globe
globe : kloot
globe : kogel
globe : wereld
globe : wereld(bol)
globe : wereldbol
globe-flower : kogelbloem
globe-trotter : wereldreiziger
glockenspiel : beiaard
glockenspiel : klokkenspel
gloomy : naargeestig
gloomy : somber
gloomy : troosteloos
glorify : loven
glorify : prijzen
glorify : roemen
glorify : verheerlijken
glorious : beroemd
glorious : glorierijk
glorious : glorieus
glorious : roemrijk
glorious : roemruchtig
glorious : roemvol
glory : beroemdheid
glory : dankzegging
glory : eer or
glory : glorie
glory : lof
glory : luister
glory : pracht or
glory : roem
gloss : glans
gloss : glosse
gloss : kanttekening
gloss : pracht
gloss : schijn
gloss : schittering
glossary : glossarium
glossary : terminologie
glossary : vakwoordenboek
glossary : vakwoordenlijst
glossy : glanzend
glossy antshrike : rouw-mierklauwier
glottal stop : glottisslag
glove : handschoen
glow : blaken
glow : gloed
glow : gloeien
glow : in gloed staan
glow : vuur
glow in the dark : fosforesceren
glow with heat : blaken
glow with heat : gloeien
glow with heat : in gloed staan
glue : hechten
glue : kit
glue : kleefmiddel
glue : kleefstof
glue : lijm
glue : lijmen
glue : plakken
gluten : gluten
gnash : knarsen
gnash : piepen
gnat : mug
gnat : steekmug
gnat-bite : muggebeet
gnaw : knagen
gnaw off : afkluiven
gnaw off : knabbelen
gnawer : knaagdier
gnome : aardmannetje
gnome : gnoom
gnu : gnoe
gnu : wildebeest
go : gaan
go : go
go : karren
go : lopen
go : rijden
go : van stapel lopen
go : varen
go : verdwijnen
go : verlopen
go : zich begeven
go : zullen
go around : omgaan
go around : rondgaan
go astray : afdwalen
go astray : dwalen
go astray : opzijgaan
go astray : van de weg afwijken
go astray : verdwalen
go away : afgaan
go away : vertrekken
go away : weggaan
go away : zich verwijderen
go back : achteruitgaan
go back : terugdeinzen
go back : teruggaan
go back : terugkeren
go back : teruglopen
go back : terugtrekken
go back : verslechteren
go back : weer gaan
go backwards : achteruitgaan
go backwards : terugdeinzen
go backwards : teruggaan
go bad : bederven
go bankrupt : failliet gaan
go beyond : overgaan
go beyond : overlopen
go beyond : oversteken
go beyond : te boven gaan
go broke : bankroet gaan
go broke : failleren
go broke : failliet gaan
go broke : mislukken
go bust : failliet gaan
go by : afgaan op
go crazy : dol worden
go crazy : gek worden
go down : afdalen
go down : afslaan
go down : afvaren
go down : dalen
go down : naar beneden gaan
go down : teruglopen
go down : verzakken
go down : wegzakken
go down : zakken
go down : zinken
go downhill : aftakelen
go downhill : gebrekkig worden
go downhill : in verval raken
go downhill : vervallen
go fast : haast maken
go fast : spoed maken
go fast : voortmaken
go fast : zich haasten
go fast : zich spoeden
go for a walk : aan de wandel zijn
go for a walk : lopen
go for a walk : tippelen
go for a walk : wandelen
go forward : voorwaarts gaan
go in : binnengaan
go in : binnenlopen
go in : ingaan
go in for : doen aan
go off : afgaan
go off : aftakelen
go off : gebrekkig worden
go off : in verval raken
go off : vervallen
go on : doorgaan
go on : verder gaan met
go on : vervolgen
go on : voortgaan
go on : voortzetten
go on foot : gaan
go on foot : lopen
go on foot : te voet gaan
go on pension : met pensioen gaan
go on pilgrimage : een pelgrimstocht maken
go on the blink : haperen
go on the blink : stuk gaan
go on the blink : uitvallen
go out : uitgaan
go out : uitkomen
go out : uitlopen
go out : uitstappen
go out : uitstijgen
go out : uittreden
go steady : verkering hebben
go straight to : afgaan op
go through : afleggen
go through : aflopen
go through : beleven
go through : doorgaan
go through : doormaken
go through : ervaren
go through : gaan door
go through : ondervinden
go through customs : door de douane gaan
go to bed : gaan slapen
go to bed : naar bed gaan
go to bed : zich ter ruste begeven
go to court : procederen
go to sleep : gaan slapen
go to the cinema : naar de film gaan
go to the movies : naar de film gaan
go to the polls : gaan stemmen
go under : onder ... doorgaan
go up : bestijgen
go up : klimmen
go up : naar boven gaan
go up : opgaan
go up : opkomen
go up : oplopen
go up : opstaan
go up : rijzen
go up : stijgen
go up : verrijzen
go up : wassen
go with : meegaan
goal : doel
goal : doelstelling
goal : doelwit
goal : goal
goal : honk
goal : wit
goalkeeper : doelman
goalkeeper : doelwachter
goalkeeper : doelwachtster
goalkeeper : keeper
goat : bok
goat : geit
goat : sik
goblet : beker
goblet : bloemkelk
goblet : bokaal
goblet : cup
goblet : drinkbeker
goblet : kelk
goblet : miskelk
goblin : aardmannetje
goblin : gnoom
goblin : kabouter
goblin : kobold
god : god
god : godheid
god-fearing : godvrezend
goddess : godin
godfather : naamgever
godfather : peet
godfather : peetoom
godfather : peetvader
godfather : peter
godlike : goddelijk
going down : achteruitgang
going down : teruggang
going down : verloop
going down : vermindering
gold : goud
gold : gouden
gold : gouden medaille
gold : goudkleurig
gold : goudstuk
gold : gulden
gold braid : gallon
gold-coloured : goudkleurig
gold-mine : goudmijn
golden : goudblond
golden : gouden
golden : goudkleurig
golden : gulden
golden eagle : steenarend
golden hamster : goudhamster
golden yellow : goudgeel
goldeneye : brilduiker
goldenrod : guldenroede
goldfinch : distelvink
goldfinch : putter
goldfish : goudvis
goldsmith : goudsmid
golf : golf
golf : golfspel
gonorrhea : gonorroe
good : goed
good : goede
good : okee
good : welzijn
good afternoon : goede namiddag
good afternoon : goedemiddag
good afternoon : goeiemiddag
good breeding : beschaafdheid
good breeding : welgemanierdheid
good cause : goede zaak
good day : dag
good day : goedendag
good day : goeiendag
good evening : goedenavond
good evening : goeienavond
good friday : goede vrijdag
good health : op uw gezondheid
good health : proost
good health : prosit
good health : santé
good luck : veel geluk
good luck : veel geluk!
good morning : goedemorgen
good morning : goeiemorgen
good news : goed nieuws
good night : goedenacht
good night : goeienacht
good night : terusten-familiar
good night : welterusten
good samaritan : barmhartige samaritaan
good taste : goede smaak
good taste : smaak
good-bye : afscheid
good-bye : vaarwel
good-for-nothing : deugniet
good-for-nothing : nietsnut
good-for-nothing : nutteloos
good-for-nothing : onbruikbaar
good-for-nothing : rabauw
good-for-nothing : rekel
good-hearted : coulant
good-hearted : goedaardig
good-hearted : goedhartig
good-hearted : goedig
good-hearted : handelbaar
good-hearted : toegevend
good-looking : goeduitziend
good-natured : aardig
good-natured : lief
good-natured : voorkomend
good-natured : vriendelijk
good-natured : zoet
good-smelling : geurig
good-smelling : welriekend
goodbye : adieu
goodbye : afscheid
goodbye : dag
goodbye : doei
goodbye : tot weerziens
goodbye : tot ziens
goodbye : vaarwel
goodbye- : afscheids-
goodness : goedheid
goods : colli
goods : colli's
goods : goederen
goods : waar
goods : waren
google : googelen
google : googlen or googelen
goose : gans
goose bumps : kippenvel
goose is cooked : de rapen zijn gaar
gooseberry : klapbes
gooseberry : kruisbes
gooseneck barnacle : eendenmossel
gorge : bergkloof
gorge : kloof
gorgeous : schitterend
gorilla : gorilla
goshawk : havik
gosling : ganzenjong
gospel : evangelie
gossamer : herfstdraden
gossip : babbelen
gossip : klets
gossip : kletsen
gossip : kletspraat
gossip : kletspraatje
gossip : kwaadspreken
gossip : prietpraat
gossip : roddel
gossip : roddelaar
gossip : roddelaarster
gossip : roddelen
gossip : zeveren
goulash : goulash
gourd : kalebas
gourd : pompoen
gout : jicht
gout : podagra
govern : aanvoeren
govern : besturen
govern : de scepter zwaaien
govern : heersen
govern : regeren
governess : gouvernante
governess : huisonderwijzeres
government : gouvernement
government : overheid
government : regering
government inspector : inspecteur
government inspector : revisor
governor : bestuurder
governor : goeverneur
governor : gouverneur
gown : japon
gown : jurk
gown : toga
gp : huisarts
grab : aangrijpen
grab : bemachtigen
grab : grijpen
grab : vastgrijpen
grace : bevalligheid
grace : genade
grace : gratie
grace : sierlijkheid
grace note : gunst nota
graceful : bevallig
graceful : gracieus
graceful : gracieus/sierlijk
graceful : sierlijk
gracefulness : bevalligheid
gracefulness : gratie
gracefulness : sierlijkheid
grade : cijfer
grade : graad
grade : mate
grade : rang
grade : stand
grade : status
grade : trap
gradual : geleidelijk
gradual(ly) : geleidelijk
gradually : geleidelijk
gradually : langzamerhand
gradually : zoetjes aan
graduate : afgestudeerd
graduate : afgestudeerde
graduate : afstuderen
graduate : een diploma behalen
graduate : een diploma halen
graduate : gediplomeerd
graft : ent
graft : enten
grafter : enter
grain : aderen
grain : graan
grain : koren
grain : korrel
grain : marmeren
grain : pit
grain : zaadkorrel
grain of salt : korreltje zout
grain of salt : zoutkorrel
grain of sand : zandkorrel
gram : gram
grammar : grammatica
grammar : spraakkunst
grammar : spraakleer
grammar school : basisschool
grammar school : gymnasium
grammar school : lagere school
gramme : gram
grammophone disc : grammofoonplaat
grammophone disc : plaat
grand : grandioos
grand : groots
grand : overweldigend
grand : verheven
grand-nephew : achterneef
grand-niece : achternicht
grandchild : kleinkind
granddad : opa
granddaughter : kleindochter
grandfather : grootvader
grandfather : opa
grandiose : grandioos
grandiose : groots
grandiose : overweldigend
grandiose : verheven
grandmother : grootmoeder
grandmother : oma
grandparent : grootouder
grandparents : grootouders
grandson : kleinzoon
granite : graniet
granite : granieten
granivore : granivoor
granivore : zaadeter
granny : besje
granny : bomma
granny : grootje
granny : oma
granny : opoe
grant : studietoelage
grant : toegeven
grant : verlenen
granule : korrel
granule : pit
granule : zaadkorrel
grape : druif
grape : druivelaar
grape : druiven-
grape : druivenkleurig
grapefruit : grapefruit
grapefruit : pompelmoes
grapes : druiven
grapevine : wijnstok
grapevine : wingerd
graph : graaf
graph : grafiek
graph theory : grafentheorie
grapheme : grafeem
graphic : aanschouwelijk
graphic arts : grafiek
graphic arts : grafische kunst
graphical user interface : grafische gebruikersinterface
graphics : grafiek
graphics : grafische kunst
grapple : beetkrijgen
grapple : beetnemen
grapple : beetpakken
grapple : pakken
grapple : vangen
grapple : vastpakken
grapple : vatten
grasp : aangrijpen
grasp : beetpakken
grasp : begrijpen
grasp : begrip
grasp : bemachtigen
grasp : greep
grasp : grijpen
grasp : grip
grasp : inname
grasp : slag
grasp : vastgrijpen
grasp : vastpakken
grasp : vat
grass : gras
grass : wiet
grass green : grasgroen
grasshopper : sprinkhaan
grate : afrastering
grate : hek
grate : knarsen
grate : knersen
grate : kraken
grate : krassen
grate : piepen
grate : raspen
grate : rooster
grate : traliehek
grateful : dankbaar
grateful for : dankbaar voor
grating : geknars
grating : gekras
gratis : gratis
gratis : kostenloos
gratis : om niet
gratis : pro Deo
gratis : ten geschenke
gratitude : dank
gratitude : dankbaarheid
gratitude : dankzegging
gratitude : erkentelijkheid
grave : angstig
grave : bang
grave : bedenkelijk
grave : graf
grave : groeve
grave : zorgbarend
grave : zorgwekkend
grave-mound : grafheuvel
gravel : gravel
gravel : grind
gravel : gruis
gravel : keisteen
gravel : kiezel
gravel : kiezelsteen
gravel : steengruis
gravel : vuursteen
graveyard : begraafplaats
graveyard : kerkhof
gravitation : zwaartekracht
gravity : zwaartekracht
gravy : jus
gravy : saus
gravy : sop
graze : afgrazen
graze : grazen
graze : weiden
grease : invetten
grease : smeren
grease : vet
grease pit : smeerkuil
grease pit : smeerput
greasy : dik
greasy : vet
greasy : vettig
great : de grote
great : excellent
great : fantastisch
great : fijn
great : groot
great : kostelijk
great : tiptop
great : tof
great : uitmuntend
great : voortreffelijk
great antshrike : grote mierklauwier
great northern diver : ijsduiker
great spotted woodpecker : grote bonte specht
great tit : koolmees
great white shark : grote witte haai
great-aunt : oudtante
great-grandfather : overgrootvader
great-grandmother : overgrootmoeder
great-grandparent : overgrootouder
great-uncle : oudoom
greater celandine : schelkruid
greater celandine : stinkende gouwe
greater-than sign : groter-danteken
greatgrand- : achterklein-
greatgrand- : oer-
greatgrandchild : achterachterkleinkind
greatgrandchild : achterkleinkind
greatgranddaughter : achterkleindochter
greatgrandson : achterkleinzoon
grebe : aalduiker
grebe : fuut
greediness : begeerte
greediness : begerigheid
greediness : graagte
greedy : begerig
greedy : belust
greedy : gretig
greedy : happig
greedy : hebzuchtig
greedy : verlekkerd
green : groen
green : groene
green : groene jongen
green : groenten
green : groentje
green : onervaren
green thumb : iemand met groene vingers
green woodpecker : groene specht
green-backed firecrown : kolibrie
greens : bladgroente
greenweed : brem
greet : begroeten
greet : groeten
greeting : begroeting
greeting : groet
greeting : saluut
greeting : verwelkoming
greeting : welkomstgroet
grenade : granaat
grep : greppen
grep : zoeken
grey : grauw
grey : grauwe
grey : grijs
grey : grijze
grey wolf : wolf
greyhound : hazewind
greyhound : hazewindhond
greyhound : windhond
greylag goose : grauwe gans
grid : afrastering
grid : coördinatienet
grid : coördinatiestelsel
grid : elektriciteitsnet
grid : hek
grid : hekje
grid : kruis
grid : net
grid : netwerk
grid : raster
grid : rooster
grid : traliehek
grief : bedroefdheid
grief : leed
grief : mistroostigheid
grief : smart
grief : somberheid
grief : verdriet
grief : zorg
grieve : bedroeven
grieve : beproeven
grieve : betreuren
grieve : droevig stemmen
grieve : ergeren
grieve : grieven
grieve : treuren
grieve : verdriet doen
grieve : verdrieten
griffon vulture : vale gier
grill : afrastering
grill : hek
grill : rooster
grill : traliehek
grim : grimmig
grimace : gezichten trekken
grimace : grijns
grimace : grijnzen
grimace : grimas
grind : knarsen
grind : kwellen
grind : malen
grind : piepen
grind : vermalen
grind out :
grind out : afdraaien
grind out : opdreunen
grip : aangrijpen
grip : bemachtigen
grip : griep
grip : grijpen
grip : influenza
grip : vastgrijpen
gripped : belangstellend
gripped : geboeid
gripped : gefascineerd
gripped : geïnteresseerd
grisly : akelig
grisly : eng
grisly : griezelig
grisly : ijzingwekkend
grisly : naar
grisly : onaangenaam
grisly : verdrietelijk
grisly : vervelend
grit : gravel
grit : grind
grit : gruis
grit : steengruis
grizzly bear : grizzlybeer
groan : kermen
groan : kreunen
groan : stenen
groan : steunen
groan : zuchten
grocer : kruidenier
groceries : boodschappen
grocery : kruidenier
groin : lies
groom : groom
groom : paardeknecht
groom : piccolo
groom : rijknecht
groom : stalknecht
grope : aftasten
grope : betasten
grope : bevoelen
grope : tasten
grope : voelen
groschen : groschen
gross domestic product : bruto nationaal product
gross national product : bruto nationaal product
grotesque : grillig
grotesque : grotesk
grotesque : potsierlijk
grotto : grot
ground : aarde
ground : aarden
ground : aarding
ground : achtergrond
ground : baseren
ground : bodem
ground : fond
ground : gemalen
ground : grond
ground : huisarrest geven
ground : maalde
ground : maalden
ground : met de aarde verbinden
ground : neuter
ground : ondergrond
ground : terrein
ground : vliegverbod opleggen
ground : voedingsbodem
ground floor : begane grond
ground floor : bel-etage
ground floor : eerste etage
ground floor : eerste verdieping
ground frost : nachtvorst
ground ivy : hondsdraf
ground level : begane grond
ground wire : aarding
ground wire : aardleiding
ground zero : maalde nul
ground-floor : benedenverdieping
ground-floor : parterre
ground-nut : aardnoot
ground-nut : apenoot
ground-nut : pinda
grounding : aarding
grounding : aardleiding
groundless : ongegrond
grounds : terrein
group : drift
group : groep
group : groepering
group : hoop
group : kudde
group : schare
group : school
group : set
group : stel
group : troep
group : zwerm
group member : groepslid
grouser : brombeer
grouser : kniesoor
grouser : mopperaar
grouser : mopperpot
grow : aangroeien
grow : aankweken
grow : aanwassen
grow : bebouwen
grow : beschaven
grow : gebeuren
grow : gedijen
grow : groeien
grow : kweken
grow : raken
grow : stijgen
grow : telen
grow : toegaan
grow : toenemen
grow : verbouwen
grow : voortgang hebben
grow : wassen
grow : worden
grow more beautiful : mooier worden
grow more beautiful : opknappen
grow sour : verzuren
grow sour : zuur worden
grow stronger : aansterken
grow stronger : op verhaal komen
growing : groeiend
growl : kankeren
growl : mopperen
growl : morren
growl : sputteren
grown over : begroeid
grown-up : meerderjarig
grown-up : mondig
grown-up : volwassen
grown-up : volwassene
growth : aangroei
growth : aanwas
growth : gestalte
growth : groei
growth : ontwikkeling
growth : plantengroei
growth : toename
growth : was
growth : wasdom
grub : delven
grub : graven
grub : larve
grub : opduikelen
grub : opgraven
grub : rooien
grub : spitten
grub : uitgraven
grub : winnen
grub : woelen
grudge : haatdragendheid
grudge : rancune
grudge : wraakgierigheid
grudge : wraakzucht
grudge : wrok
gruel : brij
gruel : moes
gruel : pap
gruesome : afgrijselijk
gruesome : afschuwelijk
gruesome : eng
gruesome : griezelig
gruesome : huiveringwekkend
gruesome : ijselijk
gruesome : ijzingwekkend
gruesome : luguber
gruesome : schrikaanjagend
gruesome : verfoeilijk
gruesome : verschrikkelijk
gruesome : vervaarlijk
gruesome : vreselijk
gruff : bars
gruff : honds
gruff : nors
gruff : nurks
gruff : onaardig
gruff : onvriendelijk
gruff : stuurs
gruff : zuur
grumble : kankeren
grumble : mopperen
grumble : morren
grumble : sputteren
grumbler : brombeer
grumbler : kniesoor
grumbler : mopperaar
grumbler : mopperpot
grumpy : korzelig
grumpy : kribbig
guanaco : guanaco
guano : guano
guarantee : [garanderen
guarantee : aval
guarantee : borg staan voor
guarantee : garanderen
guarantee : garantie
guarantee : sponsoren
guarantee : waarborg
guarantee : waarborgen
guarantee : waarborging
guarantee : wisselborgtocht
guarantee of a bill : aval
guarantee of a bill : wisselborgtocht
guard : behoeden
guard : bewaarder
guard : bewaken
guard : bewaker
guard : bewaking
guard : bewaren
guard : bewaren voor
guard : cipier
guard : conducteur
guard : conductor
guard : de wacht hebben
guard : garde
guard : hoede
guard : hoeden
guard : hoeder
guard : lijfwacht
guard : wacht
guard : wachter
guard : waken over
guardian : voogd
guardian angel : beschermengel
guardian angel : genius
guardian angel : schutsengel
guava : guave
guelder rose : sneeuwbal
guenon : meerkat
guess : aannemen
guess : denk
guess : doorzien
guess : gissen
guess : gissing
guess : gok
guess : menen
guess : raden
guess : stellen
guess : vermoeden
guess : veronderstellen
guess : veronderstelling
guesswork : gissing
guest : gast
guest : introducé
guest : logé
guest house : pension
guide : besturen
guide : brengen
guide : de weg wijzen
guide : dirigeren
guide : geleiden
guide : gids
guide : gidsboek
guide : leiden
guide : leiding
guide : mennen
guide : reisgids
guide : richten
guide : rondleiden
guide : vademecum
guide : voeren
guidebook : gids
guidebook : gidsboek
guidebook : leidraad
guidebook : reisgids
guidebook : richtsnoer
guidebook : vademecum
guideline : richtlijn
guild : gilde
guilder : gulden
guile : arglist
guile : boosaardigheid
guileless : argeloos
guilt : schuld
guiltless : onbedorven
guiltless : onnozel
guiltless : onschuldig
guiltless : schuldeloos
guilty : schuldig
guinea fowl : parelhoen
guinea fowl : poelepetaat
guinea pig : cavia
guinea pig : guinees biggetje
guinea pig : proefkonijn
guinea-pig : Guinees biggetje
guinea-pig : cavia
guitar : gitaar
gulden : gulden
gules : rood
gulf : afgrond
gulf : bocht
gulf : boezem
gulf : golf
gulf : inham
gulf : zeeboezem
gull : meeuw
gullet : slokdarm
gullible : lichtgelovig
gullible : lichtgelovige
gullible : naïef
gullible : naïeve
gully : bergkloof
gulp down : opslokken
gulp down : verzwelgen
gum : gom
gum : gummi
gum : tandvlees
gun : geweer
gun : kanon
gun : neerschieten
gun : opdrijven
gun : pistool
gun : roer
gun : schietwapen
gun : vuurwapen
gun-carriage : affuit
gunner : artillerist
gunpowder : buskruit
gunpowder : kruit
gunsight : richtmiddel
gunsight : vizier
gunsight : zoeker
guqin : qin
gurgle : gurgle : kabbelen
gurgle : klateren
gurgle : murmelen
guru : goeroe
gush : opspatten
gush : stuiven
gush : verspuiten
gusto : animo
gusto : bedrijvigheid
gusto : drukte
gusto : opgewektheid
gusto : tierigheid
gusto : vertier
guts : ingewanden
guts : lef
gutter : goot
guy : kerel
guy : knul
guy : persoon
guy : snuiter
guy : sujet
guy : vent
guy rope : tui
gym : gymnastiekzaal
gym : gymzaal
gym : sportzaal
gym : turnzaal
gymnasium : gymzaal
gymnasium : sportzaal
gymnasium/gym : sportzaal/gymzaal
gymnastics : gymnastiek
gypsy : zigeuner
gypsy : zigeunerin
gyroscope : gyroscoop
habit : aanwensel
habit : gebruik
habit : gewoonte
habit : hebbelijkheid
habit : usance
habitat : biotoop
habitat : leefgebied
habitation : bewoning
hack : hakken
hack : houwen
hack : kappen
hack : knol
hack : kraken
hack : kuch
hack : kuchen
hacker : hacker
hacker : hakker
hackneyed : afgezaagd
haddock : schelvis
haemorhoids : aambeien
haemorrhage : bloeding
haemorrhoid : aambei
haemorrhoids : aambeien
hafnium : hafnium
haggle : afdingen
haggle : marchanderen
haggle : pingelen
hagiography : hagiografie
hahnium : hahnium
hail : hagel
hail : hagelen
hail from : afkomstig zijn van
hail from : stammen uit
hail from : stammen van
hailstone : hagelkorrel
hailstone : hagelsteen
hair : haar
hair : haren
hair of the head : haar
hair of the head : haardos
hair of the head : hoofdhaar
hair ribbon : haarband
hair-do : knipbeurt
hair-splitter : haarklover
hair-splitter : muggezifter
hair-splitter : pietlut
hair-splitter : vitter
hair-splitter : woordenzifter
hair-splitting : gevit
hair-splitting : haarkloverij
hair-splitting : muggezifterij
hair-splitting : vitterij
haircut : kapsel
hairdresser : kapper
hairdresser : kapster
hairnet : haarnetje
hairpiece : pruik
hairs : haar
hairs : haren
hairy : behaard
hairy : harig
hairy : ruig
hairy : ruigharig
hajj : hadj
halal : halal
halberd : hellebaard
halcyon : ijsvogel
half : half
half : helft
half brother : halfbroeder
half brother : halfbroer
half past : half twee
half sister : halfzus
half sister : halfzuster
half- : half-
half-brother : halfbroer
half-brother : stiefbroer
half-life : halfwaardetijd
half-life : halveringstijd
half-sister : halfzuster
half-tone : cliché
half-tone : negatief
half-yearly : halfjaarlijks
halibut : heilbot
haliotis : haliotis
hall : hal
halo :
halo : aureool
halo : difussiehalo
halo : heiligenkrans
halo : kring
halo : nimbus
halo : stralenkrans
halogen : halogeen
halt : aanhouden
halt : afslaan
halt : blijven staan
halt : halthouden
halt : keren
halt : stilhouden
halt : stilleggen
halt : stilstaan
halt : stilzetten
halt : stoppen
halt : stuiten
halva : halva
halve : halveren
halyard : hijskraan
ham : ham
ham : hesp
hamburger : hamburger
hamburger meat : gehakt
hamlet : buurtschap
hamlet : gehucht
hamlet : vlek
hammer : hamer
hammer : hameren
hammer : inhameren
hammer-head shark : hamerhaai
hammering : gehamer
hammock : hangmat
hamper : belemmeren
hamper : bemoeilijken
hamper : blokkeren
hamper : mand
hamper : obstructie voeren
hamper : opstoppen
hamper : struikelblok?
hamper : verstoppen
hamper : wasmand
hamster : hamster
hand : aangeven
hand : aanreiken
hand : afdragen
hand : arbeider
hand : begeleiden
hand : geleiden
hand : greep
hand : hand
hand : handgreep
hand : handvol
hand : helpen
hand : kant
hand : leiden
hand : matroos
hand : overbrengen
hand : overgeven
hand : overhandigen
hand : ter hand stellen
hand : toereiken
hand : werker
hand : werkkracht
hand : werkman
hand : werkmier
hand : wijzer
hand : zijde
hand over : aangeven
hand over : aanreiken
hand over : afdragen
hand over : overbrengen
hand over : overgeven
hand over : overhandigen
hand over : ter hand stellen
hand over : toereiken
hand-bag : handtas
hand-bag : handtasje
hand-bag : reticule
hand-bag : tas
hand-bag : tasje
hand-me-down : afdankertje
handball : handbal
handball : hands
handball : handsbal
handbook : gids
handbook : gidsboek
handbook : handboek
handbook : reisgids
handbook : vademecum
handcuff : boeien
handcuff : handboeien omdoen
handcuff : in de boeien slaan
handcuffs : handboeien
hander : overhandiger
handful : handjevol
handful : handvol
handful : kleine hoeveelheid
handi-craftsman : ambachtsman
handicap : belemmering
handicap : hindernis
handicap : hinderpaal
handicraft : ambacht
handicraft : beroep
handicraft : handwerk
handicraft : vak
handiwork : handwerk
handkerchief : zakdoek
handle : aanpakken
handle : aanraken
handle : bedienen
handle : behandelen
handle : bevoelen
handle : gevest
handle : hals
handle : handgreep
handle : handvat
handle : hanteren
handle : heft
handle : hengsel
handle : klink
handle : knop
handle : kruk
handle : manipuleren
handle : omgaan
handle : omgaan met
handle : onder handen nemen
handle : onderhandelen
handle : oor
handle : peuteren
handle : pulken
handle : steel
handle : vingeren
handle : zich bezighouden met
handleable : handelbaar
handlebars : roer
handlebars : stuur
handmade : handgemaakt
handmade : met de hand gemaakt
handmaid : dienstmaagd
handpicked : handgekozen
handsaw : handzaag
handshake : hand
handshake : handdruk
handsome : fijn
handsome : fraai
handsome : knap
handsome : mooi
handsome : net
handsome : schoon
handy : binnen handbereik
handy : doelmatig
handy : gemakkelijk
handy : gepast
handy : geschikt
handy : handig
handy : passend
handyman : manusje-van-alles
hang : hangen
hang : ophangen
hang : opknopen
hang down : afhangen
hang onto : bijhouden
hang onto : houden
hang onto : vasthouden
hang-glider : hang-glider
hanging : behang
hanging : hangend
hanging : hangende
hanging : verhangen
hanging : verhanging
hanging lamp : hanglamp
hangman : beul
hangover : kater
happen : aan de hand zijn
happen : gebeuren
happen : geschieden
happen : toegaan
happen : voorkomen
happen : voortgang hebben
happen : voorvallen
happen : worden
happiness : geluk
happy : bedreven
happy : blij
happy : gelukkig
happy : handig
happy : kundig
happy : opgewekt
happy : tevreden
happy : verblijd
happy : verheugd
happy : zegenrijk
happy easter : zalig pasen
happy new year : gelukkig nieuwjaar
harass : bestoken
harass : lastigvallen
harassment : intimidatie
harbor : haven
harbour : haven
hard : hard
hard : harde
hard : inspannend
hard : kalkrijk
hard : kalkrijke
hard : lastig
hard : moeilijk
hard : moeilijke
hard : onweerlegbaar
hard : onweerlegbare
hard : onzacht
hard : slim
hard : straf
hard : straffe
hard : stug
hard : zwaar
hard : zware
hard labour : dwangarbeid
hard-boiled : hardgekookt
hard-worked : afgezaagd
harden : harden
harden : stalen
harden : temperen
hardly : amper
hardly : kwalijk
hardly : lastig
hardly : moeilijk
hardly : nauwelijks
hardly : ternauwernood
hardly : zwaar
hardness : hardheid
hardness : stugheid
hardship : ontbering
hardworking : arbeidzaam
hardworking : ijverig
hardworking : naarstig
hardworking : nijver
hardworking : vlijtig
hardworking : werkzaam
hardy : aanbeeldbeitel
hare : haas
harelip : hazelip
harem : harem
harem : vrouwenverblijf
haricot : boon
haricot : prinsesseboon
haricot : snijboon
haricot : sperzieboon
harm : afbreuk
harm : benadelen
harm : beschadigen
harm : deren
harm : duperen
harm : kwaad
harm : kwaad doen
harm : kwetsen
harm : kwetsuur
harm : letsel
harm : letsel toebrengen
harm : nadeel
harm : schade
harm : schaden
harmful : nadelig
harmful : schadelijk
harmless : onschadelijk
harmonic : harmonisch
harmonica : accordeon
harmonica : harmonica
harmonious : eendrachtig
harmonious : harmonieus
harmonious : harmonisch
harmonize : bijeenpassen
harmonize : harmoniëren
harmonize : samenklinken
harmony : eendracht
harmony : harmonie
harmony : samenklank
harness : bespannen
harness : gareel
harness : inspannen
harness : optuigen
harness : span
harness : spannen
harness : tuig
harness : tuigen
harness : voorspannen
harp : harp
harpoon : harpoen
harpoon : harpoeneren
harpsichord : klavecimbel
harpy : Zuidamerikaanse arend
harpy : harpij
harrier : kiekendief
harrow : eg
harrow : egge
harrow : eggen
harry : afstropen
harry : uitschudden
harsh : bars
harsh : beestachtig
harsh : bruut
harsh : dierlijk
harsh : doordringend
harsh : grof
harsh : hardhandig
harsh : honds
harsh : lomp
harsh : nors
harsh : nurks
harsh : onaardig
harsh : onkies
harsh : onvriendelijk
harsh : ruw
harsh : schel
harsh : scherp
harsh : stuurs
harsh : wrang
harsh : zuur
harshness : hardheid
harshness : hardvochtigheid
hart : hert
hart : hertenbok
harvest : oogst
harvest : oogsten
harvest : opbrengst
hash : hekje
hash : kruis
hashish : hasj
hashish : hasjiesj
haste : haast
haste : haastigheid
haste : ijl
hastily : gehaast
hastily : haastig
hastily : inderhaast
hasty : haastig
hat : hoed
hatch : arceren
hatch : schaduwen
hatch out : uitbroeden
hate : haat
hate : haten
hated : gehaat
hatred : haat
haul : trekken
haunt : kwellen
haunt : spoken
haunt : vervolgen
have : erop nahouden
have : genieten
have : hebben
have : krijgen
have : ontvangen
have : toucheren
have a bath : baden
have a bath : een bad nemen
have a fever : koorts hebben
have a good time : zich amuseren
have a good time : zich vermaken
have a good time : zich vermeien
have a nice day : een prettige dag verder
have a tendency : neigen
have an accident : een ongeluk krijgen
have an erection : een erectie krijgen
have an interest in : belang hebben bij
have at one's disposal : beschikken over
have at one's disposal : disponeren
have bad luck : pech hebben
have bad luck : wanboffen
have compassion on : beklagen
have compassion on : medelijden hebben
have compassion on : medelijden hebben met
have confidence in : toevertrouwen
have confidence in : vertrouwen
have confidence in : vertrouwen hebben in
have diarrhoea : diarree hebben
have effect : effect sorteren
have effect : uitwerken
have effect : uitwerking hebben
have effect : werken
have enough : genoeg hebben
have enough : vol zitten
have eyes bigger than one's belly : ogen groter dan je maag hebben
have faith : fiducie hebben in
have faith : vertrouwen
have faith : vertrouwen stellen in
have faith in : fiducie hebben in
have faith in : vertrouwen
have faith in : vertrouwen op
have faith in : vertrouwen stellen in
have good luck : boffen
have good luck : geluk hebben
have good luck : het treffen
have good luck : zwijnen
have got : erop nahouden
have got : hebben
have got hold of : beethebben
have sex : copuleren
have sex : naaien
have sex : neuken
have sex : vozen
have sex : wippen
have sexual intercourse : gemeenschap hebben
have sexual intercourse : paren
have the right to : het recht hebben
have the right to : mogen
have to : behoren
have to : dienen
have to : horen
have to : moeten
have to : zullen
haven : haven
haven : toevluchtsoord
haven : vrijhaven
hawk : havik
hawk's-beard : streepzaad
hawkweed : havikskruid
hawthorn : meidoorn
hawthorn : meidoren
hay : hooi
hay : hooien
hay fever : hooikoorts
haystack : hooiberg
haystack : hooimijt
haystack : opper
hazard : gewaagdheid
hazard : kans lopen
hazard : op het spel zetten
hazard : risico
hazard : risico lopen
hazard : riskeren
hazard : toeval
hazard : toevalligheid
hazard : waag
hazard : waagstuk
hazard : wagen
hazardous : bedenkelijk
hazardous : gewaagd
hazardous : riskant
hazardous : waaghalzerig
haze : bedillen
haze : haarkloven
haze : het lastig maken
haze : muggeziften
haze : vitten
hazel : hazelaar
hazel : hazelnoot
hazel-tree : hazelaar
hazelnut : hazelnoot
he : 'ie
he : 'm
he : hem
he : hij
he-goat : bok
he-goat : geitebok
head : aanvoeren
head : baas
head : bazin
head : beeldenaar
head : chef
head : cheffin
head : de weg wijzen
head : een richting op gaan
head : ergens naar toe gaan
head : geleiden
head : hoofd
head : kop
head : krop
head : leiden
head : leider
head : leidster
head : rondleiden
head for : aansturen op
head of a department : afdelingschef
head of a school : hoofd der school
head of a school : hoofdonderwijzer
head of a school : schoolhoofd
head of cattle : beest
head of cattle : bruut
head of cattle : stuk vee
head of department : afdelingschef
head of state : staatshoofd
head to toe : van top tot teen
head up : aanvoeren
head up : besturen
head up : regeren
headache : hoofdpijn
headache : koppijn
header : hoofd
header : rubriek
heading : graad
heading : kop
heading : onderschrift
heading : titel
headlamp : koplamp
headlight : koplamp
headlight : lichtbak
headlight : reflector
headline : (kranten)kop
headmaster : hoofd der school
headmaster : hoofdonderwijzer
headmaster : schoolhoofd
headquarters : hoofdkwartier
headscarf : hoofddoek
heal : beter maken
heal : genezen
heal : genezen (van wond)
heal : helen
health : gezondheid
health : welzijn
health resort : kuuroord
healthy : fit
healthy : gezond
healthy : gezonde
healthy : valide
heap : accumuleren
heap : boel
heap : drift
heap : drom
heap : groep
heap : hooiopper
heap : hoop
heap : kudde
heap : massa
heap : menigte
heap : opeenhopen
heap : opeenstapelen
heap : ophopen
heap : opper
heap : opstapelen
heap : schare
heap : schelf
heap : school
heap : set
heap : stapel
heap : stapelen
heap : stel
heap : tas
heap : tassen
heap : troep
heap : zwerm
hear : horen
hear : vernemen
hear : verstaan
hearing : gehoor
hearing aid : gehoorapparaat
hearsay : befaamdheid
hearsay : faam
hearsay : gerucht
hearsay : mare
hearsay : reputatie
hearsay : roem
hearsay : roep
hearse : lijkwagen
heart : hart
heart : harten
heart- : hart-
heartburn : brandend maagzuur
heartburn : maagbrand
heartburn : maagzuur
heartburn : zuur
hearth : haard
hearth : haardstede
hearth : open haard
hearth : schoorsteen
hearth : schouw
hearth : stookplaats
hearth : vuurhaard
hearts : harten
hearty : hartelijk
hearty : innig
heat : bronst
heat : drift
heat : geslachtsdrift
heat : gloed
heat : heet worden
heat : hitte
heat : opwarmen
heat : opwinden
heat : smoorhitte
heat : stoken
heat : verhitten
heat : verwarmen
heat : vuur
heat : warmte
heat wave : hittegolf
heater : kachel
heater : verwarming
heath : dophei
heath : dopheide
heath : heide
heath : heideveld
heathen : heiden
heather : heide
heather : struikheide
heating : verwarmend
heating : verwarming
heaven : de hemel
heaven : hemel
heaven : lucht
heaven : paradijs
heavenly : hemel-
heavenly : hemels
heavenly body : hemellichaam
heavenly body : ster
heavy : drukkend
heavy : zwaar
heavy : zware
heavy water : zwaar water
hectare : hectare
hectic : erg druk
hectic : hectisch
hectolitre : hectoliter
hectolitre : mud
hectometre : hectometer
hectosecond : hectoseconde
hedge : haag
hedge : heg
hedge : steg
hedge clippers : heggeschaar
hedge shears : heggeschaar
hedge-sparrow : bastaardnachtegaal
hedgehog : egel
hedgehog : stekelvarken
hedonism : epicurisme
hedonism : genotzucht
hedonism : hedonisme
hedonist : epicurist
hedonist : hedonist
hedonist : levensgenieter
heel : hak
heel : hiel
heel : op de hielen zitten
hegemony : hegemonie
heifer : vaars
height : hoogte
height : lengte
height : stand
height of the barometer : barometerstand
heighten : aandikken
heighten : verergeren
heir : erfgenaam
heir : legataris
heiress : erfgename
helicopter : helikopter
helium : helium
helix : propeller
helix : schroef
helix : schroefdraad
helix : vliegtuigschroef
hell : hel
hellebore : nieskruid
hellish : hels
hello : ben je daar nog?
hello : dag
hello : gegroet
hello : goedendag
hello : hallo
hello : hallo!
hello : hoi
hello : ja
hello? : hallo?
helm : roer
helm : stuur
helmet : helm
help : assistentie
help : assisteren
help : baten
help : bijstaan
help : bijstand
help : help!
help : helpen
help : heul
help : hulp
help : hulp!
help : hulpbetoon
help : ter zijde staan
help : toedoen
help : toeverlaat
help down : afhelpen
help off : afhelpen
helper : assistent
helper : famulus
helper : helper
helper : hulp
helpful : behulpzaam
helpful : hulpvaardig
helpfulness : behulpzaamheid
helpfulness : hulpvaardigheid
helpless : hulpeloos
helpless : waar niet aan te doen valt
hemi- : half-
hemisphere : halfrond
hemisphere : hemisfeer
hemlock : dolle kervel
hemorrhage : bloeding
hemorrhoid : aambei
hemp : hennep
hemp-nettle : hennepnetel
hen : hen
hen : kip
hen : kippevlees
hen : leghen
hen : legkip
hen : wijfje
hen's egg : kippeëi
hence : aldaar
hence : bijgevolg
hence : daarheen
hence : dus
hence : er vandoor
hence : hiervandaan
hence : van hier
henceforth : voortaan
henna : henna
hepatica : leverbloempje
hepatitis : hepatitis
hepatitis a : hepatitis a
her : 'r
her : aan 'r
her : aan d'r
her : aan haar
her : d'r
her : haar
her : hun
her : naar d'r
her : naar haar
her : ze
her : zij
her : zijn
herald : heraut
herald : uitbazuinen
herald : voorbode
heraldry : heraldiek
heraldry : wapenkunde
herb : kruid
herbivore : herbivoor
herbivore : planteneter
herd : drift
herd : groep
herd : hoop
herd : kudde
herd : roedel
herd : schare
herd : school
herd : set
herd : stel
herd : troep
herd : zwerm
here : hier
here : hierheen
here and there : hier en daar
here are : alsjeblieft
here are : alstublieft
here are : hier
here are : hierzo
here are : kijk
here are : ziedaar
here are : ziezo
here is : alsjeblieft
here is : alstublieft
here is : hier
here is : hierzo
here is : kijk
here is : ziedaar
here is : ziezo
hereafter : hiernamaals
hereditary : erfelijk
hereditary : overerfelijk
heredity : erfelijkheid
heredity : overerfelijkheid
heresy : ketterij
heretic : ketter
heretic : ketters
heretical : ketters
herewith : hierbij
heritage : erfenis
heritage : erfgoed
hermaphrodite : hermafrodiet
hermaphrodite : hermafrodiete
hermit : heremiet
hermit : kluizenaar
hermit crab : heremietkreeft
hernia : hernia
hero : held
hero : heldin
hero : heros
hero : hoofdrolspeler
heroic : heldhaftig
heroic : heroïsch
heroin : heroïne
heroine : heldin
heroism : heldenmoed
heroism : heldhaftigheid
heron : reiger
herpes : herpes
herring : haring
herring : zeebanket
hers : de hare
hers : het hare
herself : vanzelf
herself : zelf
herself : zelve
hesitant : aarzelend
hesitate : aarzelen
hesitate : dubben
hesitate : schoorvoeten
hesitate : schromen
hesitate : waggelen
hesitate : wankelen
hesitate : weifelen
hesitate : wiebelen
hesitate : zwichten
hesitation : aarzeling
hesitation : geweifel
hesitation : hapering
hesitation : schroom
hesitation : weifeling
heuristic : heuristiek
heuristic : heuristisch
heuristic : heuristische
hexadecimal : heksadecimale talstelsel
hexadecimal : hexadecimaal
hexadecimal : hexadecimale
hexadecimal : zestientallig
hexagon : zeshoek
hey : ey
hey : hallo
hey : hee
hey : hee daar
hey : hey
hey : ho
hey : hola
hey : zeg
hey there : hela
hi : hallo
hi : hoi
hiatus : hiaat
hibiscus : hibiscus
hiccup : hik
hiccup : hikken
hiccup : snik
hiccups : hik
hidden : clandestien
hidden : verborgen
hidden : verdekt
hidden : verkapt
hidden : verscholen
hidden : verstopt
hidden agenda : geheime agenda
hidden agenda : verborgen agenda
hidden) : verbergen
hide (hid : verbergen
hide : dierevel
hide : huid
hide : leer
hide : onderduiken
hide : ontveinzen
hide : pels
hide : vacht
hide : vel
hide : verbergen
hide : verhelen
hide : verschuilen
hide : verstoppen
hide : wegstoppen
hide : zich schuilhouden
hide : zich verbergen
hide : zich verstoppen
hide : zich wegstoppen
hide and seek : verstoppertje
hide oneself : onderduiken
hide oneself : zich schuilhouden
hide oneself : zich verbergen
hide-and-seek : verstoppertje
hideous : afgrijselijk
hideous : afschuwelijk
hideous : ijselijk
hideous : verfoeilijk
high : high
high : hoog
high : verheven
high priest : hogepriester
high school : gymnasium
high society : de hogere standen
high tide : hoog water
high tide : hoogtij
high tide : vloed
high-flown : buitenissig
high-flown : buitensporig
high-flown : extravagant
high-handedness : aanmatiging
high-handedness : onbescheidenheid
highlight : hoogtepunt
highway : autosnelweg
highway : autostrade
highway : eenbaansweg
highway : grote weg
highway : heerbaan
highway : hoofdstraat
highway : hoofdweg
highway : rijweg
highway : straatweg
highway : verkeersweg
hijack : hijacken
hijack : kapen
hill : aanaarden
hill : heuvel
hill up : aanaarden
hillside : glooiing
hillside : helling
hillside : heuvelhelling
hillside : schuinte
him : 'ie
him : 'm
him : aan 'm
him : aan hem
him : hem
him : hij
him : naar 'm
him : naar hem
himself : vanzelf
himself : zelf
himself : zelve
hind : achterste
hind : hinde
hind : later
hind : volgend
hind axle : achteras
hind part : achtereind
hind wheel : achterwiel
hinder : belemmeren
hinder : beletten
hinder : bemoeilijken
hinder : doorkruisen
hinder : hinderen
hinder : obstructie voeren
hinder : opstoppen
hinder : storen
hinder : stremmen
hinder : verhinderen
hinder : verstoppen
hinder : verstoren
hindmost : achterste
hindmost : later
hindmost : volgend
hindrance : belemmering
hindrance : belet
hindrance : beletsel
hindrance : stoornis
hindrance : storing
hindrance : verhindering
hinge : scharnier
hinny : muilezel
hint : tip
hint : zinspelen
hinterland : achterland
hip : heup
hip-hop : hip-hop
hippo : nijlpaard
hippopotamus : nijlpaard
hire : aannemen
hire : aanwerven
hire : afhuren
hire : charteren
hire : huren
hire : huur
hire : in dienst nemen
hire : tewerkstellen
hired house : huurhuis
hired out : verhuurd
hirsute : behaard
his : aan hem
his : de zijne
his : haar
his : het zijne
his : hun
his : zijn
hiss : fluiten
hiss : sissen
historian : chroniqueur
historian : kroniekschrijver
historic : historisch
historical : geschiedkundig
historical : historisch
history : geschiedenis
history : historie
history : verhaal
hit : bestseller
hit : furore
hit : halen
hit : hit
hit : houwen
hit : inslaan
hit : kaskraker
hit : klappen
hit : kloppen
hit : opvallen
hit : raken
hit : slaan
hit : slag
hit : stoot
hit : teisteren
hit : treffen
hit the nail on the head : de spijker op de kop slaan
hitch on : aanhaken
hitch on : enteren
hitch on : haken
hitch on : vasthaken
hitchhike : autostop doen
hitchhike : liften
hitchhiker : lifter
hitchhiker : liftster
hither : alhier
hither : hier
hither : hierheen
hitherto : tot hiertoe
hitman : huurdoder
hitman : huurmoordenaar
hoar : berijpt
hoar : met rijp bedekt
hoarding : reclamebord
hoarse : hees
hoarse : rauw
hoarse : schor
hoax : bedotten
hoax : beduvelen
hoax : beetnemen
hoax : om de tuin leiden
hobbit : hobbit
hobby : hobby
hobby : liefhebberij
hobby : vrijetijdsbesteding
hock : Rijnwijn
hockey : hockey
hod : mortelbak
hoe : schoffel
hoe : schoffelen
hog : varken
hog : zwijn
hogweed : bereklauw
hoist : hijsen
hoist : ophijsen
hoist up : hijsen
hoist up : ophijsen
hold : aanhouden
hold : bijhouden
hold : houden
hold : ruim
hold : scheepsruim
hold : vasthouden
hold a post-mortem : nakaarten
hold against : aanrekenen
hold against : toedichten
hold against : toerekenen
hold against : toeschrijven
hold against : wijten
hold back : achterhouden
hold back : detineren
hold back : ophouden
hold back : reserveren
hold back : terughouden
hold back : weerhouden
hold responsible : aansprakelijk stellen
hold responsible : verantwoordelijk stellen
holder : foedraal
holder : houder
holder : schede
hole : gat
hole : gracht
hole : greppel
hole : groef
hole : groeve
hole : holte
hole : kuil
hole : oog
hole : opening
hole : put
hole : sloot
holiday : rustdag
holiday : snipperdag
holiday : vakantiedag
holiday : vrije dag
holiday home : vakantieappartement
holiness : heiligheid
holland : holland
holland : nederland
hollow : diepliggend
hollow : hol
hollow : ingevallen
hollow-eyed : hologig
holly : hulst
holmium : holmium
holocaust : totale vernietiging
holy : geheiligd
holy : gewijd
holy : heilig
holy : sacraal
holy grail : heilige graal
holy object : heilig object
holy roman empire : heilige roomse rijk
homage : eed van trouw
homage : eerbetoon
homage : hommage
homage : hulde
homage : huldebetoon
homage : huldeblijk
home : huiswaarts
home : naar huis
home : tehuis
home : thuis
home office : ministerie van binnenlandse zaken
home secretary : minister van binnenlandse zaken
homeless : dakloos
homeopathy : homeopathie
homesickness : heimwee
homework : huiswerk
homicide (ae) : moord
homicide (ar) : moord
homonym : homoniem
homophone : homofoon
homosexual : flikker
homosexual : homo
homosexual : homofiel
homosexual : homoseksueel
homosexual : homosexueel
homy : gezellig
homy : huiselijk
honest : degelijk
honest : eerlijk
honest : eerzaam
honest : fatsoenlijk
honest : net
honesty : eerlijkheid
honey : honing
honey : schat
honey : schatje
honey bee : honingbij
honeybee : honingbij
honeycomb : honingraat
honeymoon : huwelijksweken
honeymoon : wittebroodsweken
honeysuckle : kamperfoelie
honor : eer
honor : eerbewijs
honor : eren
honor : hulde
honor : huldigen
honor : vereren
honorary : eervol
honorary : ere-
honorary : honorair
honorary : vererend
honorary : weledel
honorary : weledelgeboren
honorary : weledelgeleerd
honorary doctorate : eredocaat
honorary doctorate : eredoctoraat
honour : eer
honour : eerbewijs
honour : eren
honour : hulde
honour : huldigen
honour : vereren
honourable : eervol
hoo-ha : drukte
hoo-ha : herrie
hoo-ha : ophef
hood : afzuigkap
hood : apache
hood : bedekken
hood : bedekking
hood : beschermingskap
hood : buurt-
hood : capuchon
hood : deksel
hood : huik
hood : kaft
hood : kap
hood : kapotjas
hood : mantelkap
hood : motorkap
hood : omslag
hood : schuifdak
hood : straatschuimer
hood : wagenkap
hood : wijk-
hoodlum : gangster
hoof : hoef
hook : aan de haak slaan
hook : agrafe
hook : angel
hook : boog
hook : haak
hook : haakje
hook : haakvormig
hook : haken
hook : in elkaar haken
hook : krom
hook : ontmoeten
hook : slot
hook : spang
hook : treffen
hook : verslaven
hook : vishaak
hook on : aanhaken
hook on : enteren
hook on : haken
hook on : vasthaken
hooker : hoer
hooker : lichtekooi
hooker : prostituée
hooker : publieke vrouw
hooker : snol
hooker : termeier
hooks and eyes : haaksluiting
hooligan : hooligan
hooligan : vandaal
hooliganism : vandalisme
hoop : hoepel
hoopoo : hop
hoot after : najouwen
hooter : claxon
hooter : hoorn
hooter : kuif
hooter : toeter
hop : hop : hinkelen
hop : hop
hop : huppelen
hope : hoop
hope : hopen
hope : uitzicht
hope : verwachting
hope for : ambiëren
hope for : dingen naar
hope for : najagen
hope for : nastreven
hope for : streven naar
hopefully : hoopvol
hopefully : hopelijk
hops : hops : hop
horde : bende
horde : horde
horizon : gezichtseinder
horizon : horizon
horizon : kim
horizontal : horizontaal
horizontal : horizontale
horizontal : platliggend
horizontal : waterpas
hormone : hormoon
horn : claxon
horn : hoorn
horn : horen
horn : toeter
hornbeam : haagbeuk
horned viper : horenslang
hornet : hoornaar
hornet : horzel
hornet : schapenhorzel
horny : geil
horny : hoornig
horologist : horologe
horologist : horoloog
horology : horologie
horoscope : horoscoop
horrible : afgrijselijk
horrible : afschuwelijk
horrible : afzichtelijk
horrible : akelig
horrible : angstaanjagend
horrible : angstwekkend
horrible : beangstigend
horrible : foeilelijk
horrible : gruwelijk
horrible : huiveringwekkend
horrible : ijselijk
horrible : luguber
horrible : naar
horrible : onaangenaam
horrible : schrikaanjagend
horrible : verdrietelijk
horrible : verfoeilijk
horrible : verschrikkelijk
horrible : vervaarlijk
horrible : vervelend
horrible : vreselijk
horror : afgrijzen
horror : afschrik
horror : afschuw
horror : gruwel
horror : gruweldaad
horror : verschrikking
horror : walging
horror : weerzin
horror : zielsangst
horse : bok
horse : paard
horse : paarde-
horse : paarden-
horse : ros
horse- : paarde-
horse- : paarden-
horse-chestnut : kastanje
horse-chestnut : paardekastanje
horse-fly : brems
horse-fly : daas
horse-fly : paardehorzel
horse-radish : mierik
horse-radish : mierikswortel
horseman : ruiter
horsepower : paardekracht
horsepower : paardenkracht
horseradish : boerenradijs
horseradish : mierik
horseradish : mierikswortel
horseshoe : hoefijzer
horsewoman : amazone
hospitable : gastvrij
hospitable : herbergzaam
hospital : gasthuis
hospital : hospitaal
hospital : ziekenhuis
hospitality : gastvrijheid
host : gastheer
host : herbergier
host : logementhouder
host : waard
hostage : garant
hostage : gijzelaar
hostel : herberg
hostel : logement
hostel : pension
hostess : gastvrouw
hostess : waardin
hostile : vijandelijk
hostile : vijandig
hostile : vijandige
hostilities : vijandelijkheden
hostility : vijandigheid
hot : gloeiend
hot : heet
hot : smoorheet
hot : snikheet
hot chocolate : warme choco
hot season : hete seizoen
hot-headed : heethoofdig
hotchpotch : allegaartje
hotel : hotel
hothead : driftkikker
hothead : heethoofd
hound : jachthond
hour : stonde
hour : uur
hour's : -urig
hourglass : zandloper
houri : hoeri
houri : houri
hours' : -urig
house : huis
house : pand
house arrest : huisarrest
house charge : bedieningsgeld
house mouse : huismuis
house music : house
house of commons : lagerhuis
house of correction : bagno
house of correction : tuchthuis
house of ill fame : bordeel
house of ill fame : hoerenkast
house of ill fame : huis van plezier
house of lords : hogerhuis
house of worship : bedehuis
house of worship : kerk
house of worship : kerkgebouw
house to let : huurhuis
house- : huis-
house-owner : huiseigenaar
housed : behuisd
housed : gehuisvest
housed : wonend
housed : woonachtig
housefly : vlieg
housekeeper : huishoudster
housewife : huisvrouw
housewife : vrouw des huizes
housing estate : woonwijk
hovel : kavalje
hovel : kot
hovel : krot
hovel : rothuis
hover : zweven
how : hoe
how : op welke manier
how : op welke wijze
how : wat
how are you : hoe gaat het?
how are you : hoe gaat hoe is het?
how are you? : hoe gaat het?
how are you? : hoe maakt u het?
how do you do? : hoe gaat het?
how do you do? : hoe maakt u het?
how far : hoever
how long : hoelang
how long : voor hoelang
how long? : hoelang?
how many : hoeveel
how many : hoeveelste
how much : hoeveel
how old are you? : hoe oud ben je?
how old are you? : hoe oud bent u?
however : daarentegen
however : echter
however : eender hoe
however : maar
however : niettemin
however : toch
howl : brullen
howl : bulderen
howl : daveren
howl : huilen
howl : kreet
howl : loeien
hub : bus
hub : naaf
hub-cap : naafdop
hub-cap : wieldop
huddle : hokken
huddle : samenleven
hue : nuance
hue : nuancering
hue : schakering
hue : tint
hug : knuffelen
hug : omarmen
hug : omhelzen
hug : omklemmen
hug : omknellen
hug : omspannen
hug : omvademen
hug : omvatten
huge : enorm
huge : geweldig
huge : gigantisch
huge : kolossaal
huge : ontzaglijk
huge : reusachtig
huge : reusachtige
hula hoop : hoelahoep
hula hoop : hoepel
hull : bodem
hull : casco
hull : romp
hull : scheepsromp
hum : brommen
hum : gonzen
hum : razen
hum : snorren
hum : suizelen
hum : suizen
hum : tuiten
hum : zoemen
human : mens
human : menselijk
human being : mens
human race : mensdom
human race : mensheid
human rights : rechten van de mens
humane : humaan
humane : menselijk
humanism : humanisme
humanist : humanist
humanity : humaniteit
humanity : mensdom
humanity : menselijkheid
humanity : mensengeslacht
humanity : mensheid
humanity : menslievendheid
humanoid : humanoïde
humble : deemoedig
humble : nederig
humble : onderdanig
humble oneself : zich vernederen
humid : vochtig
humid : vochtige
humidity : vochtigheid
humiliate : vernederen
humiliating : beschamend
humiliating : vernederend
humiliation : vernedering
humility : deemoed
humility : nederigheid
humility : ootmoed
hummingbird : kolibrie
humongous : enorm
humongous : gigantisch
humor : humor
humour : gemoedsgesteldheid
humour : humeur
humour : humor
humourous : humoristisch
hump : bochel
hump : bult
humus : humus
humus : teelaarde
hunch-backed : gebocheld
hunchback : bultenaar
hunchback : gebochelde
hundred : honderd
hundred thousand : honderdduizend
hundreds and thousands : hagelslag
hundreds and thousands : spikkels
hunger : honger
hunger : honger hebben
hunger : hongeren
hungry : hongerig
hunk : bink
hunt : bejagen
hunt : jacht
hunt : jacht maken op
hunt : jagen
hunt after : najagen
hunt after : nastreven
hunt for : najagen
hunt for : nastreven
hunter : jager
hurdy-gurdy : draaiorgel
hurdy-gurdy : pierement
hurray : hoera
hurricane : orkaan
hurried : gehaast
hurried : haastig
hurriedly : gehaast
hurriedly : haastig
hurriedly : inderhaast
hurry : dringen
hurry : haast maken
hurry : haasten
hurry : jachten
hurry : spoed maken
hurry : tot haast aanzetten
hurry : urgent zijn
hurry : voortmaken
hurry : zich haasten
hurry : zich spoeden
hurst : horst
hurt : benadelen
hurt : bezeren
hurt : duperen
hurt : kwetsen
hurt : pijn doen
hurt : pijn veroorzaken
hurt : pijndoen
hurt : verwonden
hurt : wonden
hurt : zeer doen
husband : echtgenoot
husband : gemaal
husband : man
husband : zuinig beheren
hush up : in de doofpot stoppen
husk : dop
husk : schaal
husk : schil
husk : schors
husked rice : gepelde rijst
hussar : huzaar
hustler : energiek iemand
hustler : energiek persoon
hut : hut
hut : stulp
hyaena : hyena
hybrid : bastaard-
hybrid : hybride
hybrid : hybridisch
hybrid : kruising
hydrochloric acid : zoutzuur
hydrodynamics : hydrodynamica
hydrogen : waterstof
hydrogen bomb : H-bom
hydrogen bomb : waterstofbom
hydrogen peroxide : waterstofperoxide
hydrogen peroxide : zwaar water
hyena : hyena
hygiene : hygiëne
hygienic : hygiënisch
hygienic : sanitair
hymen : maagdenvlies
hymn : hymne
hymn : kerkgezang
hymn : lofzang
hyperbola : hyperbool
hyperbole : hyperbool
hypertension : hypertensie
hypertrophy : hypertrofie
hyphen : koppelteken
hyphen : verbindingsstreepje
hyphenation : woordafbreking
hyphenation : woordsplitsing
hypnosis : hypnose
hypnotic trance : hypnose
hypnotist : hypnotiseur
hypnotize : biologeren
hypnotize : hypnotiseren
hypocorism : hypokorisme
hypocorism : koosnaam
hypocorism : koosnaampje
hypocrisy : huichelarij
hypocrite : huichelaar
hypocrite : hypocriet
hypocrite : veinzer
hypocritical : gehuicheld
hypocritical : geveinsd
hypocritical : huichelachtig
hypocritical : hypocriet
hypotension : hypotensie
hypothesis : hypothese
hypothesis : onderstelling
hypothesis : veronderstelling
hypothesize : veronderstellen
hypothetical : hypothetisch
hysterectomy : hysterectomie
hysteria : hysterie
hysterical : hysterisch
i : ik
i don't know : ik weet het niet
i don't understand : ik begrijp het niet
i hate you : ik haat je
i hate you : ik haat u
i love you : ik houd van je
i'm fine : met mij gaat het goed
i'm in love with you : ik ben verliefd op je
ibex : ibex
ibex : steenbok
ibis : ibis
ice : consumptie-ijs
ice : glaceren
ice : ijs
ice : ijsco
ice : ijsje
ice : koudmaken
ice cream : ijs
ice cream : ijsje
ice cream : roomijs
ice dancing : ijsdansen
ice skate : schaats
iceberg : ijsberg
icebreaker : ijsbreker
icecream : consumptie-ijs
icecream : ijs
icecream : ijsco
icecream : ijsje
ichthyological : viskundig
ichthyology : ichtyologie
ichthyology : viskunde
icicle : ijskegel
icicle : ijspegel
icicle : pegel
icing : glacé
icon : icoon
icon : idool
icon : pictogram
iconoclasm : beeldenstorm
iconoclast : beeldenstormer
icy : ijs-
icy : ijskoud
icy : ijzig
idea : begrip
idea : benul
idea : denkbeeld
idea : gedachte
idea : idee
idea : ingeving
idea : opvatting
idea : voorstelling
ideal : ideaal
ideal : perfect
ideal : perfectie
ideal gas : ideaal gas
idealist : idealist
identical : identiek
identical : identieke
identify : determineren
identify : identificeren
identify : vereenzelvigen
identify : zich identificeren met
identity : identiteit
identity matrix : eenheidsmatrix
identity theft : identiteits diefstal
ideology : ideologie
idiocy : idiotie
idiocy : idiotisme
idiom : idioom
idiom : idiotisme
idiom : taaleigen
idiosyncrasy : eigenaardigheid
idiosyncrasy : idiosyncrasie
idiosyncratic : eigenzinnig
idiot : idioot
idiot : zwakhoofd
idiotic : idioot
idol : afgod
idol : afgodsbeeld
idol : idool
idol worship : afgodendienst
idol worship : afgoderij
idolator : afgodendienaar
idolator : heiden
idolator : paganist
idolatry : afgodendienst
idolatry : afgoderij
idyll : idylle
if : als
if : indien
if : ingeval
if : wanneer
if only : was het maar zo dat or use auxiliary with inversion and
if the occasion arises : bij voorkomende gelegenheden
if the occasion arises : eventueel
if the occasion arises : mogelijkerwijs
ignition : ontbranding
ignition : ontsteking
ignition : vonkontsteking
ignore : negeren
ignore : onder tafel schuiven
ignore : passeren
ignore : wegcijferen
iguana : leguaan
il- : im-
il- : in-
il- : on-
ileum : ileum
ileum : kronkeldarm
ill : misselijk
ill : naar
ill : ziek
ill fate : lot
ill fate : noodlot
ill humor : spleen
ill humor : zwaarmoedigheid
ill humour : spleen
ill humour : zwaarmoedigheid
ill-fated : fataal
ill-fated : funest
ill-fated : noodlottig
ill-treat : mishandelen
illative case : illatief
illegal : illegaal
illegal : onwettig
illegible : onleesbaar
illegitimate : onwettig
illiteracy : analfabetisme
illiterate : analfabeet
illiterate : analfabetisch
illiterate : ongeletterd
illness : aandoening
illness : ziekte
illuminate : aansteken
illuminate : belichten
illuminate : illumineren
illuminate : verlichten
illuminate : voorlichten
illusion : begoocheling
illusion : drogbeeld
illusion : illusie
illusion : waan
illusion : zinsbedrog
illustrate : duidelijk maken
illustrate : illustreren
illustrate : veraanschouwelijken
illustrate : verluchten
illustration : illustratie
illustration : verluchting
im- : im-
im- : in-
im- : on-
image : afbeelding
image : beeld
image : beeldkopie
image : beeltenis
image : figuur
image : gelijkenis
image : perceptie
image : plaat
image : plaatje
image : prent
image : voorstelling
imaginary : denkbeeldig
imaginary : verzonnen
imaginary number : imaginair getal
imagination : fantasie
imagination : inbeelding
imagination : verbeelding
imagine : bedenken
imagine : inbeelden
imagine : zich verbeelden
imagine : zich voorstellen
imam : imam
imbecile : imbeciel
imcompatible : onverenigbaar
imitate : imiteren
imitate : nabootsen
imitate : nadoen
imitation : imitatie
imitation : nabootsing
imitation : namaak
imitation : navolging
immaterial : lauw
immaterial : onverschillig
immeasurable : onmeetbaar
immediate : direct
immediate : directe
immediate : ogenblikkelijk
immediate : onmiddellijk
immediate : prompt
immediately : aanstonds
immediately : dadelijk
immediately : direct
immediately : meteen
immediately : onmiddellijk
immediately : op staande voet
immediately : op stel en sprong
immediately : schielijk
immediately : subiet
immediately : terstond
immediately : zo
immediately : zonder verwijl
immense : enorm
immense : geweldig
immense : gigantisch
immense : immens
immense : onmetelijk
immensely rich : schatrijk
immerse : indompelen
immerse : indopen
immerse : onderdompelen
immerse : soppen
immigrant : immigrant
immigrate : immigreren
imminent : dreigend
imminent : imminent
immodest : onbescheiden
immortal : onsterfelijk
immortal : onsterfelijke
immune : immuun
immune : onvatbaar
immune : resistent
immunity : immuniteit
imp : aardmannetje
imp : kabouter
imp : kobold
impact : invloed
impala : impala
impale : spietsen
impartial : afzijdig
impartial : neutraal
impartial : onpartijdig
impartial : partijloos
impartiality : onpartijdigheid
impatience : ongeduld
impatient : duldeloos
impatient : ongeduldig
impeach of : beschuldigen van
impede : belemmeren
impede : obstructie voeren
impede : opstoppen
impede : verstoppen
impediment : belemmering
impediment : hindernis
impediment : hinderpaal
impediment : obstakel
impediment : obstructie
impediment : verstopping
impel : aandrijven
impel : aansporen
impel : aanvuren
impel : aanwakkeren
impel : drijven
impel : opjagen
impel : opwekken
impel : stuwen
impel : voortdrijven
impel : zwepen
impenetrable : ondoordringbaar
imperative : gebiedende wijs
imperative : must
imperative : noodzakelijk
imperfect : onvoltooid verleden tijd
imperialism : imperialisme
imperialist : imperialist
impersonal subject : loos onderwerp
impertinence : brutaliteit
impertinence : hondsheid
impertinence : vrijpostigheid
impertinent : brutaal
impertinent : onbeschaamd
impertinent : vrijpostig
impetus : aandrang
impetus : aandrift
impetus : aansporing
impetus : drang
impetus : heftigheid
impetus : impuls
impetus : onstuimigheid
impetus : opwelling
impetus : prikkel
impetus : prikkeling
impetus : stimulatie
impetus : stuwing
impetus : vuur
implement : gereedschap
implement : hulpmiddel
implement : implementeren
implement : toepassen
implement : uitvoeren
implement : uitwerken
implement : werktuig
implementation : implementatie
implementation : uitvoering
implicate : betrekken
implicate : verstrikken
implicate : verwarren
implicate : verwikkelen
implore : afsmeken
imply : beduiden
imply : betekenen
imply : impliceren
imply : inhouden
imply : insluiten
imply : laten doorschemeren
imply : suggereren
impolite : onbeleefd
import : importeren
import : invoeren
important : belangrijk
important : erg
important : ernstig
important : voornaam
important : zwaar
important : zwaarwichtig
impose : forceren
impose : opdringen
impose upon : zich opdringen
imposing : imponerend
imposing : indrukwekkend
impossible : onbestaanbaar
impossible : onmogelijk
impossible : uitgesloten
impossibly : met geen mogelijkheid
impossibly : onmogelijk
imposter : bedrieger
imposter : charlatan
imposter : kwakzalver
imposter : wonderdokter
impostor : bedrieger
impostor : oplichter
impotent : impotent
impoverish : verarmen
impoverishment : verarming
impracticable : onbegaanbaar
impracticable : onberijdbaar
impracticable : onuitvoerbaar
impractical : onpraktisch
impress : imponeren
impress : indruk maken op
impressible : gevoelig
impressible : ontvankelijk
impressible : receptief
impressible : vatbaar
impression : belichting
impression : effect
impression : impressie
impression : indruk
impressionism : impressionisme
impressionist : impressionist
impressive : imposant
impressive : indrukwekkend
impressive : onder de indruk
imprint : afdruk
imprint : spoor
imprison : gevangen zetten
imprison : opsluiten
imprisonment : gevangenschap
improper : onfatsoenlijk
improper : onjuist
improve : beter maken
improve : beteren
improve : verbeteren
improve : veredelen
improvement : verbetering
impudence : brutaliteit
impudent : brutaal
impulse : aandrang
impulse : aandrift
impulse : drang
impulse : impuls
impulse : opwelling
impulse : stuwing
impulsive : impulsief
impulsive : impulsieve
impulsive : luchthartig
impulsive : luchtig
impure : onzuiver
impurity : onzuiverheid
imputation : aantijging
in : aan
in : binnen
in : in
in : per
in : te
in Arabic : in het Arabisch
in Arabic : op zijn Arabisch
in English : in het Engels
in English : op zijn Engels
in a hurry : gehaast
in a hurry : haastig
in a hurry : inderhaast
in a nutshell : in een notendop
in a way : als
in a way : als het ware
in a way : of alsof
in abeyance : opgeschort
in abeyance : uitgesteld
in abeyance : verdaagd
in accordance with : blijkens
in accordance with : conform
in accordance with : in overeenstemming met
in accordance with : overeenkomstig
in accordance with : volgens
in action : actief
in action : bedrijvend
in action : bedrijvig
in action : bedrijving
in action : werkdadig
in action : werkend
in action : werkzaam
in addition : bovendien
in addition : buitendien
in addition : daarbij
in addition : daarenboven
in addition : extra
in addition : op de koop toe
in addition : verder
in addition : voorts
in advance : vooraf
in advance : vooruit
in all : bij elkaar
in all : in totaal
in all : totaliter
in all respects : alleszins
in another way : anders
in another way : op een andere manier
in anticipation of : in afwachting van
in any event : in elk geval
in any event : in ieder geval
in case : in het geval dat
in cash : baar
in cash : cash
in cash : contant
in charge : bevelvoerend
in cold blood : in koelen bloede
in command : bevelvoerend
in common : gemeen(schappelijk)
in consequence of : ingevolge
in consequence of : ten gevolge van
in custody : in hechtenis
in detail : rijpelijk
in distress : benard
in distress : benepen
in distress : in verlegenheid
in easy circumstances : bemiddeld
in easy circumstances : gegoed
in easy circumstances : gezeten
in easy circumstances : welgesteld
in every respect : alleszins
in every way : alleszins
in every way : op alle manieren
in every way : op alle wijzen
in exchange for : jegens
in exchange for : met
in exchange for : tegen
in exchange for : tegenaan
in exchange for : tegenover
in exchange for : versus
in fact : feitelijk
in fact : inderdaad
in fact : metterdaad
in fact : waarachtig
in fact : waarlijk
in fact : warempel
in fact : werkelijk
in fashion : in de mode
in fashion/in vogue : in de mode
in favor of : ten gunste van
in favour of : ten gunste van
in front of : voor
in good condition : in goede staat verkerend
in love : gek van
in love : verliefd
in love : verliefd op
in my opinion : mijns inziens
in my view : mijns inziens
in no way : geenszins
in no way : in geen geval
in no way : op geen enkele wijze
in one's absence : bij verstek
in order to : om
in order to : om te
in order to : per
in order to : tegen
in order to : ten einde te
in order to : voor
in other words : met andere woorden
in person : in het vlees
in person : persoonlijk
in principle : in beginsel
in principle : in principe
in question : betrokken
in question : bewust
in question : desbetreffend
in question : in kwestie
in rows : in de rij
in rows : in een rij
in rows : in rijen
in short supply : karig
in short supply : schaars
in short supply : schraal
in short supply : schriel
in spite of : in weerwil van
in spite of : niettegenstaande
in spite of : ondanks
in spite of : ten spijte van
in spite of : trots
in spite of/despite : ondanks
in succession : achter elkaar
in that way : aldus
in that way : dus
in that way : in dier voege
in that way : op die wijze
in that way : zo
in that way : zodanig
in that way : zodoende
in the Cuban way : op zijn Cubaans
in the absence of : bij gebrek aan
in the absence of : in afwezigheid van
in the abstract : in theorie
in the abstract : theoretisch
in the beginning : aanvankelijk
in the beginning : in het begin
in the circumstances : al naar het valt
in the circumstances : naar de omstandigheden
in the daytime : overdag
in the evening : 's avonds
in the final analysis : netjes
in the flesh : in het vlees
in the flesh : persoonlijk
in the long run : op termijn
in the long run : uiteindelijk
in the meantime : daarentegen
in the meantime : inmiddels
in the meantime : intussen
in the meantime : vast
in the meantime : voorlopig
in the meantime : zolang
in the middle of : in het midden van
in the middle of : medio
in the middle of : midden
in the middle of : middenin
in the middle of : te midden van
in the morning : 's morgens
in the morning : 's ochtends
in the nick of time : op het nippertje
in the presence of : in aanwezigheid van
in the rear : aan het einde
in the rear : achteraan
in this manner : aldus
in this manner : op deze manier
in this manner : op deze wijze
in this manner : zo
in this way : aldus
in this way : op deze manier
in this way : op deze wijze
in this way : zo
in time : bijtijds
in time : op tijd
in time : tijdig
in turn : beurtelings
in turn : bij toerbeurt
in turn : om de beurt
in turn : op de beurt
in turn : op de rij af
in vain : tevergeefs
in vogue : in de mode
in what way : hoe
in what way : op welke manier
in what way : op welke wijze
in which : waarin
in which : waarop
in working order : bedrijfsklaar
in- : im-
in- : in-
in- : on-
in-law : aangetrouwd familielid
in-law : schoonfamilie
in-line skate : skeeler
inaccessible : ongenaakbaar
inaccessible : ontoegankelijk
inaccuracy : onnauwkeurigheid
inadequate : onvoldoende
inaugural : inaugureel
inaugurate : inaugureren
inaugurate : inwijden
inaugurate : onthullen
inauguration : inauguratie
inauguration : inwijding
inborn : aangeboren
inborn : ingeboren
inbred : aangeboren
inbred : ingeboren
incandescent : witgloeiend
incarnation : incarnatie
incarnation : vleeswording
incendiary : brandstichtend
incendiary bomb : brandbom
incense : vertoornen
incense : wierook
incensory : wierookvat
inception : begin
incest : bloedschande
incest : incest
inch :
inch : duim
inch : haarbreed
incident : incident
incident : voorval
incidental : bij-
incidental : minder belangrijk
incidental : ver
incidental : zij-
incidental : zijdelings
incinerate : verassen
incinerate : verbranden
incite : aanstoken
incite : aanzetten
incite : agiteren
incite : de sporen geven
incite : irriteren
incite : op stang jagen
incite : ophitsen
incite : opruien
incite : opstoken
incite : opwinden
incite : prikkelen
incite : provoceren
incite : sarren
incite : schudden
incite : tarten
incite : tergen
incite : uitdagen
incite : uitlokken
incite : uittarten
incitement : aansporing
incitement : prikkel
incitement : prikkeling
incitement : stimulatie
inclination : aanvechting
inclination : lust
inclination : neiging
inclination : zin
incline : buigen
incline : doen overhellen
incline : geneigd zijn
incline : geneigd zijn tot
incline : neigen
inclined : genegen
inclined : geneigd
inclined : gezind
inclined plane : hellend vlak
inclined to travel : reislustig
include : behelzen
include : betrekken
include : bevatten
include : bijvoegen
include : inhouden
include : insluiten
include : invoegen
included : inclusief
including : inbegrepen
including : incluis
including : inclusief
including : met inbegrip van
including : tot en met
inclusive : inclusief
inclusively : inbegrepen
inclusively : incluis
inclusively : inclusief
inclusively : met inbegrip van
inclusively : tot en met
incoherent : onsamenhangend
income : inkomen
income : inkomsten
income : ontvangst
income : opbrengst
income : recette
income : rente
income : verdienste
incompatible : onverenigbaar
incompetence : incompetentie
incompetence : onbekwaamheid
incompetent : onbekwaam
incomplete : incompleet
incomplete : onvolledig
incomprehensible : onbegrijpelijk
inconceivable : onbegrijpelijk
inconceivable : ondoorgrondelijk
inconsistency : inconsequentheid
inconsistent : inconsequent
inconvenience : ongemak
inconvenience : verstoring
inconvenient : lastig
inconvenient : moeilijk
inconvenient : ongeschikt
inconvenient : slim
inconvenient : zwaar
incorrect : fout
incorrect : mis
incorrect : onjuist
incorrect : verkeerd
incorrigible : onverbeterbaar
incorrigible : onverbeterlijk
increase : aangroei
increase : aangroeien
increase : aanwakkeren
increase : groeien
increase : opdrijven
increase : ophogen
increase : oplopen
increase : rijzen
increase : sterker worden
increase : stijgen
increase : toename
increase : toenemen
increase : uitbouwen
increase : uitbouwing
increase : uitbreiden
increase : vergroten
increase : vergroting
increase : verheffen
increase : verhogen
increase : vermeerderen
increase : vermeerdering
increasingly : in toenemende mate
increasingly : meer en meer
increasingly : steeds ...er
increasingly : steeds meer
incredible : onaannemelijk
incredible : ongelofelijk
incredible : ongelooflijk
incredibly insolent : hondsbrutaal
incredibly insolent : onbeschoft
incredulity : ongelovigheid
incubate : broeden
incubate : broeden op
incubate : koesteren
incubus : angstdroom
incubus : incubus
incubus : nachtduivel
incubus : nachtmerrie
incurable : ongeneeslijk
incus : aanbeeldbeentje
incus : aanbeeldsbeentje
incus : gehoorbeentje
indecision : besluiteloosheid
indecision : wankelmoedigheid
indecisive : besluiteloos
indecisive : onzeker
indecisive : wankel
indecisive : wankelbaar
indecisive : wankelmoedig
indeed : echt
indeed : feitelijk
indeed : immers
indeed : inderdaad
indeed : metterdaad
indeed : naar waarheid
indeed : toch
indeed : waarachtig
indeed : waarlijk
indeed : wel
indeed : werkelijk
indeed : wezenlijk
indeed : zeker
indefinite article : lidwoord van onbepaaldheid
indefinite article : onbepaald lidwoord
indefinite pronoun : onbepaald voornaamwoord
indent : inspringen
independant : onafhankelijk
independant : zelfstandig
independence : onafhankelijkheid
independent : onafhankelijk
indescribably : onbeschrijflijk
index : aanduiding
index : aanwijzing
index : index
index : indexeren
index : inhoud
index : inhoudsopgave
index : lijst
index : register
index : tabel
index : tafel
indicate : aanduiden
indicate : aangeven
indicate : aanwijzen
indicate : een teken geven
indicate : kenmerken
indicate : laten zien
indicate : merken
indicate : tekenen
indicate : tentoonspreiden
indicate : tonen
indicate : uitduiden
indicate : uitwijzen
indicate : vertonen
indicate : wijzen
indication : aanduiding
indication : aanwijzing
indication : omen
indication : teken
indication : voorbode
indication : voorteken
indicative : aantonende wijs
indicative : indicatief
indicative mood : aantonende wijs
indicative mood : indicatief
indict for : beschuldigen van
indictment : aanklacht
indictment : beschuldiging
indictment : telastlegging
indictment : tenlastelegging
indifference : flegma
indifference : onverschilligheid
indifferent : lauw
indifferent : onverschillig
indigence : behoeftigheid
indigence : pauperisme
indigenous : autochtoon
indigenous : oorspronkelijk
indigestion : dyspepsie
indigestion : indigestie
indigestion : slechte spijsvertering
indignant : verontwaardigd
indignation : verontwaardiging
indigo : indigo
indigo : indigoblauw
indigo : indigoblauwe
indirect free kick : onrechtstreekse vrije trap
indirect object : meewerkend voorwerp
indispensable : onmisbaar
indispensable : onontbeerlijk
indistinct : duister
indistinct : onduidelijk
indistinct : troebel
indistinct : vaag
indium : indium
individual : enkeling
individual : hoofdelijk
individual : individu
individual : individueel
individual : individuele
individual : sujet
indivisible : ondeelbaar
induce : afleiden
induce : besluiten
induce : concluderen
induce : een gevolgtrekking maken
induce : ertoe brengen
inducement : aanleiding
indulge : ontzien
indulge : sparen
indulge : toegeeflijk zijn voor
indulge : zich laten vermurwen
indulge in : zich overgeven aan
indulgence : aflaat
industrial : industrie-
industrial : industrieel
industrial branch : bedrijfstak
industrial output : industriële produktie
industrialist : industrieel
industrious : ijverig
industrious : naarstig
industrious : nijver
industrious : vlijtig
industry : ijver
industry : industrie
industry : naarstigheid
industry : nijverheid
industry : sector
industry : vlijt
industry : werklust
inebriety : beschonkenheid
inebriety : dronkenschap
inebriety : roes
inebriety : zatheid
inebriety : zwijmel
inert : bewegingloos
inert : energieloos
inert : traag
inertia : inertie
inertia : traagheid
inevitable : onvermijdelijk
inexpensive : goedkoop
inexpensive : goedkope
inexperienced : groen
inexperienced : onervaren
inexplicable : onverklaarbaar
inexpressibly : onuitsprekelijk
infant : baby/peuter
infant : kind
infant : zuigeling
infant in arms : bakerkind
infantile : infantiel
infantry : infanterie
infantry : voetvolk
infect : aansteken
infect : besmetten
infect : infecteren
infect : verpesten
infected : bederf veroorzakend
infected : besmet
infected : geïnfecteerd
infected : septisch
infection : besmetting
infection : infectie
infectious : aanstekelijk
infectious : besmettelijk
infectious : verpestend
infer : afleiden
infer : besluiten
infer : concluderen
infer : een gevolgtrekking maken
inference : conclusie
inference : gevolgtrekking
inferior : inferieur
inferior : minderwaardig
inferior : ondeugdelijk
infernal : duivels
infernal : hels
infernal : infernaal
infertile : onvruchtbaar
infertile : schraal
infertile : steriel
infertility : onvruchtbaarheid
infest : onveilig maken
infestation : plaag
infidelity : ontrouw
infinite : oneindig
infinitive : infinitief
infinitive : onbepaalde wijs
infirm : gebrekkig
infirm : verminkt
infirmity of purpose : besluiteloosheid
infirmity of purpose : wankelmoedigheid
infix : infix
infix : tussenvoegsel
inflamed : ontstoken
inflammable : ontvlambaar
inflammation : ontsteking
inflammatory : opruiend
inflate : doen zwellen
inflate : opblazen
inflate : oppompen
inflated : opgeschroefd
inflation : inflatie
inflection : bocht
inflection : buigpunt
inflection : verbuiging
influence : beïnvloeden
influence : invloed
influence : invloed hebben op
influence : inwerking
influenza : griep
influenza : influenza
influx : toestroom
inform : aankondigen
inform : berichten
inform : in kennis stellen
inform : informeren
inform : inlichten
inform : mededelen
inform : meedelen
inform : verwittigen
inform : voorlichten
information : bericht
information : informatie
information : inlichting
information : terechtwijzing
information : verwittiging
infuse : aftrekken
infuse : laten trekken
infuse : zetten
infusion : aftreksel
infusion : zetsel
ingenious : geniaal
ingot : baar
ingot : staaf
ingredient : bestanddeel
ingredient : component
ingredient : ingrediënt
inhabit : bewonen
inhabitant : bewoner
inhabitant : ingezetene
inhabitant : inwoner
inhale : inademen
inhale : ophalen
inherit : beërven
inherit : erven
inheritance : boedel
inheritance : erfdeel
inheritance : erfenis
inheritance : erfstuk
inheritance : versterf
inheritance : versterving
inhibit : belemmeren
inhibit : beletten
inhibit : doorkruisen
inhibit : storen
inhibit : stremmen
inhibit : verhinderen
inhibit : verhoeden
inhibited : geremd
inhibition : remming
initial : aanvangs-
initial : aanvankelijk
initial : begin-
initial : beginletter
initial : initiaal
initial : voorletter
initial cost : aanloopkosten
initial costs : aanloopkosten
initial deposit : aanbetaling
initial stage : aanloopperiode
initial velocity : aanvangssnelheid
initial velocity : beginsnelheid
initiate : de stoot geven tot
initiate : het initiatief nemen tot
inject : injecteren
inject : inspuiten
injection : injectie
injection : inspuiting
injection : spuitje
injure : bederven
injure : benadelen
injure : beschadigen
injure : duperen
injure : havenen
injure : schenden
injure : stukmaken
injure : toetakelen
injured : gewond
injury : blessure
injury : kwetsuur
injury : verwonding
injury : wond
injury time : blessuretijd
injustice : onrechtvaardigheid
ink : inkt
ink : inkten
ink-well : inktkoker
ink-well : inktpot
inkpot : inktkoker
inkpot : inktpot
inkwell : inktpot
inlet : fjord
inmate : gedetineerde
inmate : gevangene
inn : herberg
inn : logement
inn : uitspanning
innate : aangeboren
innate : ingeboren
inner : binnenlands
inner : binnenste
inner : intern
inner : inwendig
inner tube : binnenband
innkeeper : herbergier
innkeeper : logementhouder
innkeeper : waard
innocence : onbedorvenheid
innocence : onschuld
innocence : schuldeloosheid
innocent : onbedorven
innocent : onnozel
innocent : onschuldig
innocent : schuldeloos
innovate : vernieuwen
innovation : innovatie
innovation : vernieuwing
innovative : vernieuwend
inoculate : enten
inoculate : inenten
inoculate : oculeren
inoffensive : argeloos
inordinate : buitensporig
inordinate : excessief
inordinate : extreem
inordinate : verregaand
inorganic : anorganisch
input : ingeven
input : invoer
inquest : lijkschouwing
inquire : informeren
inquiry (into) : onderzoek (naar)
inquiry : enquête
inquiry : verzoek om informatie
inquiry-office : informatiebureau
inquisitive : benieuwd
inquisitive : nieuwsgierig
inquisitive : weetgierig
inquisitively : met nieuwsgierigheid
inquisitively : nieuwsgierig
insane : dol
insane : dolzinnig
insane : gek
insane : krankzinnig
insane : stapel
insane : uitzinnig
insane : waanzinnig
insane asylum : gekkenhuis
insanity : gekheid
insanity : gekte
insanity : krankzinnigheid
insanity : uitzinnigheid
insanity : waanzin
insanity : zinneloosheid
insanity : zinsverbijstering
insatiable : onlesbaar
inscription : inscriptie
insect : insect
insect : insekt
insect : nietsnut
insect repellent : afweermiddel tegen insekten
insecticide : insecticide
insectivore : insecteneter
insectivore : insectivoor
insemination : inseminatie
inseparable : onafscheidelijk
insert : indoen
insert : inleggen
insert : inschuiven
insert : insteken
insert : instoppen
insert : invoegen
insert : inzetten
insert : steken
insert : tussenvoegen
inside : aan
inside : binnen
inside : binnenin
inside : binnenlands
inside : binnenste
inside : binnenwaarts
inside : binnenwerk
inside : daarbinnen
inside : in
inside : ingewand
inside : intern
inside : inwendig
inside : inwendige
inside : naar binnen
inside : per
inside : te
inside out : binnenstebuiten
insidious : arglistig
insignia : blazoen
insignia : insigne
insignia : wapen
insignificant : beuzelachtig
insignificant : insignificant
insignificant : luizig
insignificant : onbeduidend
insignificant : onbelangrijk
insignificant : onbelangrijke
insignificant : onbetekenend
insignificant : onnozel
insignificant : zinledig
insignificant : zinloos
insincere : onoprecht
insinuate : insinueren
insist : aandringen
insist on : aandringen op
insist on : erop staan
insistence : aandrang
insolence : brutaliteit
insolent : brutaal
insolvable : onoplosbaar
insomnia : slapeloosheid
inspect : inspecteren
inspect : inspectie houden
inspect : schouwen
inspect : visiteren
inspection : inspectie
inspection : keuring
inspection : onderzoek
inspection : schouw
inspection : schouwing
inspection : visitatie
inspector : inspecteur
inspector : opzichter
inspiration : bezieling
inspiration : ingeving
inspiration : inspiratie
inspire : aanvuren
inspire : aanwakkeren
inspire : aanzetten
inspire : bezielen
inspire : inboezemen
inspire : inspireren
inspire : verlevendigen
inspiring : bezielend
instability : instabiliteit
install : aanleggen
install : aansluiten
install : fitten
install : installeren
install : opzetten
install : zich installeren
installment payment : afbetaling
instalment : aanbetaling
instalment : afbetalingstermijn
instalment : aflevering
instalment : annuïteit
instalment : termijn
instance : voorbeeld
instant : dreigend
instant : dringend
instant : kant-en-klaar
instant : kortstondig
instant : moment
instant : ogenblik
instant : ogenblikkelijk
instant : onmiddelijk
instant : onmiddellijk
instant : oogwenk
instant : op handen zijnd
instant : poosje
instant : tel
instant : tijdstip
instant : wijl
instant : wip
instantly : dadelijk
instantly : onmiddellijk
instantly : op stel en sprong
instantly : terstond
instantly : zonder verwijl
instead : in plaats daarvan
instead : in plaats van
instead of : in plaats van
instead of : in stede van
instigate : aansporen
instigate : aanvuren
instigate : aanwakkeren
instigate : opwekken
instigate : zwepen
instigator : aanstichter
instigator : aanstoker
instigator : initiatiefnemer
instigator : ophitser
instigator : opstoker
instinct : aandrift
instinct : instinct
institute : gesticht
institute : inrichting
institute : instituut
institute : kostschool
institution : instelling
instruct : aanschrijven
instruct : instrueren
instruction : aanwijzing
instruction : consigne
instruction : instructie
instruction : onderricht
instruction : onderwijs
instruction : ontwikkeling
instructor : instructeur
instructor : leraar
instructor : onderwijzer
instructor : schoolmeester
instrument : instrument
instrument : meetinstrument
instrument : meter
instrument : muziekinstrument
instrument : werktuig
instruments of murder : moordtuig
insubordinate : ongehoorzaam
insubordinate : ongezeglijk
insubordinate : onwillig
insubordinate : oproerig
insubordinate : opstandig
insubstantial : licht
insufficient : onvoldoende
insulate : afzonderen
insulate : isoleren
insulation : isolatie
insulation : isolering
insulator : isolator
insult : affront
insult : affronteren
insult : beledigen
insult : belediging
insult : grieven
insult : krenken
insult : smaad
insult : verongelijken
insulted : beledigd
insulted : gebelgd
insulting : beledigend
insulting : smadelijk
insurance : assurantie
insurance : verzekering
insurance policy : polis
insure : assureren
insure : veilig stellen
insure : verzekeren
insurer : assuradeur
insurer : verzekeraar
insurer : verzekeringsagent
insurgent : opstandeling
insurgent : opstandig
insurgent : weerstander
insurrection : muiterij
insurrection : opstand
insurrection : rebellie
intangible : ontastbaar
intangible : ontastbare
integer : geheel
integer : geheel getal
integer : heel
integral : integraal
integral : onaangetast
integral : ongeschonden
integrated circuit : IC
integrated circuit : chip
integrated circuit : geïntegreerd circuit
integration : integratie
intellect : geest
intellect : intellect
intellect : verstand
intellectual : intellectueel
intellectual : verstandelijk
intellectual : verstandsmens
intelligence : bevattingsvermogen
intelligence : inlichtingen
intelligence : inlichtingendienst
intelligence : intelligentie
intelligence : knapheid
intelligence : snuggerheid
intelligent : bevattelijk
intelligent : intelligent
intelligent : knap
intelligent : snugger
intelligibility : begrijpelijkheid
intelligibility : verstaanbaarheid
intelligible : begrijpelijk
intend : bedoelen
intend : beogen
intend : mikken
intend : mikken op
intend : rooien
intend : ten doel hebben
intend : van plan zijn
intend : voorhebben
intend : voornemens zijn
intend : zich voorstellen
intense : fel
intense : intens
intense : intensief
intense : sterk
intensive : fel
intensive : intens
intensive : intensief
intensive : sterk
intention : bedoeling
intention : bedoeling/plan
intention : doel
intention : plan
intention : strekking
intention : toeleg
intention : voornemen
intention : zin
intentional : bedoeld
intentional : moedwillig
intentional : opzettelijk
inter : begraven
inter : ter aarde bestellen
interbreed : inteelten
intercede : voorspreken
intercept : onderscheppen
intercessor : advocaat
intercessor : raadsman
interchange : inruilen
interchange : inwisselen
interchange : ruilen
interchange : uitwisselen
interchange : verruilen
interchange : wisselen
intercourse : betrekkingen
intercourse : geslachtsverkeer
intercourse : sexuele betrekkingen
interest : aangelegenheid
interest : belang
interest : belang inboezemen
interest : belangstelling
interest : interesse
interest : interesseren
interest : interest
interest : rente
interested : belangstellend
interested : geïnteresseerd
interested : geïnteresseerde
interesting : belangwekkend
interesting : curieus
interesting : interessant
interesting : typisch
interesting : vreemd
interesting : vreemdsoortig
interface : interface
interfere (in) : zich bemoeien met
interfere with : storing veroorzaken
interfere with : zich bemoeien met
interference : bemoeienis
interference : immenging
interference : storing
interior : binnenste
interior : inwendige
interjection : tussenwerpsel
interment : begrafenis
interment : graflegging
interment : teraardebestelling
intermission : pauze
intermission : rust
intermittent : hortend
intermittent : intermitterend
internal : binnenlands
internal : binnenste
internal : intern
internal : inwendig
internal combustion engine : explosiemotor
internal combustion engine : verbrandingsmotor
international : internationaal
international : internationale
international date line : internationale datumgrens
international express : D-trein
international express train : D-trein
interpolation : interpolatie
interpret : duiden
interpret : interpreteren
interpret : uitleggen
interpret : verklaren
interpret : vertolken
interpretation : interpretatie
interpretation : uitlegging
interpretation : vertolking
interpreter : interpreter
interpreter : tolk
interpreter : vertolker
interpunction : interpunctie
interpunction : punctuatie
interrogate : een verhoor afnemen
interrogate : ondervragen
interrogate : overhoren
interrogate : uithoren
interrogate : uitvragen
interrogate : verhoren
interrogative : interrogatief
interrogative : vraag
interrogative : vraagwoord
interrogative : vragend
interrogative pronoun : vragend voornaamwoord
interrupt : interrumperen
interrupt : onderbreken
interrupt : schorsen
interruption : interruptie
interruption : onderbreking
interruption : schorsing
intersection : doorsnede
interval : interval
interval : pauze
interval : tussenruimte
intervene : ingrijpen
intervene : interveniëren
intervene : tussenbeide komen
interview : interview
interview : interviewen
interview : vraaggesprek
interweave : aanelkaarweven
interwove : weefde aan elkaar
interwove : weefden aan elkaar
intestine : darm
intestine : ingewanden
intestines : ingewanden
intimacy : intimiteit
intimate : gezellig
intimate : innig
intimate : intiem
intimate : knus
intimate : vertrouwelijk
intimidate : intimideren
intimidation : bangmakerij
into : aan
into : binnen
into : in
into : per
into : te
into the heights : de hoogte in
intolerable : ondraaglijk
intolerance : onverdraagzaamheid
intolerant : onverdraagzaam
intone : een lied aanheffen
intone : inzetten
intoxicate : bedwelmen
intoxicated : beschonken
intoxicated : dol
intoxicated : dronken
intoxicated : zat
intoxicating liquor : bedwelmende drank
intractable : balsturig
intransitive : onovergankelijk
intransitive verb : onovergankelijk werkwoord
intrepid : brutaal
intrepid : gedurfd
intrepid : stout
intrepid : stoutmoedig
intrepid : vermetel
intrepid : waaghalzerig
intricate : ingewikkeld
intrigue : bekonkelen
intrigue : intrigeren
intrigue : konkelen
intriguing : intrigerend
intrinsic : intrinsiek
intro : intro
introduce : aanbieden
introduce : indienen
introduce : introduceren
introduce : presenteren
introduce : spelen
introduce : vertonen
introduce : voorstellen
introduction : inleiding
introduction : introductie
intrude : storen
intrude : zich indringen
intrude : zich opdringen
intrude : zich teveel bemoeien met
intruder : indringer
intrusion : inbreuk
inundate : inunderen
invade : binnenrukken
invade : binnenvallen
invalid : ongeldig
invasion : inval
invasion : invasie
invective : scheldwoord
invective : schimpwoord
invent : bedenken
invent : bekokstoven
invent : komen achter
invent : uitdenken
invent : uitkienen
invent : uitvinden
invent : verzinnen
invention : uitvinding
invention : vinding
inventor : uitvinder
inventorize : inventariseren
inventory : boedel
inventory : inventaris
inverted comma : aanhalingsteken
inverted commas : aanhalingstekens
invest : beleggen
invest : inhuldigen
invest : investeren
investigate : een onderzoek instellen
investigate : exploreren
investigate : nagaan
investigate : onderzoeken
investigate : uitvissen
investigate : uitzoeken
investigate : vorsen
investigation : enquête
investigation : examen
investigation : keuring
investigation : nauwkeurig onderzoek
investigation : onderzoek
investigation : speurtocht
investigation : speurwerk
investment : belegging
investment : investering
investor : belegger
investor : investeerder
invevitable : onvermijdelijk
invincible : onbedwingbaar
invincible : onoverwinnelijk
invincible : onoverwinnelijke
invisibility : onzichtbaarheid
invisible : onzichtbaar
invisible : onzichtbare
invisibly : onzichtbaar
invitation : invitatie
invitation : uitnodiging
invite : inviteren
invite : noden
invite : uitnodigen
invite : vragen
invite tenders for : aanbesteden
invoice : declareren
invoice : factureren
invoice : factuur
invoice : faktureren
invoice : nota
invoice : op een rekening schrijven
invoice : rekening
invoice : warenlijst
invoke : aanroepen
invoke : afsmeken
invoke : oproepen
invoke : praaien
involve : inhouden
involve : met zich meebrengen
involved in : betrokken bij
inwards : binnenwaarts
inwards : naar binnen
iodine : jodium
ionizing : ioniserend
ionizing : ioniserende
iota : jota
irascible : humeurig
irascible : opvliegend
irascible : prikkelbaar
ire : toorn
iridium : iridium
iris : iris
iris : lis
iris : regenboogvlies
iritis : iritis
iritis : regenboogvliesontsteking
iron : bout
iron : gladstrijken
iron : ijzer
iron : ijzeren
iron : strijkbout
iron : strijken
iron : strijkijzer
iron age : ijzertijd
iron clothes : gladstrijken
iron clothes : strijken
iron wire : ijzerdraad
ironic : ironisch
ironing : strijken
ironing : strijkgoed
ironing board : strijkplank
ironwork : beslag
irony : ironie
irradiate : bestralen
irradiation : bestraling
irrational : irrationeel
irrational : irrationele
irrational : irreëel
irrational : irreële
irrational : onredelijk
irrational : onredelijke
irrational : onzinnig
irrational : onzinnige
irreconcilable : onverzoenlijk
irregular : onregelmatig
irrelevance : irrelevantie
irrelevant : (on)belangrijk
irresistible : onweerstaanbaar
irresolute : besluiteloos
irresolution : besluiteloosheid
irresolution : wankelmoedigheid
irrigate : begieten
irrigate : besproeien
irrigate : bevloeien
irrigate : gieten
irrigate : sproeien
irrigate : wateren
irritate : ergeren
irritate : irriteren
irritating : ergerlijk
irritating : hinderlijk
irritating : irritant
irritation : ergernis
irritation : irritatie
is : is
is it going to rain? : zou het gaan regenen?
islam : islam
islamic : islamitisch
islamic : islamitische
island : eiland
island : eilanden
island state : eilandstaat
islander : eilander
isn't it : is het niet
isn't it : nietwaar
isn't it : of niet
isn't it? : is het niet?
isn't it? : nietwaar?
isn't it? : toch?
isn't that so : is het niet
isn't that so : nietwaar
isn't that so : of niet
isolate : afzonderen
isolate : isoleren
isolated : alleenstaand
isolated : geïsoleerd
isolation : afzondering
isolation : isolatie
isolation : isolement
isolation : isolering
isolationism : isolationisme
isothermic : isotherm
isothermic : isothermisch
issue : afkondigen
issue : emitteren
issue : kwestie
issue : nageslacht
issue : nummer
issue : proclameren
issue : uitgeven
issue : uitvaardigen
issue : verkondigen
issue : vraagstuk
it : 't
it : daar ... aan
it : daaraan
it : er ... aan
it : er ... heen
it : eraan
it : erheen
it : het
it doesn't make sense : het is onbegrijpelijk
it doesn't matter : dat geeft niet
it doesn't matter : dat is niet erg
it doesn't matter : het doet er niet toe
it doesn't matter : het geeft niet
it is my fault : het is mijn schuld
it is rumoured that : naar verluidt
it is understood that : naar verluidt
it's a matter of : het gaat om
it's a matter of : het gaat over
italic : cursief
italicise : cursiveren
italicize : cursiveren
italics : cursieve letters
itch : jeuk
itch : jeuk in de handen
itch : jeuk in de vingers
itch : jeuken
itch : jeuken in de handen
itch : jeuken in de vingers
itch : kriebelen
itch : krieuwelen
itch : wriemelen
item : (agenda)punt
item : agendapunt
item : artikel
item : deel
item : deeltje
item : exemplaar
item : item
item : jaartelling
item : koppeltje
item : partikel
item : punt
itinerary : routebeschrijving
itinerary : weg
itinerary : wegbeschrijving
its : de zijne
its : haar
its : hun
its : zijn
itself : vanzelf
itself : zelf
itself : zelve
ivory : ivoor
ivory : ivoorkleur
ivory : ivoorkleurig
ivory : ivoorkleurige
ivory : ivoren
ivory coast : ivoorkust
ivy : klimop
jack :
jack : aansluiting
jack : aansluitpunt
jack : boer
jack : dommekracht
jack : ezel
jack : jekker
jack : krik
jack : stekker
jack : stopkontakt
jack : vijzel
jack : zot
jack off : onaneren
jack off : zich afrukken
jack off : zich aftrekken
jack-knife : zakmes
jackal : jakhals
jacket : buis
jacket : colbert
jacket : jasje
jade : afbeulen
jade : afjakkeren
jade : afmatten
jade : bittersteen
jade : jade
jade : jadegroen
jade : jaden
jade : nefriet
jaguaro : jaguar
jail : gevangen zetten
jail : gevangenis
jail : kerker
jail : nor
jail : opsluiten
jake brake : motorrem
jam : jam
jam : marmelade
jam : moes
jammed : verstopt
january : januari
japanese : japanees
japanese : japanese
japanese : japanner
jargon : Bargoens
jargon : jargon
jargon : taaltje
jargon : vaktaal
jaundice : geelzucht
jaundice : groen en geel worden van nijd of afgunst over
javelin : speer
javelin : werpspeer
javelin : werpspies
jaw : kaak
jaw : kakement
jawbone : kaak
jawbone : kaaksbeen
jawbone : kakement
jaws : afgrond
jaws : bek
jaws : muil
jaws : opening
jay : Vlaamse gaai
jay : gaai
jealous : afgunstig
jealous : ijverzuchtig
jealous : jaloers
jealous : naijverig
jealous of : jaloers (op)
jealousy : afgunst
jealousy : jaloersheid
jealousy : jaloezie
jealousy : naijver
jeans : spijkerbroek
jeer : beschimpen
jeer : schimpen
jeer at : beschimpen
jeer at : bespotten
jeer at : honen
jeer at : schimpen
jeer at : spotten
jejunum : nuchtere darm